Geen twijfel mogelijk. Geuren hebben invloed op ons brein. Als we iets ruiken, dan komen opeens herinneringen boven. Het geeft een positief gevoel. Of, als het onaangenaam ruikt, slaan we er juist door op de vlucht. Onderzoekers van de Justus-Liebig-Universiteit Gießen (JLU) hebben vastgesteld dat geuren bij mensen ook een rol spelen bij de oriëntatie. Ze plaatsen een soort wegwijzer in je brein, zodat je weet wat de juiste richting is.
Andere artikelen over hersenonderzoek vindt u hier.
Iedereen weet dat honden, katten en veel andere dieren zich oriënteren aan de hand van geuren. Tot dusver ging men er niet vanuit dat dit ook bij mensen het geval kon zijn. Er waren om die redenen ook nauwelijks studies naar dat fenomeen. Daar hebben PD Dr. Kai Hamburger en Prof. Dr. Markus Knauff wat aangedaan. De cognitie-onderzoekers kwam tot een verrassende slotsom. Mensen vinden dankzij hun reukzin veel beter de weg dan eerder werd aangenomen, zo ontdekten ze in een experimenteel onderzoek.
Oriëntatie met de neus
De beide psychologen lieten proefpersonen in een virtueel doolhof de weg zoeken. De keuze om in dat labyrint links of rechts te gaan, konden ze uitsluitend bepalen aan de hand van hun reukzin. De proefpersonen moesten bijvoorbeeld onthouden dat ze bij de geur van een citroen linksaf moesten slaan en bij de geur van vis rechtdoor moesten gaan. De resultaten van de deelnemers aan de test waren indrukwekkend. Bijna 70 procent van de besluiten over de juiste richting bleken correct. Opmerkelijk was dat het fenomeen ook werkt met een onbekende geur, waarvan de deelnemers niet direct konden vaststellen waarvan die afkomstig was. Zoals bijvoorbeeld vanille, of nagellakverwijderaar.
De wetenschappers hebben de volgende verklaring voor hun bevindingen. Het is al langer bekend dat mensen en dieren zogenaamde cognitieve kaarten opslaan in de hippocampus, een zeer oude hersenstructuur. Deze “landkaarten” worden ook wel interne navigatiesysteem genoemd. Ze kunnen worden voorzien van oriëntatiepunten. Dat betekent dat ze opvallende gebouwen of andere zaken bevatten, waarmee een persoon zich kan oriënteren.
Belang van geuren voor mensen onderschat
“Eerdere studies van onze onderzoeksgroep hebben al aangetoond dat naast visuele objecten, ook geluiden zoals lawaai op de bouwplaats of geblaf van honden de functie van oriëntatiepunten kunnen vormen,” aldus Kai Hamburger. “Wat nu nieuw is, is dat ook geuren dus oriëntatiepunten kunnen zijn. We kunnen ons geuren herinneren. Dat helpt ons de weg te kunnen vinden.”
Het onderzoek toont aan dat het belang van geuren voor de mens tot nu toe is onderschat. De onderzoekers zien ook al concrete toepassingen. Bijvoorbeeld hoe geuren het welzijn van inwoners van steden kunnen beïnvloeden. Zij plaatsen wel een kanttekening. Er zijn in de afgelopen jaren proeven geweest met geuren in winkels. De bedoeling was om door middel van geuren mensen tot kopen aan te sporen. Dat effect wordt niet door dit onderzoek bevestigd. Zo was er een experiment waarbij een chocoladegeur in de boekhandel inderdaad de aankoop van liefdesromans bevorderde. Maar de verkoop van misdaadromans – eigenlijk het product met de hoogste omzet – daalde daardoor juist sterk. De reactie op een geur is namelijk heel individueel. En niet iedereen vindt ook elke geur even aangenaam.
De onderzoekers hebben hun bevindingen gepubliceerd in het tijdschrift Cognitive Science. U vindt de publicatie hier.