Toewijding typeert de topsporters van onze tijd. Een voorbeeld is Cristiano Ronaldo’s. Hij was een van de eerste atleten die cryotherapie gebruikte – en zelfs zijn eigen therapiekamer kocht – om zijn herstel te versnellen. Mamba Mentality was het handelsmerk van Kobe Bryant; Hij deed trainingssessies om 3 uur ‘s nachts. Hij wilde elke dag beter worden.
Diezelfde atleten weten maar al te goed dat de duivel in de details zit en grijpen naar alle mogelijke middelen om in een moeilijke situatie overeind te blijven. De wetenschap kan hen helpen te begrijpen hoe ze zich kunnen verbeteren en innovatie kan hen de extra stimulans geven die ze nodig hebben.
There’s something about sport… En daarom ligt er een magazine vol technologie en sport voor je klaar. IO Next: The Future of Sport Tech is een gouden combinatie voor de zomer. We doken in innovaties voor professionals, maar óók voor de huis-tuin-en-keuken atleet.
Nederlandse Olympische atleten rekenen al tien jaar op de hulp van het Sports Engineering Institute van de Technische Universiteit Delft (TU Delft). Onderzoek aan het instituut heeft veel atleten geholpen om uit te blinken. In de aanloop naar de komende Olympische Zomerspelen organiseerde het instituut een dag om zijn werk te vieren en terug te kijken.
Vanaf de eerste dag heeft het instituut onderzocht hoe technologie sportprestaties kan verbeteren, waarbij een breed scala aan disciplines aan bod kwam. Er zijn onderzoeksprojecten uitgevoerd op het gebied van wielrennen, hardlopen en darts, maar ook studies gericht op paralympische atleten. Sinds de oprichting hebben Nederlandse atleten in de Delftse onderzoekers een partner gevonden.
Een olympisch medaillewinnend pak
Een goed voorbeeld van zo’n samenwerking is Kimberley Bos, de eerste atlete die Nederland vertegenwoordigde op de Olympische Winterspelen in Pyeongchang 2018 op het onderdeel skeleton. In 2022 werd ze Europees kampioen en won ze de bronzen medaille op de Olympische Winterspelen in Peking. De TU Delft hielp ook mee om deze successen te behalen, door een aerodynamisch en op maat gemaakt pak voor Bos te ontwerpen.
“Via het Nationaal Olympisch Comité werden we gekoppeld aan de TU Delft en zo ontmoette ik Wouter (Wouter Terra, TeamNL expert aerodynamica aan de TU Delft en werkzaam bij de Nederlandse koepelorganisatie voor sport NOC*NSF, red.). Mijn coach regelt de technische aspecten voor me. Hij is gepromoveerd op ijswrijving, maar weet niet veel van aerodynamica,” vertelde Bos aan IO. Zowel de atlete als haar team hadden veel vragen over het vergroten van hun kennis over aerodynamica en het verbeteren van hun prestaties.
Daarom besloot de groep te werken aan een speciaal pak, en dat wierp zijn vruchten af. “Het grootste verschil was dat er geen twijfel over bestond dat dit het beste pak voor mij was. Het zat comfortabel en ik wist ook dat het aerodynamisch het beste was. Dat neemt de zorgen over andere dingen weg en je kunt je concentreren op dat ene ding waar je goed in bent, in mijn geval glijden,” herinnert de atleet zich.
Lichamen scannen
Een van de laboratoria waar het winnende pak van Bos werd gemaakt, is het 4D scanlaboratorium van de universiteit. Daar kunnen machines een complete scan van lichamen maken en bewegingen volgen. Het verzamelen van deze informatie maakt het mogelijk om een specifieke uitrusting te personaliseren en bewegingen te bestuderen. Op basis van de scans kunnen 3D-modellen van de lichamen worden gemaakt om een specifieke lichaamssamenstelling te bestuderen en pakken of helmen zo nauwkeurig mogelijk te ontwerpen.
De Olympische baanfiets
Tijdens de afgelopen Olympische Zomerspelen in Tokio won de Nederlandse baanwielerploeg zes medailles: het beste resultaat ooit. Het werk van Delftse onderzoekers verklaart mede deze prestatie. Destijds werkten ze samen met fietsfabrikant KOGA om een fiets op maat te maken voor elke fietser, waarbij de eigenschappen werden aangepast aan de lengte en houding van elke fietser. Voor de wedstrijd werd verwacht dat de fiets een halve seconde voorsprong zou opleveren tijdens het sprinten.
En de KOGA Kinsei maakte het waar. Het mannenteam won zowel de enkelvoudige als de teamsprintdisciplines, waarbij Harrie Lavreysen in beide wedstrijden goud won. Het vrouwenteam won ook twee medailles, met Shanne Braspennincx die zegevierde in de Keirin discipline.
Wetenschap voor een concurrentievoordeel
Nu er meer hulpmiddelen beschikbaar zijn om prestaties te verbeteren, richten sporters en hun coaches zich op slimmer trainen in plaats van harder. De bredere beschikbaarheid van gegevens heeft in dit opzicht meer mogelijkheden geopend, aangezien getrainde gegevensanalisten nu ook deel uitmaken van alle sportcoachteams. Hoe dan ook, de wisselwerking tussen geavanceerde technologie en sport is nog altijd even cruciaal en de bijdrage die wetenschappers kunnen leveren aan sporters is van groot belang.
“Je moet gaan voor een concurrentievoordeel. Een sporter moet tegenwoordig voorzichtig zijn met wat hij doet op het gebied van voeding of technologie, want dat is wat uiteindelijk het verschil zal maken tussen een gouden of zilveren medaille. Om topresultaten te behalen hebben sporters wetenschap en innovaties nodig,” benadrukte Marc van den Tweel, directeur-generaal van het sportinstituut, op het podium.
Grote impact op de samenleving
Onderzoek wordt vooral gedaan met en voor sporters, maar het motto van de TU Delft blijft hetzelfde: impact voor een betere samenleving. Sportinnovatie vormt hierop geen uitzondering en heeft een positieve impact op de maatschappij als geheel. Onlangs onthulde het Sports Engineering Institute samen met fietsfabrikant Gazelle een fietsstuursysteem dat bezoekers konden uitproberen. Als je op de fiets stapt, voel je het verschil: de fiets draait meteen in de gewenste richting zodra je het handvat beweegt.
Het systeem is ontworpen om valpartijen bij lage snelheid, die het vaakst voorkomen, te voorkomen en om fietsers, vooral mensen op hoge leeftijd, extra hulp en comfort te bieden. Volgens het Nederlands Instituut voor Verkeersveiligheid (SWOV) zijn de meeste ernstige fietsongevallen het gevolg van het verliezen van de controle over de fiets. Jaarlijks komen ongeveer 120 fietsers van 55 jaar of ouder om het leven bij fietsongevallen, en nog eens duizenden zijn betrokken bij ernstige ongevallen. Omdat steeds meer fietsen op straat elektrisch zijn – en dus zwaarder en sneller – wilde het project fietsers extra veiligheid bieden.
In die zin onderstreepte Van Den Tweel de bereidheid van het Sports Engineering Institute om zijn werkterrein te verbreden. Mensen aanmoedigen om meer te bewegen – Nederlandse volwassenen zitten het langst per dag in Europa – om overgewicht te verminderen en hart- en vaatziekten te voorkomen zijn onderdelen van deze missie. Het winnen van medailles komt daarna.