About All In On Green
- Founders: Mads Tranders Nielsen
- Founded in: 2018
- Employees: none, only extern
- Money raised: around 700.000 – 800.000 euro’s
- Ultimate goal: Protecting nature from all the waste that ends up in rivers and oceans. We believe we can contribute to the fight for a better world.
De hoeveelheid plastic die elk jaar in de oceaan beland staat gelijk aan het gewicht van 57.000 blauwe walvissen. Negentig procent van dat plastic afval komt in de zee terecht via rivieren. Zodra het afval eenmaal de zee bereikt, verspreidt het snel en is het moeilijk te verzamelen. Daarom richtte Mads Tranders Nielsen start-up All In On Green op en ontwikkelde de SeaProtectorOne: een robot die rivierwater systematisch filtert.
In 2021 reden Nielsen en mede-eigenaar Frank Rosenbjerg om de beurt elke dag zeventig kilometer van hun woonplaats Viborg naar Aarhus en terug. De eerste SeaProtectorOne viste daar in twintig maanden tijd honderdduizend stuks afval uit de rivier die door de stad loopt. Ze registreerden het afval stuk voor stuk. Rosenbjerg: “Zo wisten we precies wat er in het water lag. Ook hebben we laten zien dat ook Aarhus, een van de groenste steden van Europa, een probleem heeft met afval. Niemand had verwacht dat we zoveel afval uit het water zouden halen.”
De honderden autoritjes loonden, de robot heeft van de gemeente Aarhus contractverlenging gekregen tot 2027. In deze aflevering van Start-up of the Day vertellen Nielsen en Rosenbjerg, mede-eigenaar en CCO, hoe ze met hun start-up All-in One Green van plan zijn de wereld een stuk groener te maken.
Hoe zijn jullie op dit idee gekomen?
Nielsen: “Ik kreeg het idee toen ik met mijn gezin op vakantie was in Australië. Daar dreven enorme hoeveelheden afval in een rivier in Melbourne. Het stroomde zo de zee in. Toen dacht ik: als je het er al in de rivier uithaalt, scheelt dat heel veel vervuiling. Dat idee liet me niet los en eenmaal thuis ben ik samen met ingenieurs begonnen met het ontwerpen van een systeem.”
Hoe werkt de SeaProtectorOne?
Nielsen: “De robot bestaat uit een op het land geplaatste toren waaraan een afvalvalarm is bevestigd. De afvalvalarm is uitgerust met een transportband en een filter. De arm past zich automatisch aan het waterniveau aan, zodat het filter zich altijd in het water bevindt en vreemde voorwerpen in het water opvangt. Het filter reikt tot een diepte van dertig centimeter, waar zich het meeste afval bevindt.
De robot heeft geïntegreerde sensoren waardoor het automatisch afval leegt in een container op het land. Het legen van die container gebeurt een keer per dag – of wanneer nodig – door de gemeente. Daarnaast is ‘ie uitgerust met thermische camera’s die alles op of in het water detecteren: boten, surfers, zwemmers. Bij detectie zwaait de robot zijn afvalvangarm uit de weg, zodat vrije doorgang mogelijk is. De robot kan worden aangedreven door zonnecellen, maar kan ook worden aangesloten op het elektriciteitsnet.”
Rosenbjerg: “Het is een modulair concept. Dus we kunnen voor elke rivier een passende SeaProtectorOne maken.”
Inmiddels zijn we zo’n vijf jaar verder. Wat is de huidige stand van zaken?
Rosenbjerg: “De SeaProtectorOne heeft zijn waarde bewezen, zelfs in Aarhus, een van de groenste steden van Europa. We zijn heel blij met de resultaten. Een tweede prototype kan binnen nu en een paar maanden de markt op. Op dit moment praten we met veel gemeenten in Europa.”
Nielsen (lachend): “Europa is pas het begin, we zijn op weg naar werelddominantie.”
Jullie zijn niet het enige bedrijf dat zich toelegt op afval uit rivier- of zeewater filteren. Wat maakt de SeaProtectorOne anders dan andere robots?
Nielsen: “Onze robot is geschikt voor elke rivierbreedte en waterstand en kan ook grote afvalstukken verwerken. Daarnaast kunnen de onderdelen makkelijk vervoerd worden en het gebruik ervan is heel simpel. Ik kan je binnen twee minuten uitleggen hoe je de robot moet gebruiken.”
Wat is de grootste uitdaging geweest?
Nielsen: “Ik vind dat er overal waar de rivier uitmondt in de zee een SeaProtectorOne zou moeten staan. Maar het product dat we hebben ontwikkeld is nieuw. Ik had wel verwacht dat het lastig zou zijn om anderen van ons idee te overtuigen, maar dat ik er een jaar lang elke dag twee uur voor in de auto zou moeten zitten, had ik niet zien aankomen. De eerste resultaten zijn veelbelovend, maar anderen van ons concept overtuigen blijft lastig, mensen zijn sceptisch. Dat neemt niet weg dat ik er van overtuigd ben dat mensen de komende jaren op steeds meer plekken onze robot zullen zien.”