Duitsland moet afscheid nemen van het heilig verklaarde begrotingsevenwicht en als de wiedeweerga meer investeren in zaken als infrastructuur, duurzame energie, woningbouw en innovatie. Dat is het advies aan de regering-Merkel van econoom Claus Michelsen van het Deutsche Institut für Wirtschaftsforschung (DIW) uit Berlijn. Hij pleit voor een nationaal investeringsfonds waar jaarlijks €30 miljard in wordt gestoken, ofwel 1% van het bruto binnenlands product (bbp).
Veel hoop dat een dergelijk fonds er komt heeft Michelsen niet. Daarvoor ontbreekt het in Berlijn aan een gevoel van urgentie, en dat terwijl de economie met zevenmijlslaarzen afstevent op een recessie. Zelfs het conservatieve industriële werkgeversverband BDI is daarom voor het loslaten van de “schwarze Null”, de wettelijke verplichting die Duitsland zichzelf heeft opgelegd om nooit meer uit te geven dan er binnenkomt. Alleen onder buitengewone omstandigheden mag daarvan worden afgeweken.
De BDI vindt dat moment nu aangebroken. “Hoe belangrijk begrotingsevenwicht ook is in tijden dat het goed gaat met de economie, nu is het tijd om het financieel beleid om te gooien”, aldus BDI-bestuursvoorzitter Joachim Lang in een commentaar.
Overheidsinvesteringen betalen zich dubbel uit
Het DIW geldt al geruime tijd als voorstander van hogere overheidsuitgaven. Michelsen heeft uitgerekend dat in het huidige economische klimaat elke euro extra in de Duitse infrastructuur zich dubbel en dwars terugbetaalt. Elke euro die de Duitse regering meer uitgeeft, zorgt in het DIW-model voor 1,1 euro extra aan bedrijfsinvesteringen over een periode van vijf jaar. Bij €50 miljard is dat dus €55 miljard. En bij €100 miljard, €110 miljard.
Het is wat ze in de economie een “multipliereffect” noemen.
Het dogma begrotingsevenwicht
Van Michelsen zou het fonds nog veel groter mogen zijn dan de €50 miljard die er momenteel in de Bondsregering circuleert voor het geval Duitsland daadwerkelijk in een recessie belandt.
“Zelfs al zouden we niet in een echte recessie terechtkomen met meerdere kwartalen van negatieve groei, dan nog is de tijd rijp voor een koersverandering in het economisch beleid. Wij vinden dat de regering in Berlijn op een verstandige manier gebruik moet maken van de financiële speelruimte die het heeft en een agenda moet opstellen voor de modernisering van Duitsland. Dat zou niet alleen de groeivooruitzichten verbeteren, maar ook het vertrouwen binnen het bedrijfsleven.”
Michelsen pleit ervoor de overheidsinvesteringen niet één of twee jaar te verhogen, maar de komende tien tot vijftien jaar. Zijn streefcijfer is één procent van het bbp, wat gelijkstaat aan €30 miljard per jaar.
Probleem is alleen dus wel dat daarvoor de grondwet moet worden aangepast. Michelsen zegt doen. “Wij vinden dat dit dogmatische denken over begrotingsevenwicht overboord moet. De politiek moet op zoek naar een breed draagvlak hiervoor, zo breed dat er niet telkens als er een nieuwe regering komt, wordt gemorreld aan de langetermijnplannen”.
Dit het derde deel van een serie over een mogelijke recessie in Duitsland en de gevolgen die dat heeft voor innovatie en R&D-uitgaven.
Deel 1 verscheen op dinsdag 20 augustus
Deel 2 op vrijdag 23 augustus.