Je kunt deze dagen geen krant open slaan zonder bange berichten over bedrijven die omvallen of zzp’ers die het eind van de maand niet gaan halen. Het kabinet zet alle zeilen bij om de schade nog enigszins te beperken. We blijken ineens een stuk kwetsbaarder te zijn dan we dachten.
Maar wat je wel ziet is dat we ondanks de kwetsbaarheid die we nu ervaren, we met zijn allen ook ontzettend flexibel zijn en creatief omgaan met de nieuwe omstandigheden. Hoe naar, bizar of andere negatieve woorden die je aan deze crisis ook geeft, er is altijd iets positiefs uit te halen. Van start-ups die scholen bijstaan om onderwijs online door te laten gaan tot wetenschappers die naarstig zoeken naar een vaccin.
Ook is er het grotere plaatje. – waar Merien Ten Houten, een van onze oprichters al een column over schreef – Hoe gaat de wereld er uitzien na deze coronacrisis? Gaan we straks weer door waar we gebleven waren of gaat er echt iets veranderen? Volgens Yuval Noah Harari, historicus en schrijver van de boeken ‘Sapiens’, ‘Homo Deus’ en ‘21 lessen voor de 21e eeuw’ staan we als mensheid voor een belangrijke keuze. Harari hoopt dat we kiezen voor samenwerking en wereldwijde solidariteit. Alleen dan kunnen we volgens hem deze crisis – en nog komende rampen – de kop indrukken. (hier het hele artikel, ook door de mooie fotografie een aanrader.)
Leren van crisis
Wie ook kansen ziet in deze lastige periode is arbeidsfuturoloog Arjen Banach. Banach onderzoekt ‘op eigen houtje’ hoe bedrijven werken en hoe ze dit op een toekomstgerichte manier kunnen doen. Hierover schreef hij ‘De organisatie vibe’ waarin hij zes principes beschrijft voor toekomstgericht werken. “Wat er nu gebeurt, heeft impact op heel veel mensen. Het is nu vooral belangrijk dat zieke mensen worden geholpen. Maar we kunnen hier ook heel veel van leren.”
Volgens Banach is onze manier van werken opgebouwd als een soort piramide van blokken, waar iedere nieuwe werkwijze voort borduurt op de vorige procedures: “Het is een vaste manier van werken waar we allemaal aan gewend zijn. Vaak is deze manier niet bedacht door werknemers, maar komt dit van de bovenste laag van een bedrijf.”
Door het virus dat bijna iedereen thuis houdt, valt deze vertrouwde manier van werken weg. Hierdoor moeten mensen ineens iets nieuws verzinnen, legt Banach telefonisch tijdens een wandeling uit. “Iedereen heeft wel een eigen idee hoe dat gedaan zou kunnen worden. Wat je nu vooral ziet, is dat jonge bedrijven als start-ups of bedrijven in de technische sector snel in staat zijn om zich aan te passen. Maar ook grote bedrijven blijven niet achter. Dingen als op afstand werken, worden nu in recordtempo opgezet. Doordat de noodzaak er nu is, zie je dat we eigenlijk heel flexibel kunnen zijn.”
Agenda ineens een stuk minder vol
Ook biedt deze crisis, volgens hem ruimte voor reflectie. “Om me heen hoor ik dat mensen het een stuk rustiger hebben. Terwijl ze voorheen altijd bezig waren met – in hun ogen – urgente zaken. Maar ook nu zie je dat veel bedrijven gewoon doorlopen. Deze tijd geeft afstand om na te gaan of waar je mee bezig was, echt zinvol is. Want blijkbaar kan het toch wel anders.”
Ik wil mensen aanzetten tot denken. Mensen moeten voor zichzelf nagaan of het werk dat ze doen zinvol is. Of dat dit ook op een andere manier kan. ” Arjen Banach
Hoe zorgen we ervoor dat we na de coronatijd, niet overgaan tot de orde van de dag? “Dit vraagt dat mensen kritisch kijken naar waar ze mee bezig zijn. Het vraagt een rebelse mindset van werknemers. Sta ik op als ik zie dat het anders kan of volg ik instructies? Want de manier van werken zoals we die nu kennen, hoeft niet altijd de beste manier te zijn. Hierin is ook een belangrijke rol voor het management weggelegd. Want werknemers kunnen wel vinden dat het anders moet, maar zij lopen op een gegeven moment toch tegen een muur op.”
Of er misschien bepaalde beroepen gaan verdwijnen, daar wil Banach zich niet aan wagen: “Dat heeft ook geen zin, ik wil geen voorzetje geven. Maar ik wil mensen aanzetten tot denken. Hoe naar de situatie ook is, we kunnen dit als een kans zien. Je kunt hier lering uit trekken. Misschien zijn er straks wel minder kantoorpanden nodig omdat op afstand werken prima gaat.”
Cyclus tussen zelfvertrouwen en angst
Jempi Moens, psycholoog en bedrijfsadviseur sluit zich voor een groot deel aan bij Banach. Samen met de Universiteit van Gent ontwikkelde hij een model om inzicht te krijgen in gedrag en behoeftes van de maatschappij. “Uit meer dan 40 jaar onderzoek komt naar voren dat de mentale ontwikkeling van de maatschappij in een golfpatroon beweegt tussen zelfvertrouwen en angst. De tijdsgeest waarin we zitten bepaalt hoe we reageren op gebeurtenissen zoals nu op het coronavirus.”
Volgens Moens was de houding ten opzichte van de sars-uitbraak heel anders dan nu het geval is: “Toen heerste een mentaliteit van ‘we can beat it’, toen was het zelfvertrouwen veel hoger. Nu is de reactie over het algemeen paniekeriger. Het lijkt alsof de wereld vergaat, we luisteren naar de overheid. De attitude is compleet anders.”
Het solidariteitsgevoel en het besef dat we niet zonder elkaar kunnen wordt door deze huidige crisis alleen maar versterkt. Dat zie je nu al met alle platforms die uit de grond schieten om elkaar te helpen. Niet om er aan te verdienen, maar omdat mensen zich nuttig willen maken. “Jempi Moens
Dit komt dus niet perse door de coronacrisis alleen, want Moens legt uit dat magazinecovers van bladen als Der Spiegel en Time al anderhalf jaar angstigere covers laten zien. “Je ziet dat mensen meer behoefte hebben aan zekerheid, structuur en samenzijn. Die golf was al gaande, maar nu door het coronavirus komt dit omslagpunt wel in een versnelling.”
Wereld positief veranderen
Maar hoe onzeker en angstig deze tijden ook zijn, Moens verwacht dat er uit de coronacrisis ook positieve dingen voortkomen: “Je ziet het al onder start-ups en veel jonge ondernemers. Ze willen de wereld, mooier, slimmer, groener of whatever maken. Het gaat over doen en ze willen het samen doen. Ze spelen geen bedrijfje voor eigenbelang maar willen ten goede iets veranderen. Dat solidariteitsgevoel en het besef dat we niet zonder elkaar kunnen wordt door deze huidige crisis alleen maar versterkt. Dat zie je nu al met alle platforms die uit de grond schieten om elkaar te helpen. Niet om er aan te verdienen, maar omdat mensen zich nuttig willen maken.”
Dit besef gaat er aan bijdragen dat mensen meer oog krijgen voor écht contact, meent Moens: “We gaan het menselijke contact, het samenzijn of het praatje met je collega bij de koffie-automaat meer waarderen. Ik hoop dat mensen straks niet meer vragen ‘alles goed?’ maar ‘hoe gaat het met je?’. In de psychologie luidt de theorie dat wanneer je de routine doorbreekt er ruimte komt voor nieuw gedrag. Dat is in deze tijd een hoopgevende gedachte. Op dit moment reageren we nog vanuit adrenaline, we willen aanpakken en helpen. Maar over een paar weken komt er ruimte voor reflectie. Dit leidt tot ruimte voor creativiteit en inzichten. Ik denk ook dat er maatschappelijke discussies op gang zullen komen. Ik ben geen econoom, maar ik denk het waarderen van het lokale en intieme in een stroomversnelling komt. Waarom is het zo dat we 80 procent van ons vlees exporteren bijvoorbeeld?”