Getooid met 3D-brillen staan de landelijke vertegenwoordigers van het Nationaal Techniekpact woensdagochtend naar een beeldscherm te turen. Op de monitor in het Experience Centre van chipmachinefabrikant ASML wordt per onderdeel uitgelegd hoe de lithografietechniek werkt. Door de bril lijkt het alsof elk onderdeel vlak voor de groep in het luchtledige zweeft. Een bende basisschoolkinderen rent lachend en gillend voorbij.
Op initiatief van ASML krijgen de leden van het pact een rondleiding door het gebouw. Niemand stoort zich echt aan de kinderen. “Die zijn juist het belangrijkst voor de sector”, aldus pactaanjager Doekle Terpstra.
Sinds Terpstra in mei 2014 aantrad als aanjager van het Nationaal Techniekpact is er al veel bereikt, zegt hij. “We hebben een omslag in het denken van mensen teweeg gebracht.” Techniek wordt niet meer gezien als baan van het verleden, maar als branche voor de toekomst. Maar misschien nog wel belangrijker: “We hebben massieve instroom van studenten bereikt.”
Die instroom is op het universitair techniekonderwijs zelfs zo groot, dat de vier Nederlandse technische universiteiten uit hun voegen dreigen te barsten. Zo kondigde de TU Eindhoven vorig jaar numerus fixus aan voor vier bacheloropleidingen.
Een probleem dat volgens de universiteiten makkelijk opgelost kan worden. In een gezamenlijke oproep aan de politiek pleiten ze voor meer geld. Ze willen investeringen oplopend tot 450 miljoen euro per jaar.
“Geld is een middel, geen doel.”
Terpstra gelooft er niet in: “Geld is een middel, geen doel. De universiteiten moeten vooral laten zien dat ze creatief kunnen zijn en oplossingen zoeken door samen te werken.” En als er extra geld komt, dan toch eerst voor MBO- en VMBO-scholen. “Op het MBO dreigt een docententekort van 2500 man te ontstaan en Nederland kent steeds meer plekken waar bijna geen VMBO-techniekonderwijs te vinden is. Bijvoorbeeld in Noord-Holland.”
Terpstra pleit voor opschaling en uitbreiding van het techniekpact om de dreigende tekorten het hoofd te bieden. Het nieuwe kabinet zou van het pact een akkoord moeten maken, vergelijkbaar met het energieakkoord. “We genereren dan nog meer trekkracht voor techniekonderwijs en technici op de arbeidsmarkt.”
Ook het primaire onderwijs moet volgens de aanjager nog meer aandacht besteden aan techniek. Want, ondanks de massieve instroom becijferde het Researchcentrum voor Onderwijs en Arbeidsmarkt dat de vraag naar technici in 2020 tweemaal zo hoog zal zijn als het aanbod. “Mijn doel is dat elk kind op de basisschool al in aanraking komt met de mogelijkheden van techniek.”
En wat dat betreft geeft ASML het goede voorbeeld. Het Experience Centre is dag na dag afgevuld met klassen die spelenderwijs leren over technologie. In totaal zo’n 15.000 kinderen per jaar. Toch heeft ook de chipmachinefabrikant nog wat winst te boeken. Slechts 13 procent van personeelsbestand is vrouw.
Foto Norbert van Onna