Author profile picture

Een paar weken geleden meldde een groot Duits medium dat de Chinese markt voor Duitse elektrische voertuigen nogal bescheiden was. De verkoopcijfers zouden ongelooflijk laag zijn en Chinese kopers zouden meer geïnteresseerd zijn in binnenlandse producten.

Over deze column:

In een wekelijkse column, afwisselend geschreven door Eveline van Zeeland, Derek Jan Fikkers, Eugène Franken, JP Kroeger, Katleen Gabriels, Bernd Maier-Leppla, Willemijn Brouwer en Colinda de Beer, probeert Innovation Origins te achterhalen hoe de toekomst eruit zal zien. Deze columnisten, soms aangevuld met gastbloggers, werken allemaal op hun eigen manier aan oplossingen voor de problemen van deze tijd. Hier zijn alle voorgaande afleveringen.

Audi, Mercedes, Porsche en zo

Dit is niet echt een verrassing. Het Duitse elektrische autolandschap wordt vooral gekenmerkt door de afwezigheid van de hoogste digitale competentie. De eerste in massa geproduceerde elektrische auto’s van VW, gebaseerd op een “echte” elektrische architectuur genaamd “MEB” (Modularer E-Antriebs-Baukasten – modulair e-aandrijfsysteem), verkopen uitstekend in Europa, maar daarmee sla je in China nog geen deuk in een pakje boter.

Niets voor ‘digital natives’

Dat ligt natuurlijk ook aan de prijzen. De prijs/prestatieverhouding van de VW Stromer is suboptimaal, zelfs in vergelijking met de westerse concurrentie. Hoewel de Duitse techniek hier geweldig is, wordt de ID-serie sinds het begin geplaagd door tekortkomingen aan de digitale kant. Chinese consumenten daarentegen zijn grotendeels “digital natives”.

Nergens ontwikkelt de IT-revolutie zich sneller dan daar. Soms met beangstigende resultaten als het gaat om totale bewaking. Chinese start-ups en autofabrikanten hechten veel belang aan een schone digitale architectuur. Met andere woorden, een besturingssysteem dat het kluwen van de vele “embedded systems” moet ontwarren.

Bovendien denkt men bij autonoom rijden al verder dan SAE-niveau 2 en houdt men zich steeds meer bezig met niveau 3-capaciteiten van de voertuigen. Dit vereist krachtige chips en software-expertise, die de Chinezen in adembenemend tempo verwerven.

Je kunt niet meer zonder de app store

Maar de integratie van “apps” zoals TikTok, Spotify, Netflix & Co is tot nu toe compleet aan de Duitsers voorbijgegaan. Audi heeft net aangekondigd dat het als eerste bedrijf van het VW-concern vanaf de zomer van 2023 een door CARIAD (het softwarehuis van het concern) ontwikkelde app store zal integreren. Geen wonder, want dit is nu een absolute must op de Chinese markt als je daar succes wilt hebben.

Prioriteiten stellen

Men heeft ingezien dat het in de wereld van de verbrandingsmotoren, die hoe dan ook ten einde loopt, niet meer mogelijk zal zijn de Europese en Noord-Amerikaanse topmerken in te halen. Hun toekomst is hoe dan ook zo goed als voorbij. Daarom concentreren ze zich op de digitale toekomst en elektromobiliteit.

Te veel koks verzouten de brij

Daarom is onlangs een consortium opgericht van de bedrijven Mercedes-Benz, Bosch, Valeo, Vitesco, verschillende universiteiten en ZF. Dat samenwerkingsverband gaat met 25 miljoen euro steun van de federale regering een gestandaardiseerde software- en hardware-architectuur voor voertuigen ontwikkelen. Onder het acroniem “AUTOtech.agil” wordt hier voorlopig alleen ‘onderzoek’ gedaan.

Heel goed. Ten eerste is 25 miljoen euro steun op dit gebied een lachertje en ten tweede worden dergelijke pilotprojecten zelden bekroond met (snel) succes. Bovendien creëren ze concurrentie voor middelgrote bedrijven, zoals het Duitse bedrijf 3E-motion Ventures, dat in China een compleet voertuigplatform mocht mee-ontwikkelen met een eigen engineeringssysteem. Daarin is al meer dan 20 miljoen euro geïnvesteerd. Maar dat wordt in Duitsland genegeerd.

Digitale achterstand

Blijkbaar wordt in Duitsland nog steeds geld gestoken in prestigeprojecten om te doen alsof men die achterstand best nog wel kan inhalen. Een voorbeeld uit de hoogtijdagen van de coronapandemie laat zien hoe groot de digitale achterstand eigenlijk is.

Daar bouwde een ‘consortium’ van SAP, Telekom en andere voor het schamele totaalbedrag van 220 miljoen euro een app, die elk middelgroot bedrijf voor een fractie van het geld zou hebben gemaakt. In feite waren de prestaties van de Duitse Corona-app zo slecht, dat hij geen noemenswaardige bijdrage leverde aan het indammen van de pandemie. Deels ook vanwege de hersenloze Europese regelgeving inzake gegevensbescherming (DSGVO) die elke vorm van tracering onmogelijk maakte.

Bovendien liet een analyse van de broncode van de app geen andere conclusie toe, dan dat de federale overheid hier dramatisch was opgelicht. Een middelgroot IT-bedrijf stelde vast dat de prijs voor de app nooit de grens van 1 miljoen euro had mogen overschrijden.

Conclusio

Europa, met name Duitsland, raakt in toenemende mate digitaal achterop. De echte ‘parels’ van het land zijn niet de grote bedrijven, maar het midden- en kleinbedrijf (MKB) dat met een paar miljoen daadwerkelijk het verschil zou kunnen maken. In plaats daarvan wordt het geld door de strot geduwd van de grote dinosaurussen, die amper bijdragen aan de verbetering van de internationale concurrentiepositie. Jammer.