Het ligt er een beetje aan welk onderzoek je erbij pakt, maar gemiddeld wordt de slagingskans van een start-up op zo’n 20% geschat. Acht van de tien beginnende ondernemingen faalt dus. Bij sommige categorieën, zoals deeptech en medtech, ligt dat mogelijk zelfs nog wat ongunstiger. Dat heeft alles te maken met de lange doorlooptijden: de periode tussen ideevorming en break-even moet met reeksen investeringen overbrugd worden.
Hoe complexer de machine en hoe ingewikkelder de regelgeving voor een marktintroductie (vooral in de medische industrie is dit aan de orde), des te lastiger start-ups het hebben om investeerders te vinden voor die overbruggingstijd.
Als het bouwtraject lang is, zijn er immers veel meer factoren die van invloed zijn op de voortgang en wordt het voor een investeerder lastiger de succeskansen goed te kunnen inschatten. Het gaat bovendien niet alleen om diens risicobereidheid, maar ook om een goed begrip van het product zelf. Simpel gezegd: wat is ervoor nodig om het beoogde product daadwerkelijk te bouwen en in de markt te zetten? Een investeerder zal eerder snappen wat er moet gebeuren om een nieuw appje voor een hotelservice te bouwen, dan een chirurgische robot die op afstand mensen kan opereren, een scanapparaat dat met een spervuur van neutronen op atoomniveau de inhoud van een container kan bepalen, of een laser ter vervanging van glasvezel.
Dubbeltje op z’n kant
Microsure, Dynaxion en Aircision – want daar hebben we het over in bovenstaande voorbeelden – zijn exponenten van hardware start-ups uit de Brainportregio die continu de blaren op hun tong moeten praten om de investeerders duidelijk te maken hoe belangrijk hun innovaties zijn. Dat dat niet altijd lukt, is logisch. Het is vaak een dubbeltje op z’n kant, waarbij de overredingskracht van de oprichter minstens zo belangrijk is als meer inhoudelijke aspecten zoals teamsamenstelling, marktkansen en de technische bijzonderheden.
Lightyear heeft daar ook veel last van. Natuurlijk kan iedereen zich in grote lijnen een beeld vormen van het product dat Lex Hoefsloot en zijn ruim 600 medewerkers voor ogen staat. We rijden allemaal in een auto en kennen daardoor voorbeelden genoeg om onze verbeelding te voeden. In die zin was het voor Lightyear makkelijker dan voor pakweg Dynaxion om het gedroomde doel voor het voetlicht van potentiële geldschieters te brengen. Maar los daarvan blijft de kans dat het lukt om ze in voldoende mate hun portemonnee te laten trekken historisch gezien enorm klein. Ook in de automotive sector zijn succesverhalen – à la Tesla – uitzonderlijk. En dat geldt helemaal als je met je product letterlijk het wiel opnieuw wil uitvinden. Want Lightyear mag dan vooral bekend zijn vanwege de zonnecellen, de aandrijving in de vier wielen is minstens zo baanbrekend als de panelen op het dak.
Perfectie als vijand van het goede
En daarmee noemen we nog maar twee van de technologische hoogstandjes die Lightyear in petto had. De machine die in Helmond is bedacht zit er vol mee en sommige mensen zeggen dat juist dat aspect de start-up heeft dwarsgezeten. Perfectie is soms echt de vijand van het goede: door te blijven priegelen aan de verdere verbetering van je idee voordat er iets verkocht wordt maak je de ‘window of success’ vanzelf kleiner. Er valt namelijk altijd wel wat te verbeteren en zo kom je nooit de markt op. De opeenstapeling van uitgestelde lanceringen waar Lightyear in grossierde de afgelopen jaren lijkt daar ook op te wijzen: ruim twee jaar geleden had de eerste auto al aan de eerste koper moeten worden uitgeleverd. Ok, Lightyear is daarin niet uniek (Elon Musk kwam met Tesla ook nooit zijn leveringsbeloftes na), maar dat maakt het niet minder kwalijk.
Voor de goede orde: het gebruik van de verleden tijd in dit artikel betekent niet dat Lightyear de handdoek helemaal in de ring heeft gegooid. Maar heel goed ziet het er niet uit momenteel. Vandaag werd het faillissement uitgesproken over het grootste deel van de Lightyear-activiteiten. Het model-0 wordt niet meer gebouwd en het is nog maar de vraag of dat voor de opvolger (model-2, een voor de consument veel goedkopere versie) ooit nog het geval zal zijn. Er wordt druk gesproken met mogelijke nieuwe investeerders die het geheel of delen van de boedel willen overnemen. Ook nu zal het dus aankomen op de overtuigingskracht van Hoefsloot en zijn curator.
Redding door de regio
MT Sprout liet al zien dat er grofweg vier scenario’s zijn, de een wat realistischer dan de ander. Een van die scenario’s (samenwerking, mogelijk met VDL) raakt aan een andere optie: redding door de regio. Geluk bij een ongeluk is immers dat Lightyear onderdeel vormt van misschien wel het hechtste high tech ecosysteem van Europa: Brainport Eindhoven. Deze regio heeft met bedrijven als Philips, ASML, VDL, NXP en Prodrive niet alleen heel veel ervaring met de deeptech maakindustrie maar heeft eveneens laten zien bovengemiddeld hoge succesratio’s voor start-ups te realiseren. Innovation Origins en Strategy Unit onderzochten afgelopen zomer de ontwikkeling van de oud-winnaars van een Gerard & Anton Award en konden zodoende vaststellen dat hun succesgraad niet 20% of lager was, maar eerder in de richting van de 75% liep (download hier het hele rapport).
Met andere woorden: naast de tongblaren van Lex Hoefsloot zou Lightyear ook nog wel eens plezier kunnen hebben van de kracht van de waardeketen van maakbedrijven in de directe omgeving. Onrealistisch? Het is al eens eerder vertoond: het in 1984 opgerichte ASML had in 1992 een acuut geldprobleem. Faillissement was heel dichtbij. Philips bleek de redder: met een lening van 36 miljoen gulden werd ASML door de valley of death heengetrokken. De tijden zijn – ook financieel – wel wat veranderd; Lightyears branchegenoten als Faraday Future, Rivian en Fisker laten zien dat de investeringen momenteel eerder in de miljarden moeten lopen.
Stoere anekdotes
Dat laat onverlet dat juist dit scenario volop zal leven in de hoofden van de ruim 600 Lightyear-medewerkers. Binnenkort zullen we zien of dat ook geldt voor die van de regionale topbestuurders, die voor hun eventuele enthousiasme ook steun zullen willen krijgen van Invest-NL. Dat dit fonds ooit opgericht werd door de huidige burgemeester van Eindhoven is – bij een succesvol vervolg – over pakweg tien jaar alvast goed voor een paar stoere anekdotes.