© Pixabay
Author profile picture

In de awesome 80’s en 90’s sierden op onze beeldbuis fantastische actieseries. MacGyver was er één van. Als geheim agent was MacGyver de redder in nood. Gewapend met vindingrijkheid, natuurkundige kennis en een zakmes kon hij van een rauw ei en een paperclip een bom maken. Hij was de koning van Oneigenlijk Gebruik der Dingen. 

Vorige maand heb ik uitgelegd wat outside-the-box-denken inhoud en vooral niet inhoudt. Outside-the-box-denken gaat niet over het loslaten van alle criteria van een probleem. Niet over het verzinnen van de gekste ideeën. Het gaat over het bewust worden van de grenzen van je eigen denken. Van je eigen interpretatie van de werkelijkheid. 

Oneigenlijk gebruik, een product gebruiken voor iets anders dan waarvoor het ontworpen is, is een prachtige vorm van outside the box-denken. En ook in deze column gaan we terug in de tijd. 

The Candle Problem

In 1945 publiceerde Gestaltpsycholoog Karl Duncker een studie die later bekend werd bij creativiteitonderzoekers als The Candle Problem-study.

Geef iemand een kaars, een doosje punaises, een paar lucifers en een prikbord. Geef de volgende opdracht: de kaars moet aan het prikbord vastgemaakt worden en branden. Je mag de kaars niet blijven vasthouden.

candle

Vrij weinig deelnemers brachten deze opdracht tot een goed einde.

Maar wat als je iemand dezelfde opdracht geeft, terwijl de materialen nèt even anders voor je liggen? Deze keer zitten de punaises niet in het doosje maar liggen ze ernaast. Wat denk je? Ineens konden deelnemers het probleem wel oplossen.

candle2

Hoe kan het dat in opdracht 1 de deelnemers de kaars niet brandend aan het prikbord kregen, en in opdracht 2 wel? Duncker wijdde dat aan ‘functional fixedness’. 

Functioneel gefixeerd

Wij mensen zijn gefixeerd op de functies van dingen, zo stelde Duncker. In de eerste opdracht had het punaisedoosje de functie ‘punaises bij elkaar houden’.

In de tweede opdracht was het doosje leeg. De deelnemers werden niet meer belemmerd door de functie ‘punaises bij elkaar houden’. Het doosje werd iets dat je zelf een functie kon geven. 

In opdracht één had het doosje al een functie. Daardoor konden de deelnemers er moeilijk een andere functie aan toekennen. Ze waren functioneel gefixeerd.

Wanneer we dingen een andere functie geven dan waarvoor het product ontworpen was (oneigenlijk gebruik), laten we onze fixatie los en denken we ‘outside the box’. 

Voorbeelden

Ik was laatst in bar. Dat is sowieso de moeite waard om te melden. Ik kreeg in die bar een rietje in mijn cocktail. Geen plastic rietje uiteraard. Maar ook geen vies papieren rietje. Ik kreeg een pastarietje! Van zitoni pasta op precies te zijn. Geniaal oneigenlijk gebruik van de pasta en nog milieuvriendelijk ook.

Als student gebruikte ik boodschappenkarretjes als barbecueroosters. Studenten zijn over het algemeen prima in staat outside-the-box te denken, ironisch genoeg vaak wel buiten hun studie. 

De stelregel is, hoe ouder we worden hoe minder goed goed we nieuwe functies aan de dingen kunnen toekennen. Het is dit ‘oneigenlijke gebruik’ dat maakt dat wij kinderen zo creatief vinden.

Kinderen en outside-the-box-denken

Kinderen worden niet belemmerd door functies van dingen. Ze verzinnen met gemak allerlei functies. Zo wast mijn neefje van twee zijn kleren in de wc, gebruikt mijn driejarige dochter mijn softcover BH’s als tweebollige helm en vinden we filmpjes waarin kinderen fallusachtige tekeningen laten zien hilarisch: de functies die wij toekennen aan die dingen, kennen zij nog niet. Ze hebben nog geen ‘box’.

Of dat dan creatief is, laat ik voor nu in het midden. 

Het punt is: wil je outside-the-box denken? Bevraag dan je eigen aannames over de werkelijkheid. Dus ook je aannames over de functies van dingen. Als je het even niet weet, kun je altijd een kind vragen wat te doen met een bepaald product. Je weet nooit waar hij of zij mee komt.

Over deze column:

In een wekelijkse column, afwisselend geschreven door Eveline van Zeeland, Eugène Franken, JP Kroeger, Katleen Gabriels, Carina Weijma, Bernd Maier-Leppla, Willemijn Brouwer en Colinda de Beer probeert Innovation Origins te achterhalen hoe de toekomst eruit zal zien. Deze columnisten, soms aangevuld met gastbloggers, werken allemaal op hun eigen manier aan oplossingen voor de problemen van deze tijd. Hier zijn alle voorgaande afleveringen.