Een paar weken geleden kreeg ik een persbericht van Land Life Company in mijn mailbox met het volgende nieuws: ‘Het Nederlandse bedrijf zal in 2020 zo’n drie miljoen bomen gaan en planten en daarmee naar schatting drieduizend hectare aangetast land gaan herstellen.’ „Wellicht interessant om iets mee te doen”, luidde de bijgevoegde opmerking van de marketingafdeling.
Bij deze dan voor de lezers van Innovation Origins, die het bedrijf eerder heel kort voorbij zagen komen toen ik tijdens de klimaattop in Madrid zelf een boom van ze mocht planten.
Niet eens te mooi om waar te zijn
Nu is het tijd om Land Life zelf in het middelpunt te zetten. Want ze verrichten bijzonder innovatief én duurzaam werk door in Spanje, de VS en Australië grote stukken braakliggend land her te bebossen met een ingenieus businessmodel dat er voor zorgt dat met het planten van inheemse boomsoorten CO2 uitstoot van bedrijven wordt gecompenseerd. En het lijkt niet eens te mooi om allemaal waar te zijn.
Al dachten verschillende Spanjaarden aanvankelijk dat ze voor de gek werden gehouden toen een clubje Nederlanders een paar jaar geleden met het voorstel kwam om in Castilië en León ‘gratis’ bos te komen planten. Het enige wat het bedrijf ervoor terug wilde was ‘de claim’ op dit natuurherstel. Daarmee verkoopt Land Life zijn ‘diensten’ aan derden. Het plan om in het noordwesten van Spanje ‘natuur te maken’ komt deels uit de koker van Jurriaan Ruys, baas van Land Life. Zijn onderneming leek in 2017 nog weg te kwijnen, maar geldt nu als voorloper in een sector waarvoor de belangstelling met sprongen is toegenomen: bomen planten.
Ruys ziet Land Life als een pionier in wat hij „een nieuwe Oklahoma Land Rush” noemt. Ditmaal gaat het erom grote stukken land te vinden waar je goed bomen kunt planten. Die halen kooldioxide uit de lucht, wat de opwarming van de aarde vermindert. Wereldwijd zou twee miljard hectare moeten worden beplant om de grootste klimaatproblemen het hoofd te bieden.
Bomen planten gebeurt al eeuwen, maar Land Life doet het volgens Ruys op duurzame wijze. ‘Zijn’ bossen zijn volgens hem opgewassen tegen natuurrampen of bosbranden.
Bij uitstek geschikt voor natuurherstel
Het Nederlandse bedrijf heeft het hele proces in eigen hand genomen. Van zoeken van grond, via planten van twintig soorten bomen, tot volgen van de groei met behulp van de modernste technologie. Ruys acht Spanje bij uitstek geschikt voor natuurherstel. Zo’n 11 miljoen hectare braakliggend land zou er bebost kunnen worden. Geplante bomen bij het plaatsje Fresno del Río gelden als lichtend voorbeeld. Ruys: „We moeten vaak eerst aan de slag met een regio om te bepalen waar we kunnen planten. Daarna gaan we met de lokale overheden praten en sluiten we een raamovereenkomst, waarin we bijvoorbeeld vastleggen dat het bos niet mag worden gekapt. En dat de mensen het vruchtgebruik houden.”
De autoriteiten en inwoners van Fresno del Río geloven inmiddels in het plan en koesteren de bomen in wording. Intussen koestert Ruys op zijn beurt de wens van bedrijven die willen meehelpen de CO2-uitstoot terug te dringen en willen pronken met zijn bomen. Want dáár ligt de levensverzekering van Land Life, dat dit jaar winst moet gaan draaien. Ruys: „Sommige klanten willen het liefste officieel aantonen dat ze klimaatneutraal zijn. Anderen vinden het belangrijk in hun jaarverslag te kunnen melden dat ze met duurzaamheid bezig zijn. En er zijn ook bedrijven die actief willen zijn met ‘hun’ eigen bos. We hebben het allemaal in de aanbieding.”
Lees hier de eerdere columns van Koen Greven over Spaanse innovatie.