Met het blote oog is het erg lastig en arbeidsintensief om te zien of planten gezond zijn. Drones en AI, daarentegen, zijn daar juist bij uitstek geschikt voor en kunnen planten tot op de millimeter analyseren. Unmanned Valley maakt samen met partners gebruik van drones en slimme AI-algoritmen om zieke tulpen en hyacinten te herkennen. “Boeren hoeven niet langer hun hele veld overmatig te besproeien met bestrijdingsmiddelen,” zegt community manager Dietmar Lander.
Waarom je dit moet weten:
AI kan in heel veel sectoren van toepassing zijn, zo ook in de landbouw.
Boeren gebruiken gewasbeschermingsmiddelen om hinderlijke ziektes, plagen of onkruid in gewassen te voorkomen of te bestrijden. Overmatig gebruik van deze middelen brengt echter risico’s met zich mee voor onder andere de waterkwaliteit en biodiversiteit. Het aantal toegestane bestrijdingsmiddelen neemt in de Europese Unie dan ook in rap tempo af. Deze maatregelen zijn onderdeel van de European Green Deal. Veelbelovende alternatieven bleven tot nu toe echter uit. Gelukkig kan AI een helpende hand bieden.
Stel: er staan honderdduizend tulpen op een veld. Als er één ziek exemplaar gedetecteerd wordt, besproeit de bloementeler alle tulpen met bestrijdingsmiddelen. Dat moet beter kunnen, dachten ze bij ‘Remote Sensing voor Sierteelt’, een gezamenlijk project van Unmannend Valley, Greenport Duin- en Bollenstreek en NL Space Campus. “We sturen een drone met met een camera het veld in, verzamelen data, laten AI vervolgens de data analyseren en kunnen dan precies vaststellen: deze plant is niet gezond, en deze wel.” Het model is specifiek getraind om botrytis (een schimmel) bij tulpen en hyacinten te herkennen. De verwachting is dat – met enkele relatief kleine aanpassingen – ook andere ziektes op te sporen zijn bij andere gewassen. De testvelden waar de drones overheen vlogen – op een van de velden staan meer dan een miljoen hyacinten – bevinden zich in de Duin- en Bollenstreek.
In de toekomst willen de partijen dronedata combineren met satellietbeelden en actuele gegevens over de bodem en het weer. “Het voeden van AI met meer data zal het systeem uiteindelijk veel slimmer maken”, aldus Lander. Tot dusver ging er al veel energie en tijd zitten in het trainen van de AI, vertelt hij. “We hebben steeds om een kaartje moeten aantikken welke hyacinten er ‘normaal’ uitzien en welke ziek zijn, om de AI deze taak aan te leren. Hoe meer data de AI ‘gevoerd’ kreeg, hoe beter de AI zijn werk kon doen.”
Minder bestrijdingsmiddelen, minder kosten
Met behulp van drones en AI kunnen boeren de gewasbeschermingsmiddelen dus doelgerichter toepassen. Maar de nieuwe methode brengt meer voordelen met zich mee, legt Lander uit. “Je bespaart aanzienlijk veel kosten als je minder middelen hoeft in te kopen. Ook bespaar je arbeidskosten, omdat je minder mensen op het land nodig hebt om uit te zoeken wat er mis is met de oogst.”
Dit is een artikel uit ons magazine IO Next: AI for good. Dat AI een steeds groter deel uitmaakt van ons leven, is een gegeven. Maar welke impact zal deze technologie in de toekomst hebben op ons leven? Deze editie staat in het teken van precies die vraag.
Haken en ogen
Lander en zijn collega’s halen veel energie uit het project. “We krijgen enthousiaste reacties van boeren uit de buurt. Dat geeft een steuntje in de rug om onze technologie verder te ontwikkelen.” Toch kent het project de nodige hobbels, bijvoorbeeld op het gebied van regelgeving. “In Nederland moet de dronepiloot altijd zicht hebben op de drone, die binnen een bereik van pakweg 500 meter moet blijven. Hier en daar zijn er uitzonderingen, maar de regelgeving in Nederland zorgt ervoor dat projecten zoals die van ons moeilijk van de grond komen.” In Duitsland of Denemarken is er al veel meer mogelijk.
Onlangs overhandigde Unmanned Valley een manifest aan het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat over dit onderwerp. “We hebben de minister gevraagd om ermee aan de slag te gaan.” Lander verwacht dat de wetgeving uiteindelijk veranderd zal worden. “Wij kunnen niet achterblijven op andere Europese landen.”
Een lange to-do list
En er staan nog veel meer punten op het prioriteitenlijstje. “Zo zitten we te denken aan het ontwikkelen van een gebruiksvriendelijke app die boeren gewoon kunnen downloaden in de Play Store. Uiteindelijk moet elke boer onze oplossing eenvoudig zelf kunnen gebruiken. Boeren schaffen de drone aan, en de drone voert vervolgens autonoom zijn missie uit. Hij brengt alle punten in kaart, landt in de dronebox en gaat vervolgens naar het volgende veld. Simpel als dat.”
Ook zijn Lander en collega’s aan het experimenteren met verschillende dronetypen. “Voor het project hebben we tot nu toe een huis-tuin-en-keuken drone gebruikt. Maar we testen nu ook met een grotere drone van het bedrijf ATMOS UAV uit Katwijk. Deze is gespecialiseerd in het in kaart brengen van grote gebieden.”
Zodra de regelgeving, het systeem en de app op orde zijn, weet Lander zeker dat het project in de toekomst heel veel Nederlandse percelen in kaart gaat brengen. “Als we met behulp van technologie onze biodiversiteit kunnen beschermen, dan moeten we daar vol voor gaan.”