©Pixabay
Author profile picture

Dat veel meer mensen het coronavirus hebben opgelopen dan volgens de officiële cijfers zichtbaar is, zal weinig wenkbrauwen meer doen fronsen. Zelfs op de site van het RIVM staat dagelijks keurig vermeld dat het werkelijke aantal besmettingen in Nederland een stuk hoger ligt dan in de cijfers die zij naar buiten brengen. Vorige week klom ik in de pen om op deze site mijn ongenoegen kenbaar te maken nadat er sinds vorige week alleen nog maar ziekenhuisopnames in plaats van totale aantal diagnoses op gemeenteniveau werden prijsgegeven.

Hoewel het nog steeds zonde is voor de consistentie van menig dataset, heb ik inmiddels begrip voor deze keuze. Het RIVM gaf het eigenlijk zelf ook al aan: ‘omdat er in Nederland dermate weinig getest wordt, geven opnamecijfers een natuurgetrouwer beeld van de situatie’. Plausibel. Want gezien het aantal overledenen en ziekenhuisopnames, kán het aantal besmette personen alleen maar vele malen hoger liggen dan de 19.580 die worden vermeld op de site. Sterker nog; de kans is aannemelijk dat die 19.580 nog geen tien procent van het totaal is. Een minuscuul topje van een immense ijsberg. Hoe kan deze ziekte in het ene land nog geen procent van de patiënten ombrengen en in het andere land bijna in 20 procent van de gevallen fataal zijn?

De IJslandse ijsberg

‘Testen, testen, testen,’ is er de afgelopen weken veel gescandeerd. Nu is dit bij een land met miljoenen inwoners vrij lastig te regelen, maar er bestaan ook nog kleine landen zoals IJsland. Deze Scandinavische eilandstaat met minder inwoners dan de provincie Zeeland, heeft bijna 5 procent van de bevolking – zo’n 18.000 mensen – getest op het virus. En wat bleek? Bij maar liefst de helft van de positief geteste IJslanders voltrok COVID19 zich zonder de bekende symptomen. Dit lijkt goed nieuws, maar is eveneens een linke sluipmoordenaar. Asymptomisch maakt namelijk niet immuun. Sterker nog: deze groep speelde een belangrijke rol bij het verspreiden van het virus.

Inmiddels lijkt het kwartje ook in Nederland gevallen en wordt ingezet op een fikse verhoging van de testcapaciteit van 4000 naar 17.500 per dag dat kan worden opgeschaald naar 30.000. Dit lijkt geen overbodige luxe; in Nederland zijn iets meer dan 5000 op de miljoen mensen getest. Op de kaart hieronder is te zien hoeveel dit in vergelijking met andere Europese landen is. Ruim 2100 slachtoffers op een besmettingsaantal van 19580 terwijl de mortaliteit van COVID19 vrij eenduidig wordt geschat op zo’n 1 procent. Hoe kan het dat dit in Nederland bijna het tienvoudige is? Of we hebben hier te kampen met een dodelijkere mutatie van het virus óf het leeuwendeel van de besmette Nederlanders bevindt zich onder de radar.

 

Honderduizenden coronapatiënten in Nederland?

Hoeveel mensen er in Nederland daadwerkelijk besmet zijn (geweest) met het coronavirus blijft gissen. Toch zijn er wel een aantal broodkruimels in de RIVM-data die de omvang van de pandemie duidelijker maken. Dit is dan ook direct de reden dat ziekenhuisopnames sinds afgelopen week de hoofdrol spelen. Toch zeggen deze opnames ook niet alles: in een ideale situatie waarin adequaat getest wordt, volgt een ziekenhuisopname niet direct na de positieve diagnose. Iemand moet eerst ernstige klachten ontwikkelen voor zoiets gebeurt. Volgens een Chinese studie uit Wuhan gaat hier een dag of 7 a 8 nadat ze last kregen van de eerste symptomen overheen. Maar aangezien de situatie in Nederland compleet anders is, kan hier weinig chocolade van gemaakt worden.

Het aantal doden dan. Dit beeld is al iets natuurgetrouwer aangezien een ziekte klinisch gezien twee eindstadia kent; genezen of overleden. Dit wordt een closed case genoemd. Een patiënt bereikt dit eindstadium gemiddeld twee weken nadat de eerste symptomen de kop op staken. Met een incubatietijd van vijf dagen, kun je op basis van deze gegevens vermoeden dat iemand die vandaag overlijdt het virus rond 17 maart opliep. Toch zijn ook deze data niet helemaal waterdicht omdat mensen die thuis komen te overlijden niet worden meegerekend. Het meest betrouwbare getal is de oversterfte afkomstig van het CBS. Deze cijfers komen echter – net als alle coronadata – met een aantal weken vertraging.

Omdat er geen aanwijzingen zijn dat Nederland te kampen heeft met een dodelijkere mutatie van het virus en wordt ingezet op extra tests, lijkt de IJslandse situatie ook voor Nederland – en de rest van Europa – plausibel. Met 2100 dodelijke slachtoffers op 7 april, een case fatality rate van 1 procent en de vertraging van 19 dagen, zou dit betekenen dat Nederland op 17 maart meer dan 200.000(!) coronapatiënten telde. Op 17 maart lag het aantal vastgestelde diagnoses echter op ‘slechts’ 1705. Dit zou betekenen dat nog geen procent van alle besmette Nederlanders destijds in beeld was bij het RIVM. En dit is dan ook precies de reden waarom dit cijfer niet langer als betrouwbaar gezien werd. Dit zou een verklaring kunnen zijn voor het relatief hoge sterftecijfer in Nederland terwijl dit in Duitsland min of meer even hoog terwijl daar bijna tienmaal zoveel positieve diagnoses zijn gemeld. Beide landen kampen bovendien (nog) niet met een overbelast zorgstelsel zoals in Italië gebeurde.

Geen Titanic-taferelen in Nederland

Om zoveel mogelijk ellende te voorkomen, moet de omvang in kaart gebracht worden. De Nederlandse regering wil dit bereiken met veel meer testcapaciteit, projecten als de Coronaradar van het LUMC, de gegevens van het NIVEL, ‘slimme’ apps die bewegingen van coronapatiënten tracken zoals in Singapore en Zuid-Korea gebeurt en medewerking van de bevolking die zich houdt aan de richtlijnen op het gebied van hygiëne, zelfisolatie en social distancing.

Pas als op basis hiervan betrouwbare cijfers bekend zijn, kan beleid gemaakt worden. Het belangrijkste uitgangspunt is dat het aantal mensen dat een patiënt besmet onder de 1 blijft, zodat het virus uitdooft. Inmiddels zou dit getal volgens Jaap van Dissel op zo’n 0,3 liggen. Festivalseizoen gered? Dat is behoorlijk voorbarig omdat de omvang nog steeds niet helemaal duidelijk is en dit aantal weer kan stijgen als de restricties te vroeg worden geschrapt.

Hoe je deze omvang nog beter in kaart kan brengen? Met terugwerkende kracht het aantal ziekenhuisopnames op gemeenteniveau wereldkundig maken. Zo kan iedere onderzoeker, programmeur of journalist meehelpen om het heden te duiden op basis van gegevens uit het verleden om onderbouwde voorspellingen van de toekomst te maken. Het stoppen van een pandemie blijft immers een teamsport.