© IO
Author profile picture

De Brainportregio is een belangrijke groeimotor van de Nederlandse economie. Het is dan ook, zowel voor de regio zelf als voor het land, van groot belang om die positie verder te verstevigen. Dat daarmee niet alleen het verdienvermogen toeneemt maar ook talrijke maatschappelijke opgaven kunnen worden aangepakt, maakt dat doel alleen maar relevanter. In een serie van 12 artikelen kijkt Innovation Origins naar de meest in het oog springende vraagstukken binnen dit streven. Leidraad daarbij is het onderzoek ‘Brainport aan de top‘ dat Rabobank in samenwerking met Strategy Unit publiceerde. Vandaag het twaalfde en laatste artikel in deze reeks, waarin we terugblikken op de bevindingen.

De afgelopen drie maanden hebben we, onderwerp voor onderwerp, gekeken naar de mogelijkheden die Brainport heeft om ook over tien jaar nog aan de top te staan. Tijd dus om de balans op te maken, bijvoorbeeld door de meest essentiële aspecten er nog een keer uit te lichten. Deze tien hoofdstukken van het rapport vormden de leidraad voor onze zoektocht:

  1. Original Equipment Manufacturers (OEMs) en de kwetsbaarheid van de keten
  2. Toegang tot en verdeling van kapitaal
  3. De nieuwe OEMs
  4. Internationalisering
  5. Scherpere keuzes maken
  6. Manier van innoveren innoveren
  7. Missiegedreven ondernemen
  8. Talent aantrekken en behouden
  9. Toegankelijkheid voor studenten
  10. Woon- en leefklimaat en de kwaliteit van de stad

De tien hoofdstukken hadden te maken met de drie hoofdopgaven waar Brainport volgens Rabobank voor staat. Hoe werken we aan een robuust ecosysteem, dat minder kwetsbaar is voor internationale dynamiek? Hoe blijven we innovatief vooroplopen? En, hoe blijven we een aantrekkelijke regio om in te wonen en te werken?

Otto Raspe © Rabobank

Aan het begin van de serie spraken we de hoofdonderzoeker Otto Raspe. Hij liet, een dag na Prinsjesdag 2020, zien wat Brainport nodig heeft om aan die opgaven te beantwoorden: diepe investeringen in de zogenaamde sleuteltechnologieën (onder meer via het ‘Nationaal Groeifonds‘) en een ambitieuze aanpak van het woon- en leefklimaat.

Sindsdien heeft Brainport inderdaad een beroep gedaan op het grote investeringsfonds van ministers Hoekstra en Wiebes. Maar in plaats van een aanvraag rond AI en fotonica, zoals Raspe voorstelde, werd het er een voor de ‘Brainportlijn‘, een slim vervoerssysteem in en rond de stad. Dat plan lijkt, hoewel de sleuteltechnologieën er zeker een rol in kunnen spelen, vooral gericht op ondersteuning van het woon- en leefklimaat.

Voor de bank kunnen beide opgaven (investeringen in sleuteltechnologieën en aandacht voor het leefklimaat) niet los van elkaar worden gezien. “Als coöperatieve bank die midden in samenleving staat, houden we oog voor het stimuleren van een aantrekkelijk en vitaal leefklimaat dat onlosmakelijk verbonden is aan de groei van de Brainport-regio. Om de maatschappelijke vraagstukken rondom dat vitale leefklimaat op te lossen, denk aan de energietransitie, woongenot en duurzaamheid, zijn technologische innovaties cruciaal.”

Provinciestad

Rabobank-directievoorzitter Marc Cootjans gaat nog een stap verder. “Deze regio speelt economisch op wereldniveau, maar qua wonen, mobiliteit en voorzieningen zijn we nog niet veel meer dan een grote provinciestad. Er moet op deze gebieden echt een doorbraak komen. Dat is cruciaal. Kijk, al die opgaven zijn belangrijk, maar ze komen pas goed van de grond als ook de stedelijke voorzieningen van wereldniveau zijn. Daarbij gaat het zowel om voldoende betaalbare woningen als om mobiliteit en bereikbaarheid. Daarnaast gaat het om kunst en cultuur: een rijksmuseum, muziek- en theatervoorzieningen: een nog veel bruisendere stad. En hoewel er volop mooie dingen gebeuren in Eindhoven, dat voorzieningenniveau moet gewoon fors omhoog.”

Marc Cootjans, Rabobank

Gevraagd naar steden waar Eindhoven zich door zou kunnen laten inspireren noemt Cootjans München, Amsterdam en Rotterdam. “Regio’s waarmee we economisch op een vergelijkbaar niveau staan, maar die qua woon- en leefklimaat ver op ons voorlopen.” Dat heeft, zo zegt de Rabodirecteur, ook te maken met de organisatie van de Brainportregio. “Die 21 gemeenten, dat zou er natuurlijk eigenlijk maar één moeten zijn. En ik snap ook wel dat dat door allerlei andere processen voorlopig niet aan de orde is, maar je zou wel als één geheel moeten kunnen functioneren. Met een gezamenlijk deltaplan voor woningbouw bijvoorbeeld, een gezamenlijke aanpak van de bereikbaarheid en van voorzieningen op het gebied van kunst en cultuur.”

De belangrijkste opgave is wonen, zegt Cootjans. “Er ligt nu een programma waarbij bijvoorbeeld in de gemeente Eindhoven 3.000 nieuwe woningen per jaar zijn gepland. Het is al moeilijk om dat groeiniveau te halen, maar eigenlijk moet het juist nog omhoog. Bijvoorbeeld naar 5.000 nieuwe woningen per jaar. Er is een gebrek aan woningen op alle niveaus, voor alle sociale klassen, vandaar ook bijvoorbeeld de grote prijsstijgingen van huizen. En die 5.000, dat is niet onhaalbaar hoor. Er is geld genoeg voor beschikbaar, laten we dat deltaplan maar opstellen, samen met bouwbedrijven, grondeigenaren en gemeente.”

Er is volgens Cootjans een onderliggende reden die de focus op voorzieningen en woon- en leefklimaat alleen nog maar nijpender maakt: de zorg voor een goede balans in de stad. “Het woord ‘tweedeling’ valt de laatste tijd weer wat vaker en dat is niet voor niets. Polarisatie is een groot risico, zowel lokaal als mondiaal. Als mensen zich niet meer thuisvoelen in hun omgeving, ontstaan er kampen van mensen die niet meer naar andere kampen luisteren. Het gevolg: polarisatie, versplintering.”

Cootjans steekt om die reden ook buiten zijn werk voor de bank veel energie in de aanpak van armoede- en schuldenproblematiek, een van de factoren die de tweedeling versterken. Tegelijk is hij zich ervan bewust dat het geen Eindhovens probleem is. “Polarisatie kan zomaar leiden tot een openbaar bestuur dat steeds minder goed functioneert. Dat ligt op de loer, kijk maar naar wat je in de Verenigde Staten en het Verenigd Koninkrijk ziet gebeuren. We moeten dat met alles wat we hebben bestrijden en zien te voorkomen. En dé voorwaarde voor een inclusieve samenleving is ervoor te zorgen dat iedereen zich hier thuisvoelt. Dus: zorg voor woningen, voor een goed werkende infrastructuur, schone lucht en een bruisende stad.” 

Banking for Brainport

Voor de Rabobank zelf geeft het onderzoek volop aanknopingspunten voor het eigen beleid. “De inzichten die zijn verkregen uit de interviews en gesprekstafels, die de basis zijn van de geformuleerde 10 opgaven, maakt dat Rabobank zeer gemotiveerd is om de komende jaren transities te ondersteunen om Brainport aan de top te houden”, zo concluderen de onderzoekers in hun rapport. De bank steekt daar ook geld in: de ‘Banking-for-Brainport-agenda’ heeft de ambitie om de komende jaren 1 miljard euro extra in de Brainport te investeren. Daarvan is volgens de bank het afgelopen jaar al 200 miljoen uitgegeven. “Deze ambitie heeft geresulteerd in een sterk verbeterd begrip van het ecosysteem, de opbouw van relaties met alle stakeholders in de Brainport, talrijke ontplooide netwerkinitiatieven, en financiële steun voor bedrijven.”

Waarmee we terug zijn bij de kern van de opgave voor een Brainport dat ook over tien jaar nog aan de top staat: zorg met een vitaal woon- en leefklimaat voor een stevig fundament en investeer vervolgens gericht in innovaties die op wereldniveau het verschil kunnen blijven maken.

Lees hier de andere artikelen in deze 12-delige serie.