Author profile picture

Zodra een boot in het water ligt, groeit het onderwaterschip vol met mos en algen, waardoor het oppervlak verruwt. Dat zorgt er dan weer voor dat er meer weerstand is, schepen langzamer varen en meer brandstof gebruiken. Om de groei van dat onderwatergespuis te beperken, wordt de onderkant voorzien van een speciale verflaag: antifouling. Het grote nadeel is dat dit product tot de meest toxische verfsoorten behoort die er bestaan. Jaarlijks komt alleen al door de Nederlandse pleziervaart zo’n 600.000 liter van dit giftige materiaal in de natuur terecht. 

Eureka-moment

Rik Breur, eigenaar van Finsulate en liefhebber van duiken, droomde van een manier om het onderwaterleven te beschermen tegen de schadelijke stoffen die varende schepen in het zee-ecosysteem achterlaten. Een kleine twintig jaar geleden beleeft hij tijdens het duiken een eureka-moment als hij een zee-egel ziet. Alle gladde oppervlakken krijgen onder water te maken met aanslag, maar stekelige oppervlakken blijven schoon.

Hij gaat aan de slag met het ontwikkelen van een milieuvriendelijke folie met stekeltjes. Het resultaat wordt FInsulate: een samentrekking van fiber (oftewel: stekeltjes) en insulation (isolatie). Breur: “De folie vormt een fysieke barrière tegen aangroei, zonder dat er giftige stoffen, biociden of zware metalen in verwerkt zijn.” Uiteindelijk ontwikkelde Breur een soort tapijt dat bestaat uit talloze kleine, constant bewegende nylon naalden. Of, in andere woorden, een soort stekelhuid doordat kleine vezeltjes omhoog steken op de folie. Naast nylonvezels bestaat die stekelhuid uit een lijm op waterbasis en polyesterfolie. De folie is zo vormgegeven, dat het de vaart niet of nauwelijks vertraagt.

Internationale groei 

Zijn uitvinding werkt zo goed, dat hij er in 2019 de European Inventor Award mee wint. Sinds die prijs is er volgens Breur “eigenlijk te weinig” gebeurd. Het plan was om in te zetten op internationale groei, maar Covid-19 gooide roet in het eten. “Eigenlijk merken we pas sinds dit jaar weer dat de groei internationaal doorzet. Inmiddels hebben we flink wat partners die de folie zelf aanbrengen en hoef ik zelf niet meer onder de boten te liggen. Dat is ook leuk, maar dan ben je niet genoeg met de groei van je bedrijf bezig. Nu doe ik weer wat ik moet doen.” 

Het idee is dat scheepswerven de folie afnemen en aanbieden bij booteigenaren. Maar, om daar te komen, moet de ondernemer wel zelf eerst de markt openbreken en laten zien dat Finsulate werkt. “Het duurt even voordat de werven ons product adviseren. Maar als ze dat eenmaal doen, ben je binnen.”

Lange adem 

Dat Breur over een lange adem beschikt, is een ding dat zeker is. Al sinds 2005 is hij bezig met het concept en hij heeft meerdere markten betreden – en weer verlaten. “Eerst de viskwekerijen, toen de beroepsvaart. Maar het sloeg niet aan. In 2017 zijn we ons volledig op de pleziervaart gaan focussen. Het was voor het eerst dat het product wel aansloeg. Die doelgroep heeft er geld voorover en wil de impact die ze hebben op het milieu graag zo klein mogelijk houden.” Inmiddels komen de klanten naar hem toe, in plaats van andersom. Aan opgeven heeft hij nooit gedacht. Zijn belangrijkste drijfveer? “Geloven dat het anders moet. Dat gif moet het water gewoon niet in.”

“Ik geloof dat het anders moet. Dat gif moet het water gewoon niet in.”

Rik Breur

Daarnaast ziet de ondernemer dat ook de beroepsvaart langzaam bijtrekt. “Iedereen praat tegenwoordig over emissieloos varen. Maar eigenlijk hebben ze het over CO2-neutraal varen. Want als je giftige antifoulingverf gebruikt, stoot je biociden en microplastics uit en vervuil je nog altijd flink.” 

Het plan is om minimaal vijf tot tien procent van de wereldmarkt te veroveren. “Er zijn nu tien partijen die een giftig product verkopen. Dan moet het wel heel raar lopen als een niet-giftig product, met vergelijkbare prestaties, niet minstens vijf procent van de markt kan innemen”, besluit Breur vastberaden.