Tien Eindhovense startups zijn bekroond met de Gerard & Anton Award 2016. Volgens de jury van de prijs hebben deze tien alles in zich om in de voetsporen van Gerard en Anton Philips te komen, 125 jaar geleden de eerste echt succesvolle startup in deze regio. Elke dag brengen we er een in beeld. Vandaag: IBIS Power.
Hier alles over de Gerard & Anton Awards
Duurzaam stroom opwekken hoeft niet met een windmolenpark ver in de zee. Nee, het kan ook gewoon in de stad. Dat bewijst IBIS Power met PowerNest, een systeem dat op het dak van gebouwen geplaatst wordt en energie opwekt via een combinatie van wind en zon. “Hoogbouw van vijftien verdiepingen met een PowerNest er bovenop wekt 85% van de energie op die het nodig heeft”, vertelt Alexander Suma.
De Jury:
Na jaren ontwikkelen is IBIS er eindelijk in geslaagd de eerste commerciële windturbine te lanceren (en verkopen). Een doorbraak om windkracht in de stedelijke omgeving toe te passen.
Enthousiast begint Suma te vertellen over ‘zijn’ PowerNest. “Wind wordt binnengehaald en door een soort trechter geleid, waardoor de luchtstroom sneller naar de turbine gaat. Hierdoor draait de turbine sneller en is hij dus effectiever. Bovendien zitten er op het dak van het systeem zonnepanelen, zodat er optimaal van iedere energiebron wordt geprofiteerd. PowerNest levert drie keer zoveel energie op als enkel zonnepanelen.”
In zijn kantoor in het Klokgebouw laat Suma wat foto’s zien, gephotoshopte PowerNests op bekende gebouwen. “Naast de duurzaamheid, ziet dit er ook gewoon goed uit. Kijk dan, het past goed bij het gebouw.” Afgelopen maand vond IBIS Power de eerste klanten: Rabobank Nederland en de Deense hoofdstad Kopenhagen gaan het systeem plaatsen. “Het doel is om in april 2017 tien klanten te hebben en we zijn nu hard op weg. Er lopen in Nederland gesprekken voor een wijk in Rotterdam en in het buitenland kijken we naar Aruba, Spanje en Duitsland.”
De eerste schets?
Het idee ontstaat in 2008 als Suma in Miami bezig is met zijn PhD. Toen hij een keer voor langere tijd weg moest, zette hij nietsvermoedend zijn airco uit. “Ik kreeg een boos telefoontje van de landlady: Of ik gek was geworden om mijn airco uit te zetten? Blijkbaar gaan die huisjes rotten door de warmte en vochtigheid, wist ik niet. Maar dat zette me wel aan het denken. Al die airco’s die in het warme Miami heel de dag staan te blazen. Het kan flink waaien aan de east-coast, dus ik dacht: wat nou als je die wind kunt gebruiken om energie op te wekken?”
Geniaal plan?
Het blijkt zo’n geniaal plan, dat de universiteit van Miami meteen een patent voor hem aanvraagt. “Zelfs mijn moeder mocht het nog niet weten”, blikt Suma terug. Dat het zo’n vaart zou lopen had hij niet verwacht. “Ik wilde het idee in Hawaii presenteren, maar wachtte nog op de uitslag van de patentaanvraag. Pas tijdens een tussenstop op LAX airport kreeg ik de bevestiging binnen. Dat was een hele maffe tijd.” Suma neemt een slok van zijn water en moet lachen: “Ik heb gepresenteerd voor gouverneur Crist in California, hij moest natuurlijk een non-disclosure agreement tekenen, want het idee stond nog in de kinderschoenen. Dat was de eerste keer dat iemand hem zoiets had durven vragen.”
Voor Suma breekt een drukke tijd aan, hij combineert de ontwikkeling van PowerNest met het schrijven van zijn thesis. Hij bereidt een aanvraag voor financiering voor, en schopt het tot de finale, maar grijpt uiteindelijk naast de financiering. “Dat was jammer, want dat geld had ik goed kunnen gebruiken om een prototype te kunnen maken.”
Vanuit Europa krijgt Suma vervolgens een Marie Curie fellowship-beurs, hij besluit terug te keren naar Eindhoven. Inmiddels is het team versterkt met Dr. Rossella Ferraro. De TU/e is geïnteresseerd in het werk van de twee, ze krijgen een plek aangeboden. “Hier konden we de aerodynamica van een prototype testen en valideren. Maar op een gegeven moment ben je uitontwikkeld bij de Universiteit. Ze zien het als een onderzoek en aan een onderzoek zitten conclusies, dus rond je iets af. Toen heb ik besloten mezelf in de storm te zetten en de challenge aan te gaan om een bedrijf op te zetten. Inmiddels hadden we ook de Herman Wijffels prijs en TEDx Amsterdam Award gewonnen en kregen we van het Nederlandse subsidieorgaan STW de Valorization Grant Phase II. Met dit geld konden we de eerste stappen financieel voorzien.”
Toekomst?
Naast terugblikken kijkt Suma ook graag vooruit. “Het gaat allemaal heel snel veranderen. Je ziet het bijvoorbeeld bij aannemers. Je hebt één groep die graag wil innoveren en het anders wil doen, maar er is ook een groep die liever op de oude voet verder gaat. We zitten nu ook met energiemaatschappijen om de tafel, zij beseffen nog niet wat voor verandering wij teweeg kunnen gaan brengen.”
Volgens Suma ziet de energiemarkt er in 2030 heel anders uit, misschien is energie dan wel gratis voor iedereen. “Het is voor ons een doel om energie voor iedereen beschikbaar te maken, ook voor de allerarmsten op de wereld. Het tweede product dat we in 2020 op de markt willen brengen, zou een enorme oplossing kunnen bieden aan gebieden zoals de Filipijnen. Daar kun je geen zonnepanelen of windmolens neerzetten, die gaan allemaal stuk door de typhoons die over de eilanden razen. We hebben een mobiel energiestation ontwikkeld in een zeecontainer, dat volledig uitklapbaar is. Je zou er qua energie 4 Nederlandse gezinnen van kunnen voorzien. Als er een typhoon in aantocht is klap je het systeem weer in. Momenteel maken we deze oplossing voor een markt iets dichter bij huis, namelijk voor festivals. Je ziet vaak dat ze een enorm energieprobleem hebben plus ze gebruiken ook nog eens alleen maar vervuilende dieselgenerators. Dat is op een kleine manier bijdragen aan verandering. Maar dat is nog maar het begin.”
Alexander Suma heeft nog een kort advies voor startups:
Als je dit artikel leuk vindt, lees dan ook:
