In de wekelijkse rubriek ‘follow-up’ geven we een vervolg aan het best gelezen artikel van afgelopen week. Deze week over de statistieken van het RIVM. IO-journalist Jelmer Visser houdt al sinds het uitbreken van de coronacrisis een dagelijkse kaart bij met onder andere het aantal besmettingen per gemeente. Maar bijna twee weken geleden werd hem – en vele andere datajournalisten en (amateur) statistici – dat onmogelijk gemaakt. Hoe dat kwam?
Vanaf 31 maart besloot het RIVM niet langer het aantal besmettingen per gemeente bekend te maken, maar voortaan af te gaan op het aantal bevestigde ziekenhuisopnames per gemeente. Want dat is volgens het RIVM een betere indicatie om te achterhalen hoe het virus zich verspreid. Met deze methode hoopt het RIVM sneller te achterhalen waar de R0 van het virus ligt – het gemiddelde aantal mensen dat door één ziek persoon besmet raakt.
Vanaf woensdag 8 april was het aantal positieve gevallen per gemeente ineens wel weer terug te vinden op de site van het RIVM. Volgens een woordvoerder was de vraag naar deze cijfers zo groot dat het Rijksinstituut besloot deze weer te delen. “Maar nog steeds zeggen deze cijfers weinig. Als je kijkt naar het aantal positieve gevallen per gemeente is het in feite een onderschatting van de situatie. Niet iedereen met klachten wordt getest, dus in werkelijkheid ligt het aantal besmettingen veel hoger. Door te kijken naar het aantal opnames en IC-patiënten, krijg je een realistischer beeld van de werkelijkheid.”
Technologie beschikbaar stellen
Joris Bak werkt bij Esri Nederland. Waar hij normaal gesproken potentiële klanten informatie verstrekt over hun producten, is Bak nu onderdeel van het Disaster Response Program om de gevolgen van het coronavirus in kaart te brengen. “Bij Esri stellen we GIS-technologie beschikbaar om de wereld beter te kunnen begrijpen met behulp van kaarten. GIS staat voor Geografisch Informatie Systeem. Onze klanten werken normaliter aan opgaven waaronder klimaat, luchtkwaliteit of woningnood. Maar tijdens een ramp of crisis stellen we onze technologie kosteloos beschikbaar”, legt Bak uit. Op de NL COVID-19 Hub deelt het bedrijf verschillende dashboards en api’s om uit brondata gemakkelijk de juiste gegevens te halen of inzichtelijk te presenteren. Ook zij baseren zich hiervoor op de cijfers van het RIVM en werken daarnaast samen met diverse data-partijen om de informatie zo betrouwbaar mogelijk aan te bieden.
“We zijn wel selectief in de partijen waarmee we samenwerken”, legt Bak uit. Er verschijnen alleen cijfers die gecheckt zijn of van officiële bronnen komen. “Voor deze hub werken we samen met een aantal partners. Cyclomedia rijdt met auto’s met 360 graden camera’s rond. Hierdoor kun je bijna heel Nederland in foto’s terugvinden. Deze data zijn beschikbaar op de hub. Het kan voor organisaties die actief zijn in de crisisbeheersing interessant zijn om bepaalde locaties te onderzoeken zonder daarbij naar buiten te hoeven gaan. Hulpverleners kunnen bijvoorbeeld met deze informatie onderzoeken hoe ze op een veilige manier huisbezoeken kunnen afleggen. En voor toezicht en handhaving kunnen vooraf locaties bekeken worden om in te schatten of er een hoger risico is op samenscholing of het niet kunnen naleven van de 1,5 meter afstand.”
Ook werkt Esri samen met het Kadaster en Locatus. ”Het Kadaster is een data-autoriteit en zij stellen data-experts beschikbaar in de strijd tegen COVID-19 om (data)vragen die zij direct en via ons krijgen uit te zoeken. Heel concreet: zij weten waar alle crematoria en begraafplaatsen in Nederland liggen. Locatus is de dataspecialist op het gebied van retail. Zij hebben allerlei gegevens over de locaties van verkooppunten, bijvoorbeeld van supermarkten. Waar liggen de winkels? Welke keten? Hoe groot is het winkeloppervlak? Normaal verkopen ze deze informatie voor bijvoorbeeld concurrentie-analyse. Maar nu delen ze die informatie openbaar via de NL COVID-19 Hub om deze crisis aan te pakken. Want als je weet hoe groot een supermarkt is kun je ook bepalen hoeveel mensen er maximaal tegelijk aanwezig mogen zijn om veilig op 1,5 meter afstand boodschappen te kunnen doen.”
Verschillende databronnen aanboren
Dat het RIVM de cijfers over aantal besmettingen per gemeente niet meer deelde, was voor de verschillende dashboards ook even lastig. “Veiligheidsregio’s, provincies en tal van andere organisaties kijken naar deze cijfers, ze vergelijken ze met de dagen ervoor om beleid op af te stemmen. Ook al geeft het volgens het RIVM geen realistisch beeld van de werkelijkheid vanwege het testbeleid, je kunt er wel een trend in waarnemen. Als je ziet dat gemeente A heel hard wordt getroffen, kan gemeente B, waar je minder bevestigde besmettingen ziet, hier maatregelen tegen nemen of op anticiperen. Een virus houdt natuurlijk geen rekening met die gemeentegrenzen. Wat in gemeente A speelt kan een voorbode zijn wat voor gemeente B ook kan gaan spelen als maatregelen niet goed worden nageleefd. We zijn het er wel over eens overigens dat ziekenhuisopnames een realistischer beeld geven van de werkelijkheid en impact van het virus. Dat het RIVM echter van de een op andere dag de gegevens die het beschikbaar maakt wijzigt, maakt het wel heel erg lastig voor afnemers van deze gegevens om op een robuuste wijze, slimme innovatieve data-toepassingen te realiseren.”
De cijfers die Esri Nederland presenteert op de hub komen altijd van gecheckte bronnen. “We baseren ons op gegevens van het RIVM en zijn blij dat ze vanaf 8 april ook weer het aantal bevestigde gevallen per gemeente delen. Wij hebben van heel veel mensen reacties gehad op onze dashboards en waarom we de bevestigde besmettingen niet meer actualiseerden en alleen de ziekenhuisopnamen. Vanaf 8 april dus ook weer de bevestigde besmettingen. Het is alleen jammer dat we nu een gat in onze data hebben voor de tussenliggende periode. De virologische gegevens van het RIVM ondersteunen we met beschikbare geografische data. Waar liggen speeltuinen, parken of andere openbare gelegenheden. Dit zijn belangrijke gegevens voor lokale overheden die moeten handhaven op de nieuwe regels.”
Crowdsourcing
Een derde bron waar Esri Nederland nog niet mee werkt, maar wel over nadenkt, kan van burgers komen. Zogenaamde crowdsourcing. “Het zou dan bijvoorbeeld kunnen gaan om hoe mensen zich voelen en wat voor klachten ze hebben. Maar dit zijn erg subjectieve waardes, vandaar dat we daar op dit moment nog niets mee doen. In deze tijd is het belangrijk dat het niet gaat om speculaties. Maar informatie van huisartsen kan bijvoorbeeld wel heel nuttig zijn. Dus ik hoop echt dat naast de bevestigde besmettingen vanuit testen er ook een registratie komt van vermoedelijke besmettingen die huisartsen registreren en in geaggregeerde vorm kunnen delen”, legt Bak uit.
Het RIVM geeft aan dat de testcapaciteit beperkt wordt opgeschroefd, waardoor je volgens Bak tegelijkertijd een stijging in het aantal besmettingen ziet. “Dat kan een vertekend beeld geven, maar als je dan ook kijkt naar het aantal vermoedelijke gevallen die een huisarts ziet, kun je een patroon ontdekken. Dat is een tweede laag achter de gegevens van het RIVM, want zoals ze zelf ook aangeven: het aantal bevestigde besmettingen is maar het topje van de ijsberg. Om tot de juiste inzichten te komen voor een transitiestrategie is het waardevol om meer van de totale ijsberg te gaan zien, vanuit een geografisch perspectief. Zodat landelijk, regionaal en lokaal de juiste beslissingen genomen kunnen worden.”