Het was een bijzonder toeval dat we, bij een vak filosofie, net met studenten een hoofdstuk uit Aleksandr Solzjenitsyn zijn De Goelag Archipel aan het lezen waren, toen de oorlog in Oekraïne begon. Solzjenitsyn (1918-2008) was een Russische wis- en natuurkundige die in de straf- en werkkampen van de Sovjetunie belandde. In 1970 won hij de Nobelprijs voor Literatuur. Zijn vreselijke ervaringen met de Goelag schreef hij neer in De Goelag Archipel.
In veel verhalen, zoals die van Disney, is het verschil tussen goed en kwaad zo duidelijk dat het zelfs doorschemert in het uiterlijk van de personages. Bovendien weten ze van zichzelf wanneer ze slecht handelen. “Zo gaat het niet in werkelijkheid!”, schrijft Solzjenitsyn. “Om kwaad te kunnen bedrijven moet een mens er eerst van doordrongen zijn dat het het goede is.” Mensen zijn bijzonder inventief in het vinden van rechtvaardiging voor bedenkelijk gedrag, zoals handelen in naam van een politieke ideologie.
In De Goelag Archipel maakt Solzjenitsyn ook de vergelijking met Duitsland, dat Nazikopstukken berechtte, en Rusland, waar die processen uitbleven. “WAAROM is het Duitsland gegeven de booswichten dáár wèl te straffen en Rusland niét?” vraagt Solzjenitsyn.
“Door over het kwaad te zwijgen, het weg te duwen in het lichaam opdat het maar niet tevoorschijn zal breken ZAAIEN wij het juist en zal het in de toekomst duizendvoudig weer opkomen.” Door het stil te zwijgen laat je mensen tot ‘onverschilligen’ opgroeien, luidt zijn conclusie.
Slecht gedrag heeft altijd slechte gevolgen
Een cruciale manier om een meer ethische maatschappij te verkrijgen, is door ervoor te zorgen dat slecht gedrag áltíjd slechte gevolgen heeft. Als mensen het gevoel krijgen dat ze ermee wegkomen, kan het slechte gedrag ‘voortetteren’ en deel van een ‘cultuur’ worden, zoals bij organisaties met hiërarchische en afhankelijke structuren waar werknemers weinig openheid en zelfs angstcultuur ervaren. Dan wordt het zeer moeilijk om bedenkelijk gedrag
bespreekbaar te maken.
Ethiek valt niet in een flowchart of beslissingsboom te vatten. Ethische richtlijnen en codes mogen nooit als vakjes worden beschouwd die ‘afgevinkt’ kunnen worden; ze zijn de start van een diepgaande discussie, waar de kwaliteit van argumenten doorweegt en waarbij iedereen bereidheid toont om actief de eigen blinde vlekken onder ogen te komen. Soms is het duidelijk hoe je moet handelen, maar de meeste morele dilemma’s zijn dat niet, net omdat waarden met elkaar kunnen contrasteren en er afwegingen gemaakt moeten worden.
Je kan dat niet vereenvoudigen. Dus wees vooral bevreesd als mensen simpele oplossingen beloven. Er is geen shortcut naar ethiek.
Dit is de laatste bijdrage van Katleen Gabriels in de columnreeks ‘Morgen beter’.