Burgemeester John Jorritsma greep zijn nieuwjaarsreceptie aan voor een ferm statement: alleen met een grootschalige herindeling kan Eindhoven de vuist maken die nodig is om het voorzieningenniveau en de ontwikkeling van betere verbindingen op orde te krijgen. Zaken die hard nodig zijn om aantrekkelijk te blijven voor internationale talenten. Niet iedereen bleek even gecharmeerd van de aanbevelingen van de burgemeester. In een korte serie peilden wij de reacties in het innovatieve ecosysteem binnen Brainport Eindhoven. Vandaag: Frans Schmetz, directeur van de High Tech Campus.
Hét grote voordeel van een bestuurlijke samenvoeging ligt volgens Frans Schmetz in het tempo van besluitvorming. “Laat ik een voorbeeld noemen. Een paar jaar geleden waren we in gesprek over een betere verbinding tussen ASML en de High Tech Campus, iets dat mij al jaren een doorn in het oog is. Er ligt al een soort verhard pad, het zou toch mogelijk moeten zijn om dat te verbeteren, zou je denken. Maar ja, Eindhoven is maar verantwoordelijk tot De Hogt en Veldhoven vanaf dat punt. En dat betekent simpelweg dat er allerlei verschillende overleggen nodig zijn om tot besluiten te komen. In dit geval met als gevolg dat er geen besluit kwam. Nog steeds niet.”
Het is maar ‘n voorbeeld, zo benadrukt Schmetz. “Onder aan de streep is het gewoon: hoe meer overleggen, hoe minder besluiten. Als er door een herindeling wat overleggen zouden kunnen vervallen, helpt dat ons dus per definitie. En voor de duidelijkheid: het gaat niet om de kwaliteit van de mensen in die overleggen hè. Dat zijn allemaal prima mensen, of ze nu verantwoordelijk zijn voor pakweg Bergeijk of voor Eindhoven. Maar ze komen, gewoon vanwege de aard van hun taakopdracht, op voor verschillende belangen. En dat maakt het spel ingewikkelder en ons allemaal minder slagvaardig.”
Minder voordeel verwacht Schmetz van een herindeling als het gaat om de vuist die de gemeente wil maken in Den Haag. “Natuurlijk, als we groter zijn dan Utrecht, komen we vanzelf bij de G4 aan tafel – al zal dat dan ook meteen de G5 worden. Maar betekent dat dan ook dat een HSL met Düsseldorf eerder in beeld komt? Of dat we meteen een eigen Rijksmuseum krijgen in Eindhoven? Dat de verbindingen met de Randstad beter worden? Ik vrees van niet.”
Schmetz heeft het al vaker geroepen: juist betere voorzieningen en verbindingen zijn hard nodig om Eindhoven aantrekkelijk te maken voor buitenlandse talenten. “We zijn tenslotte maar een kleine, onaantrekkelijke stad als je ons vergelijkt met Brussel, München, Londen of Amsterdam. We halen duizenden expats hiernaartoe op basis van de inhoud van het werk, maar om ze te behouden is meer nodig. Het verleggen van de gemeentegrenzen gaat daar niet een-twee-drie bij helpen.”
Zoals CEO Daan Kersten van Additive Industries eerder deze week aangaf, heeft de regio ook volgens Schmetz behoefte aan enkele grote projecten. “En daar kunnen we de hulp van de Rijksoverheid goed voor gebruiken. Kijk hoe Utrecht het drama van de Uithof, het universiteitsterrein, heeft aangepakt. Dat was een afgelegen gebied, moeilijk bereikbaar en ‘s avonds gewoon onveilig. Voor 80 miljoen komt er nu een sneltram die het gebied met de stad verbindt. Kijk dan eens naar ons: op onze eigen Zuidas werken 25.000 hoogopgeleide kenniswerkers, voor wie alleen een slechte busverbinding klaar staat. Geen wonder dat iedereen de eigen auto blijft pakken.”
Een aanzet voor een oplossing heeft Schmetz ook al: “Zorg ergens in de buurt van De Hogt voor een hypermodern Transferium, van waaruit het vliegveld, ASML, de High Tech Campus en de binnenstad via hoogwaardig openbaar vervoer met elkaar verbonden worden. En ja, voor zo’n project heb je het Rijk hard nodig. Het moet maar eens afgelopen zijn met hun reactie dat zo iets dan maar helemaal uit private middelen moet komen. Tot nu toe krijgen we steevast dat antwoord, misschien dat dat toch net iets anders wordt wanneer we groter zijn dan Utrecht.”