Nabijheid van andere ondernemers en de dynamiek die daarbij hoort, een stevige kennisinfrastructuur en een woon- en werkomgeving van hoge kwaliteit: Midden-Brabant (*) heeft veel van de voordelen die typisch zijn voor succesvolle regio’s. En toch zijn de economische prestaties op zijn best gemiddeld te noemen. Waar ligt dat aan? Om daar achter te komen deed de Rabobank uitgebreid onderzoek en kwam uiteindelijk tot acht opgaven die de regio een krachtige impuls moeten geven. In deze serie onderzoeken we aan de hand van interviews met betrokkenen wat er precies moet gebeuren in Tilburg en omgeving. Vandaag Opgave 2: Werk aan profilering van de regio en zet ondernemerschap hierin centraal. Lees hier de eerder verschenen artikelen in deze serie.
De “grootste onbekende stad van Nederland”. Dat is hoe veel van de deelnemers aan de dialoogsessies die Rabobank voor het onderzoek organiseerde, Tilburg neerzetten. En áls de stad al bekend is, dan vaak als lelijke arbeidersstad. En dat is doodzonde, want wie Tilburg en omgeving kent, weet wel beter. Er is de stakeholders uit bedrijfsleven, kennisinstellingen en lokale overheden dan ook alles aan gelegen om de regio beter te profileren. De overheid heeft hierin weliswaar een faciliterende rol, maar de ondernemersdynamiek is allesbepalend. “Ondernemers zouden veel meer hun stempel moeten drukken, daarin versterkt door een ondernemende overheid”, zegt Rabobank-directeur Lilian Damen. “En gebruik makend van het enorme potentieel van goede kennisinstellingen”, voegt ze daar nog aan toe.
Juist die combinatie kan helpen bij het formuleren van dat herkenbare profiel, zo concluderen de onderzoekers: “Door ondernemers te betrekken bij het formuleren van de agenda van de regio, wordt deze sterker herkend en erkend. Het helpt ook om energie samen te brengen zodat de regio trots creëert, en voorbijgaat aan de bescheidenheid.”
CEO Stefan Lanslots van Avec benadrukt dat er altijd een beroep kan worden gedaan op hem en veel van zijn collega-ondernemers. “Wij zijn als geen ander in staat om dingen voor elkaar te krijgen, wij zijn goed in de ‘doe-fase’. We hebben expertise, organisatie en middelen. Het valt buiten de reikwijdte van Tilburg maar het is wel een goed voorbeeld: waarom is Avec niet gevraagd om mondkapjes te importeren uit China? Wij halen tweeduizend containers met goederen per jaar uit China, wij weten exact hoe dat moet en wij hadden dat graag volledig belangeloos gedaan.”
Voor een gezonde regio
Datzelfde geldt op lokaal niveau, voor de in het Rabobankrapport genoemde opgaven, zegt Lanslots. “Uiteindelijk moet je komen tot actiepunten, en moet je gaan doen. Maar wie gaat dat dan doen en hoe? Als ondernemers als Henny de Haas en ik zich committeren aan een doel, wie houdt ons dan nog tegen?” De vraag blijft dan wel, aan welke doelen ondernemers zich willen verbinden. “Inderdaad, dat moet dan wel passen binnen de doelstellingen van de betreffende ondernemer. Maar ik ben in ieder geval bereid om me in te spannen voor een gezonde regio.”
Dat is ook Lilian Damen uit het hart gegrepen: “Deze regio verdient het om ondernemersdynamiek centraal te stellen. Uiteindelijk zal zich dat vertalen in ondernemerschap, start-ups en studenten die blijven of willen terugkeren naar hun voormalige studentenstad.”
Niet voor niets noemt een groot deel van de voor het onderzoek geraadpleegde betrokkenen ondernemerschap als een essentieel bestanddeel van het Midden-Brabantse profiel. Ook Bas van der Pol, sinds dit voorjaar wethouder in Tilburg, sluit zich daar van harte bij aan. “En niet alleen voor deze stad, want we laten keer op keer zien dat we het hier samen aanpakken, met alle gemeenten van Midden-Brabant. Dat zie je bij de gemeenschappelijke klimaatstrategie en in de energietransitie, maar ook in hoe we naar de regionale economie kijken. De rol die Tilburg hierin speelt is niet die van de aap op de rots, maar veel meer de partij die tijd, expertise en menskracht kan steken in een project dat we gezamenlijk dragen.”
De regionale overheden hebben volgens Van der Pol een belangrijke taak om “een schone, vitale, inclusieve en circulaire economie” tot stand te brengen. “We hebben daar allemaal een taak in maar de kracht van ondernemerschap is doorslaggevend.”
Vitale lijnen
De wethouder ziet drie ‘vitale lijnen’ die Tilburg op termijn wel degelijk het profiel kunnen geven waar de regio zo naar op zoek is. “Van oudsher zijn we een maakstad, en dat geldt ook voor veel van de omliggende gemeenten. Dat was toen we nog een textielstad waren, maar dat is nu nog steeds zo met alle jonge makers in het hart van de stad. We zijn daarbij altijd creatief op zoek naar ondernemerschap. Maar naast deze maak-economie hebben we inmiddels ook een slimme service-economie. En het mooie is dat zowel de maak- als de service-aspecten geborgd zijn in opleidingen, bijvoorbeeld bij Onderwijsgroep Tilburg, Fontys Hogescholen en Tilburg University. Dat zorgt er ook straks voor dat we de talenten vinden die nodig zullen zijn bij al die ondernemingen op bijvoorbeeld Gate2, de Spoorzone, het Kenniskwartier of de Textielhub.”
De derde ‘vitale lijn’ die Van der Pol onderscheidt is het logistieke profiel van de regio. “Je kunt niet ontkennen dat we al jaren uitblinken op dit vlak, maar er is ook wel een kanttekening bij te zetten. Zowel letterlijk als beleidsmatig vraagt deze sector enorm veel ruimte van ons. We moeten er dus volgens mij alles aan doen om de logistiek, samen met ons maak- en service-profiel naar een situatie te transformeren die uitgaat van goed, schoon en circulair. Op die manier kunnen we dat zo gewenste profiel krijgen én toekomstbestendig ondernemen. Van ons als overheid mag je verwachten dat we dat stimuleren, maar het is aan de ondernemers om het echt vorm te geven. Als het ons lukt om die ijzersterke traditie met een circulaire ambitie te laten samenvallen, dan heb ik er alle vertrouwen in.”
Klassieke redmiddelen
Een stad van makers, dat is precies ook wat Tilburg volgens Paul Cornelissen, social entrepreneur bij Powered by Tinc, onderscheidend vermogen geeft. “Als ik het rapport lees, dan zie ik dat er amechtig gezocht wordt naar een oplossing voor de geconstateerde achterstand. Met allemaal vrij klassieke redmiddelen om het tij te keren. De universiteit wordt genoemd, kenniswerkers, infrastructuur, en meer van dat werk. Maar wat we vergeten is dat midden in Midden-Brabant de stad Tilburg ligt, vol van vrije geesten en vrije ruimte. Deze makers, dit zootje eigenwijs dat hier rondloopt, dáár moet je gebruik van maken. Dankzij een aantal sterke wethouders heeft Tilburg de prettige neiging om kunstenaars op hun kunstenaarschap aan te spreken. We worden op het spoor gezet van grote bedrijven zoals FujiFilm. We doen projecten waarin we ons afvragen wat de huidige ontwikkelingen betekenen voor onze werknemers, voor hun kinderen, hun directe omgeving. Dat is typisch Tilburg en dat zou best met wat mee trots mogen worden uitgestraald.”
Powered by Tinc-oprichter Rogier Telderman vult aan: “Alle klassieke onderdelen van een onderzoek zitten erin, met als doel het creëren van economische groei als voorwaarde voor brede welvaart. Maar er zijn ook andere waarden. Vrije ruimte, elkaar vinden, geluk, om er maar een paar te noemen. Maar die worden niet economisch uitgedrukt. Als je brede welvaart alleen met geld wilt bewerkstelligen, dan blijf je bijna zeker hangen in een situatie die we al kennen. Daarmee worden we nooit koploper. Als je echt iets anders wilt, dan moet je je ook anders onderscheiden. Juist in Midden-Brabant zijn daar volop mogelijkheden voor, vanwege de al bestaande cultuur. Zet dus vooral mensen centraal in plaats van de economie.”
Lilian Damen onderstreept dat de kracht van kunstenaars en sporters creativiteit en innovatie en daarmee ondernemerschap een impuls kunnen geven. “Het aanzwengelen van ondernemersdynamiek kan als motor ingezet worden. Niet voor economische groei alleen, maar júist voor de brede welvaart. Voor een duurzame en inclusieve samenleving.”
Telderman en Cornelissen noemen het wel zonde dat het merendeel van de studenten aan de gesprekstafels een economische achtergrond had. “Waarom is er niet ook gekozen voor studenten van agrarische, kunsten of pedagogische opleidingen? Met een breder aanbod had je ook bredere resultaten gehad.” Toch kijken de twee met vertrouwen naar de toekomst. “Als één bank het kan oppakken, dan is het de Rabobank. Geluk, rentmeesterschap, maatschappelijke betrokkenheid, saamhorigheid, dat zijn termen die goed bij deze bank passen.”
Talenten
Welke opleiding ze ook volgen, heel erg gehecht aan Tilburg zijn de meeste studenten niet. En dat is een serieus probleem, zo constateert het rapport. “De regio ontwikkelt zich niet zolang studenten na hun opleiding de regio blijven verlaten”, is de breed gedeelde mening van de ondervraagden. “Er moeten concrete acties worden opgezet zodat het aantrekkelijk is om te blijven of terug te keren en hiervoor is de profilering van de regio belangrijk.”
Het vasthouden van de afgestudeerde talenten zou een belangrijk onderdeel moeten zijn van de regionale profilering, aldus het rapport. Directeur Boris Kwantes van Van Eerd kan zich helemaal vinden in die wens. “Tilburg is een sterke ondernemersstad, maar er zijn geen multinationals, dus het moet van de grote mkb-bedrijven komen. En dat is meteen een van de problemen: de ‘connect’ tussen opleidingen en mkb is lastig. Met multinationals is dat wat makkelijker.”
Kwantes ziet dat de voorwaarden voor de grote sprong voorwaarts wel degelijk aanwezig zijn in ondernemersstad Tilburg. “Dit is een stad met veel mogelijkheden. Maar je kunt je afvragen of de ondernemers zelf wel genoeg in die connectie met het hbo en de universiteit investeren. De noodzaak is er wel, want ook het mkb heeft behoefte aan instroom van hoger opgeleiden.” Een deel van de oplossing zit wellicht in meer onderlinge samenwerking, zo denkt Kwantes, maar dat is wel eens lastig: “Van nature willen we het als mkb allemaal zelf oplossen. Alleen ergens in investeren als we het helemaal zelf kunnen dragen en zelf aan het roer kunnen blijven. Daar is natuurlijk wat voor te zeggen, maar er zitten ook nadelen aan.”
Om de partijen toch bij elkaar te brengen, is een meer ondernemende rol van de overheid nodig, zegt Kwantes. “Dat betekent bijvoorbeeld een keuze om ondernemers de ruimte te geven om te groeien en door te ontwikkelen. En daarbij mag de gemeente best lokale spelers een beetje voorrang geven. Daarnaast kunnen we misschien nog wat leren van Eindhoven: met gerichte kenniscentra, informatiedesks en netwerkbijeenkomsten waar het mkb gebruik van kan maken, kunnen we uiteindelijk die noodzakelijke connectie wel maken.”
*) Regio Midden-Brabant omvat de volgende gemeenten: Dongen, Gilze en Rijen, Goirle, Heusden, Hilvarenbeek, Loon op Zand, Oisterwijk, Tilburg en Waalwijk.