Misschien omdat we allemaal de romantische kant van het start-up-leven een beetje te goed kennen, vergeten we wel eens na te denken over de financiële kant. Hoe kom je aan geld om je bedrijf te starten? Katja Hilckmann, EY Associate Partner, en Inge Dinnessen, EY Manager, laten ons zien dat elke fase in je ontwikkeling om een andere aanpak vraagt. Zoals: ga in de eerste fase niet naar een traditionele bank en betaal nooit vooraf een subsidieadviseur.
Je hebt een innovatief idee en…. ja, wat dan? Op Beyond Tech, HighTechXL’s grote evenement rond “het revolutionaire potentieel van high tech”, bespraken Dinnessen en Hilckmann de financieringsmogelijkheden en wat er verwacht wordt van startende ondernemers. “Wees je bewust dat de financiering van innovatie geen gemakkelijk te plannen proces is”, zegt Dinnessen. “Je zou misschien denken: als je eenmaal een prototype hebt, ga je naar een financier die je geld geeft voor de validatie ervan. Na een maand ga je terug om nieuw geld te vragen dat je in staat stelt om je team op te bouwen. Volgende maand: nieuw geld voor het schrijven van het businessplan en tenslotte vraag je het geld om naar de markt te gaan. Helaas is de roadmap voor startende bedrijven niet zo logisch als dit. In het echte leven is het een hobbelige weg vol successen en tegenslagen en nieuwe financiële behoeften op momenten dat je ze niet zou verwachten”.
Dinnessen en Hilckmann nemen hun publiek stap voor stap mee en vragen voortdurend om voorbeelden en ervaringen. Vanaf de fase van bootstrapping (“volledige controle, dat is leuk, maar beperkte mogelijkheden”) via Friends Fools and Family (“vind de mensen die er echt in geloven!”) naar de wereld van crowdfunding, business angels en venture capital. En daar midden tussenin de modderige wereld van subsidies. “Heeft iemand hier ooit geprobeerd om geld in te zamelen met overheidssubsidies? Verschillende handen in de lucht. “Niet zo gemakkelijk als je dacht, of wel?” Inderdaad, de ervaringen van deze groep met subsidies zijn op zijn zachtst gezegd gemengd. “Het lijkt gemakkelijk geld, maar dat is het niet. Subsidies zijn erg moeilijk, en zelfs als je er een krijgt, moet je presteren – zo niet, dan moet het geld terug.”
“Bekijk je verhaal vanuit het oogpunt van een investeerder. Welke impact ga je maken met je oplossing? Wat zit er in voor degenen van wie je geld vraagt?”
Iemand in het publiek roept dat daarvoor toch ook adviesbureaus zijn. “Pas op”, waarschuwt Hilckmann. “Er zijn veel cowboys in die wereld. En áls je door een van hen geholpen wilt worden, zorg er dan voor dat je alleen betaalt als ze succesvol zijn. Accepteer nooit een factuur op voorhand.” Interessanter kan het zijn om de lokale subsidiemogelijkheden te bekijken. “Zoals bijvoorbeeld bij Metropoolregio Eindhoven. Maar niet alleen daar: de meeste regio’s hebben hun eigen lokale stimuleringsmaatregelen.”
Business angels (“helaas zijn ze vrij moeilijk te vinden….”) en durfkapitaal zijn instrumenten voor een latere fase in de ontwikkeling van een start-up. “Net zoals de bank dat is. Je zult zien dat dit meestal zeer risicomijdende instellingen zijn, dus je moet echt bewezen hebben dat je product een succes kan worden.”
Tot slot hebben Dinnessen en Hilckmann nog wat advies over hoe je moet pitchen. “Natuurlijk concentreer je je op je product en wat voor probleem dit gaat oplossen. Maar vergeet niet om je specifieke publiek aan te spreken. Bekijk je verhaal dus vanuit het oogpunt van een investeerder. Welke impact ga je maken met je oplossing? Wat zit er in voor degenen aan wie je geld vraagt?”