“Ik zal het eerlijk zeggen hé, als het aan mij lag, ik schaf dat allemaal af”. “Blijf hier maar, je moet niet in dat virtuele gaan”. Aan het woord is een Vlaams koppel dat op straat door een televisieploeg van de Vlaamse publieke oproep (VRT) wordt aangesproken over de Metaverse. ‘De wátte?’.
Tijdens het bekijken van het hele fragment bekroop mij een instant ‘Groundhog Day’-gevoel. Waar had ik dit eerder gehoord, dat discours van virtualiteit als verrijking én hype, in het fragment vertegenwoordigd door ondernemers en strategen, en virtualiteit als verarming, bij monde van het koppel?
Nergens legt de reportage de link met eerdere ontwikkelingen, zoals de hype rond de driedimensionale virtuele wereld Second Life in 2007. Dat is een gemiste kans. Ook toen werd er met verbazing gekeken naar virtuele musea, virtuele feestjes en virtuele concerten waar je met je avatar, gekleed volgens de laatste virtuele modetrends, naartoe kon. Vijftien jaar later wordt er met vergelijkbare verbazing bericht over de Metaverse. Terwijl met ‘écht’ geld betalen voor virtueel landgoed écht niet nieuw is, evenmin als een ‘Sandbox’, waar je volop kan experimenteren en ontwerpen, of ‘echte’ bedrijven die virtuele kantoren oprichten in 3D immersive platforms.
Virtualiteit als verrijking
De nuance verdwijnt als je technologische ontwikkelingen op een zwartwit manier voorstelt: virtualiteit als verrijking (mis deze kans niet!) versus verarming (blijf er weg!). Hype versus afwijzing is geen waardevol kader om deze technologische evoluties te duiden. Op Second Life werden indertijd zoveel verwachtingen geprojecteerd dat het onmogelijk was om die waar te maken. Dat virtualiteit alleen maar tot verarming zou leiden, is al lang ontkracht. Online-ervaringen zijn gewoon deel van de ervaren werkelijkheid. Online en offline identiteit zijn sterk verweven. De coronacrisis maakte net heel duidelijk hoe waardevol onlinecontacten zijn, zeker als we fysiek van elkaar worden afgesneden.
Sinds Facebook eind oktober de naamsverandering naar Meta aankondigde, is er hernieuwde aandacht voor het begrip ‘metaverse’. Uiteraard gaat de vergelijking met Second Life niet helemaal op. Anders dan in 2007 ligt de focus in de berichtgeving (gelukkig) veel minder op seks. En anders dan Linden Lab, de ontwikkelaars van Second Life, heeft Facebook/Meta véél meer geld om te investeren in het samenbrengen van verschillende ‘realiteiten’ – virtual reality, augmented reality, ‘physical’ reality – en het samenbrengen van verschillende ervaringen, zoals shopping, afspreken met vrienden, werken of gamen. Bovendien maakt Facebook/Meta via WhatsApp, Instagram, Facebook, Oculus, … al volop deel van ons dagelijks leven uit, dus de drempel om erin mee te stappen ligt een stuk lager. Facebook heeft al een duizelingwekkende 3,6 miljard gebruikers. En ook qua cryptocurrencies ziet de wereld er anders uit dan 15 jaar geleden.
Telefooncellen
Het Vlaamse koppel doet denken aan het bekende fragment ‘Mobiel bellen in 1998’ van Frans Bromet, waarin hij met een camera de straat optrok om Nederlanders te vragen of ze van plan waren om een mobiele telefoon te kopen. Dat vonden ze stuk voor stuk niet nodig, om redenen die toen heel normaal waren. Er stonden immers écht nog telefooncellen op straat.
Lees ook: Waarom Zuckerberg en Jobs hun kinderen weghielden van hun eigen creaties
In 2019 zocht een cameraploeg van De Wereld Draait Door dezelfde mensen op: ze hadden ondertussen allemaal een smartphone. Je kan je nu eenmaal niet zomaar voorstellen wat je op een dag ‘normaal’ gaat vinden en hoe je je gedrag daarop aanpast. Ook wie zich vroeger niet kon voorstellen ooit een smartphone nodig te hebben, rijdt nu hoogstwaarschijnlijk terug naar huis als die het kleinood daar vergeet. Het koppel dat in deze reportage afkeurend reageert, staat misschien over 10 jaar als avatars met hun kleinkinderen te dansen in een hippe virtuele club in de Metaverse.
Nee, we hoeven niet terug te keren naar een volledig offline leven en het virtuele leven af te schaffen (wat überhaupt niet mogelijk is). Bovenal is het zaak om de ontwikkelingen zo goed mogelijk op te volgen en genuanceerd maar kritisch te benaderen. En om een gezonde dosis nieuwsgierigheid te hebben. In 2014 promoveerde ik op een studie naar moraliteit en virtualiteit, waarvoor ik ook veel tijd in Second Life doorbracht. Het wordt tijd om mijn avatar af te stoffen.
Over deze column
In een wekelijkse column, afwisselend geschreven door Eveline van Zeeland, Eugène Franken, JP Kroeger, Katleen Gabriels, Carina Weijma, Bernd Maier-Leppla, Willemijn Brouwer en Colinda de Beer probeert Innovation Origins te achterhalen hoe de toekomst eruit zal zien. Deze columnisten, soms aangevuld met gastbloggers, werken allemaal op hun eigen manier aan oplossingen voor de problemen van deze tijd. Hier zijn alle voorgaande afleveringen.