Kunstmatige intelligentie (AI) wordt algemeen erkend als een van de meest ontwrichtende technologieën die momenteel in ontwikkeling zijn. Ondanks het bestaan van een Europese AI-strategie die in 2018 is geformuleerd, draait het recente nieuws over AI uit Europa vooral om regelgeving en niet zozeer om technologische vooruitgang.
In slechts zes maanden sinds de lancering van ChatGPT heeft het AI-landschap een aanzienlijke transformatie ondergaan. De nieuwe toegankelijkheid van AI voor niet-technische personen heeft onze kijk op deze technologie veranderd, wat heeft geleid tot een golf van nieuwe AI-toepassingen. Van robotjournalistiek tot het bijwerken van je cv, de mogelijkheden van AI lijken geen grenzen te kennen.
Het epicentrum van deze snelle vooruitgang is ongetwijfeld de Verenigde Staten, waar grote techbedrijven strijden om de suprematie van AI. China blijft ondertussen niet ver achter met Baidu’s Ernie bot.
In deze wervelwind van ontwikkelingen is de Europese Unie (EU) echter opvallend afwezig. Er is geen Europese AI-leider en het continent bevindt zich in een defensieve positie en probeert op de rem te trappen in een wereld die razendsnel vooruitgaat.
Het Europese AI-landschap
Hoewel Europa misschien niet voorop loopt bij de ontwikkeling van AI, ontbreekt het niet helemaal aan innovatie. Het is echter belangrijk op te merken dat veel van de prominente AI-projecten, Bard en ChatGPT, hun oorsprong vinden in de Verenigde Staten.
Sommige modellen, zoals LLaMA van Meta, een onderzoeksinstrument dat de toegang tot AI-taalmodellen moet democratiseren, zijn open source. Hoewel LLaMA niet rechtstreeks vergelijkbaar is met ChatGPT of Bard, effent het de weg voor potentiële AI-ontwikkelingen in Europa. Start-ups kunnen deze modellen gebruiken om hun eigen AI-diensten te lanceren. Het momentum is er echter nog niet.
Ondanks de hoge ambities van de EU voor digitale transformatie en invoering van AI in verschillende landen, lijkt AI-innovatie achter te blijven. In 2021 maakte slechts 28% van de grote EU-bedrijven gebruik van AI en slechts 8% van alle bedrijven.
Regelgeving en financieringsuitdagingen
Het Europese regelgevingslandschap werpt extra hindernissen op voor de ontwikkeling van AI. In het EU-beleidsprogramma voor het digitale decennium is 127 miljard euro van de 490 miljard euro van de post-pandemische faciliteit voor herstel en veerkracht gereserveerd voor digitale transformatie, zodat tegen 2030 75% van de bedrijven gebruik maakt van cloud computing, AI of big data. Toch is het mogelijk dat deze ambitieuze doelstellingen niet worden gehaald vanwege het kleine percentage van het bbp dat is toegewezen (minder dan 1%) en de noodzaak van geprioriteerde strategieën op nationaal niveau, stimuleringsmaatregelen voor kleine en middelgrote ondernemingen en aanzienlijke investeringen in opleiding.
De EU lijkt een gebrek te hebben aan bedrijven die de ontwikkeling van AI kunnen leiden. Consumentgerichte digitale diensten zijn een zwak punt voor Europa sinds het internet eind jaren ’90 populair werd. Dit is gedeeltelijk toe te schrijven aan de risicomijdende aard van de Europese investeerders, die doorgaans eerst het bewijs van een concept willen zien voordat zij middelen toezeggen. In de VS daarentegen heerst een “kunnen we dit doen”-mentaliteit, waarbij de “moeten we dit doen”-vraag pas later komt.
De komende EU-regelgeving inzake AI kan het gebruik ervan verder beperken. De algemene verordening gegevensbescherming (GDPR) garandeert dat EU-gebruikers recht hebben op toegang, rectificatie, uitwissing, beperking van de verwerking, gegevensportabiliteit, bezwaar en het recht om geautomatiseerde besluitvorming af te wijzen. Bedrijven worden bestraft als AI-trainingsgegevens EU-gebruikers verhinderen deze rechten uit te oefenen. ChatGPT van OpenAI en Bard van Google hebben problemen ondervonden om aan de GDPR-vereisten te voldoen, wat heeft geleid tot tijdelijke verboden en uitsluitingen van de EU-markt.
AI-concurrentie en samenwerking
Ondanks de hindernissen kunnen Europese bedrijven nog steeds profiteren van de vooruitgang van internationale AI-leiders. Naarmate de AI-markt groeit, kan een samenwerking tussen Europese bedrijven en mondiale AI-leiders een haalbare strategie zijn om concurrerend te blijven. Door gebruik te maken van de innovaties en ontwikkelingen van gevestigde AI-grootmachten kunnen Europese bedrijven AI-technologieën overnemen en aanpassen aan regionale behoeften en taaldiversiteit. Deze strategie vergroot echter de afhankelijkheid van grote Amerikaanse technologiebedrijven.