Gezonde en toekomstbestendige gebouwen, dat is waar alles om draait bij Huygen. De ingenieurs en en adviseurs van Huygen zijn gespecialiseerd in technische installaties en bouwfysica. Daarnaast doet Huygen (internationaal) onderzoek naar duurzame energievoorzieningen, bouwmethoden, energiebesparing, comfort en het gedrag van gebruikers van die gebouwen. “Projecten waar onze kinderen en kleinkinderen later trots op kunnen zijn, motiveren ons elke dag.”
Stadhuis Maastricht, het REM-eiland, de Bijenkorf en de A’DAM toren in Amsterdam, SS De Rotterdam: de trots over deze prestigieuze projecten uit het verleden straalt ervan af op Huygens website. Maar als we praten met algemeen directeur Corné Gilissen en researcher Ana Tisov, dan gaat het toch vooral over de toekomst. Zowel in het onderzoek als in de concrete advisering en uitvoering is het bedrijf continu op zoek naar de stappen die nog nodig zijn om het ultieme doel, een energieneutrale manier van bouwen en werken, te bereiken. “Essentieel daarbij is onze integrale aanpak: altijd kijken naar de elementen in hun onderlinge relatie”, zegt Gilissen. “Alleen zo kunnen we gezondheid, duurzaamheid en productiviteit in de kantooromgeving bij elkaar brengen.”
Juist vanwege die doelen voelt Huygen zich perfect op zijn plek op Brightlands Chemelot Campus in Geleen. “We vinden hier alleen maar bedrijven met dezelfde hoge ambities als wij. Dat maakt het netwerk effectief.” De ontwikkeling van de Circular Hub zal die situatie alleen maar versterken, verwacht Gilissen.
Ambitie en uitvoerbaarheid
Het lastige aan de positie van Huygen is dat de meeste potentiële klanten niet weten wat er mogelijk is en regelgeving vaak te star is. “Klanten snappen wel dat ze moeten verduurzamen, maar ze zien op tegen het gedoe, al de verschillende partijen die ze daarbij moeten betrekken en de soms verwarrende regels. De uitvoerbaarheid is daardoor voor hun gevoel nog wel eens wat anders dan de ambitie. Juist daarom pleiten wij altijd voor een integrale aanpak – alleen door de mogelijkheden en belangen van alle partijen in beeld te hebben, kom je tot een echte oplossing.”
Op elke bouwtechnische vraag heeft Huygen een antwoord, maar voor een brede toepassing is meer nodig, zegt Gilissen. “We moeten de weg vrij maken om de oplossingen duurzaam geïmplementeerd te krijgen en daar zijn altijd meer partijen voor nodig. Vandaar dat we ons vorig jaar hebben aangesloten bij de Oosterhoff Group, een groep van gelijkgestemde ingenieurs- en adviesbureaus met ieder een goede naam en positie in de markt.”
De route naar een circulaire bouwwereld
Minstens zo belangrijk is de deelname van Huygen aan Europees onderzoek, onder meer als onderdeel van de Horizon2020 projecten. Daarbinnen trokken vooral MORE-CONNECT en Drive 0 de aandacht. De eerste helpt de Europese bouwsector om tegen redelijke kosten integrale oplossingen te bieden voor renovaties in de richting van een bijna-energieneutraal gebouw (“nearly Zero Energy Building”, nZEB). “Het bouwproces is te vaak gebaseerd op een ‘gelaagde’ structuur, met veel arbeidshandelingen op de bouwplaats, waarbij veel subdisciplines betrokken zijn”, zegt Ana Tisov, een van Huygens onderzoekers. “De urgentie wordt algemeen erkend, maar de Europese bouwsector is er nog niet in geslaagd om een systematische aanpak uit te werken.”
MORE-CONNECT probeert dat probleem volgens Tisov aan te pakken met prefab renovatie-elementen die de kosten verlagen, de renovatietijd en de overlast voor de bewoners verminderen en tegelijkertijd de kwaliteit verhogen. “Zowel op het gebied van energie-efficiëntie als van het binnenklimaat.” Binnen het andere project, Drive 0, richt de aandacht zich op de circulaire gebouwde omgeving. “Hierbij ligt de focus op circulaire productinnovatie, circulaire procesinnovatie en innovatieve circulaire bedrijfsmodellen.”
Licht en temperatuur
Het Europese onderzoek leidt geregeld tot doorbraken, zegt Tisov. “Deze EU projecten zijn daarvan goede voorbeelden, maar zo zijn er meer. Het punt is vaak dat mensen niet weten wat ze niet weten. Met toegepast onderzoek laten we zien wat er mogelijk is, bijvoorbeeld welke dynamische combinatie van licht en temperatuur het beste effect heeft op gezondheid, welzijn en energieverbruik. Daardoor kan de verwarming omlaag zonder dat je het kouder krijgt.” Zo’n stap zorgt niet alleen voor een lagere energierekening, zegt Tisov. “Vaak is wat op het eerste gezicht comfortabel lijkt, niet noodzakelijkerwijs ook gezond. We kunnen een constante binnentemperatuur wel lekker vinden, maar zo’n situatie activeert niet het metabolisch systeem van ons lichaam. Met een dynamisch binnenklimaat kunnen we dat wel voor elkaar krijgen. En natuurlijk leiden lagere temperaturen ook tot energiebesparing en daarmee lagere energierekeningen.”
De resultaten van al dat onderzoek wil Huygen graag met zijn klanten bespreken. “En het initiatief daarvoor moet van ons komen. We kunnen het ons niet permitteren te wachten op een vraag uit de markt.”
Om nog meer bruikbare data te verzamelen heeft Huygen ook een eigen ‘belevingslab’. Gilissen: “Daar kunnen we spelen met licht en temperatuur. Wat is 400 lux eigenlijk? Het is de voorgeschreven lichtsterkte, maar is dat nodig in alle omstandigheden? Licht gebruikt eenderde van de energie van een gebouw, dus we praten wel ergens over.”
Toch is de praktijk weerbarstig. “We toonden aan dat 300 lux in bepaalde omstandigheden ook goed is, maar daarmee zijn we er nog niet. Het bouwbesluit is rigide, net als veel andere richtlijnen. Om echt vooruitgang te boeken richting energieneutrale gebouwen moeten we durven dat soort normen los te laten.”
Glaspaleis
Gilissen en Tisov beseffen dat er nog veel tijd nodig is voor het zover is. In de tussentijd richten ze zich op de projecten waar hun kinderen en kleinkinderen inderdaad trots op kunnen zijn. Zoals dat ook twintig jaar geleden al gebeurde met de herbestemming van het Glaspaleis in Heerlen. “We hebben het fit gemaakt om weer 25 jaar dienst te bewijzen. Een prachtig voorbeeld van circulariteit. Met technische hoogstandjes als activering van het betonskelet en een ‘installatievloer’ en met een façade waarvoor we het meest hoogwaardige glas hebben ontwikkeld. Mede dankzij de moed van de gemeente hebben we dat voor elkaar gekregen. Die vooruitstrevendheid helpt ons ook ons track record verder op te bouwen; al onze ervaring nemen we mee naar onze volgende partners en klanten.”