Het Massachussets Institute of Technology (MIT) in Boston is de meest vooraanstaande universiteit op het gebied van techniek in de wereld. Hueting: “Waar ze daar nu mee bezig zijn, gaan wij over een paar jaar mee werken. Ik ga naar Boston om te kijken wat daar gebeurt en hoe we het kunnen vertalen naar onderwerpen die passen bij Fontys.”
Ze realiseert zich heus dat Fontys een ander soort instituut is, waar vooral toegepast onderzoek gedaan wordt. “Maar dat betekent niet dat het er niet toe doet om de nieuwste ontwikkelingen te volgen. Vooral ook: om naar manieren te zoeken om die ontwikkelingen binnen te halen in je eigen werkomgeving.”
Snijvlak van biologie en technologie is hot and happening
In de vorm van nieuwe opleidingen, bijvoorbeeld. Zo wordt er op het MIT al jaren gepraat over het grote belang van het snijvlak tussen biologie en techniek, weet Hueting. “Afgelopen week is weer heel duidelijk naar voren gekomen dat die twee sectoren elkaar in steeds grotere mate gaan beïnvloeden. Zo gaat de biologie nieuwe impulsen geven voor het maken van nieuwe materialen, maar andersom gaan ontwikkelingen binnen bijvoorbeeld moleculair- en DNA-onderzoek razendsnel door AI en de snelheid van computers waarmee data genereerd wordt. Dat snijvlak is hier echt hot and happening. Dat is voor mij best een eye opener, naar mijn weten wordt daar in Nederland nog niet zo veel over gepraat.”
Fontys is van plan om een toegepaste biotechnische opleiding te starten. En dus nam Hueting een labmedewerker van Fontys mee naar Boston om te kijken hoe het laboratorium eruit moet komen te zien en hebben ze een medewerker van MIT bereid gevonden die gaat helpen met het opzetten van zo’n lab.
Inspiratie opdoen en contacten leggen
Het is dit jaar voor het eerst dat naast Janne Reessink, die verantwoordelijk is voor de eerste contacten met MIT, ook vier Fontys medewerkers en vier studenten meegingen. “Best spannend, maar het is heel goed uitgepakt. We gaan nu met nog meer kennis terug naar Eindhoven. Onze studenten zijn gisteravond uit geweest met studenten van het MIT. Ik heb nog niet gehoord hoe het is afgelopen”, vertelt Hueting lachend. “Maar dat is wel de bedoeling: dat ook medewerkers en studenten hier inspiratie opdoen en contacten leggen. Want we kunnen het wel allemaal gaan vertellen, maar dat ze het zelf zien en ervaren is van veel grotere waarde.”
“Het snijvlak tussen biologie en technologie is hier echt hot and happening. Dat is voor mij best een eye opener, naar mijn weten wordt daar in Nederland nog niet zo veel over gepraat.”
Ella Hueting
Opzetten van een social hub
Ook het opdoen van inspiratie en advies voor het opzetten van een social hub is een belangrijk doel van de reis. Bij het MIT werd in 1985 een medialab opgericht, om ontwikkelingen in nieuwe media te stimuleren. Hueting: “Daar hadden ze het toen al over filmen op een mobieltje. Ze liepen écht enorm voor. Toen al.”
Fontys wil in diezelfde lijn een lab oprichten, maar dan met een focus op het maatschappelijke vraagstuk anno 2023: klimaatverandering en de energietransitie. “Dat betekent je gaat samenwerken met mensen vanuit verschillende disciplines om te kijken hoe je kunt komen tot nieuwe ontwikkelingen die helpen om grote maatschappelijke problemen op te lossen. We hebben gesproken met Glorianna Davenport, medeoprichter van het fameuze MIT medialab. Zij denkt met ons mee en geeft advies.”
Kunst en technologie
Een van de andere doelen van de MIT-reis, is de verdere ontwikkeling van MakersPlayce. Deze creatief-technische ontmoetingsplek werd in 2019 geopend en is het resultaat van een samenwerkingsverband tussen MIT en Fontys.
Bij MIT werken ze al jaren met Makerspaces. Het idee is dat studenten het lab runnen en dat allerlei disciplines – technologie, engineering, wiskunde, kunst – samenkomen en werken aan projecten voor bedrijven.
Dat kunst en technologie bij elkaar komen, is iets waar Hueting zich bij Fontys hard voor maakt. “Hoe langer ik dit doe, hoe meer ik ervan overtuigd ben dat die combinatie heel waardevol is. Ingenieurs zijn vaak getraind om methodologisch te werk te gaan, terwijl kunstenaars juist vaak intuïtief werken. Als je die twee werelden laat samenkomen, ontstaan er mooie dingen.”
Vier studenten van Fontys die betrokken zijn bij MakersPlayce hebben in Boston dus gezien hoe het er daaraantoe gaat. Ook was er een afspraak met een medewerker van MIT die onderzoek doet naar veiligheid in de labs. Een belangrijk spanningsveld: bij het ontwikkelen van machines is veiligheid een groot aspect, maar je wilt ook niet dat innovatie vastloopt door bureaucratische procedures.
Lifelong Kindergarten
Ook was er een afspraak met Mitchell Resnick, professor binnen de onderzoeksgroep Lifelong Kindergarten van MIT. Onderzoekers kijken daar hoe je creativiteit bij kinderen kunt stimuleren met behulp van techniek. De nieuwste ontwikkelingen bij Lego, komen bijvoorbeeld van deze onderzoeksgroep.
Resnick schreef een boek, waarmee hij wil inspireren om technologie in te zetten om mensen te helpen bij nieuwe ontwikkelingen op het gebied van digitalisering, legt Hueting uit. “Niet iedereen kan alle ontwikkelingen bijbenen, die transitie is niet voor iedereen even makkelijk. Resnick wil op speelse wijze kinderen in aanraking brengen met techniek.”
Bij Fontys werkt onderzoeker Lorna Minkman aan een boek waarin ze pabo-studenten wil aanmoedigen om techniek in te zetten in hun lessen, ook zij ging mee naar Boston.
Indrukwekkend
De bezoekjes aan het MIT blijven, ook bij de vijftiende keer, indrukwekkend. Maar het heeft Hueting ook doen inzien hoe goed we het in Nederland voor elkaar hebben. “Het MIT heeft de beste studenten ter wereld. Ze zijn heel slim, ongelooflijk ambitieus en rijk. Dat is ook goed, al die omstandigheden maken dat de universiteit een pionier is. Maar het mooie aan Nederland is dat onderwijs voor iedereen is. Fontys is er niet voor de happy few. Wij leiden niet alleen maar Nobelprijswinnaars op, en juist dat is ook heel waardevol.”