Het bruto binnenlands product van de gemeente Eindhoven groeide in 2016 met 3,6 procent. De Eindhovense economie groeide daarmee sterker dan de Nederlandse. Sterker zelfs dan die van de vier grote steden van het land. Dat meldt het CBS op basis van onderzoek voor het UDC-Eindhoven.
Lees hier meer over de economische groei in Brabant.
De bruto toegevoegde waarde van Eindhoven overschreef voor het eerst de grens van dertien miljard euro en was 3,5 procent hoger dan in 2015. Hieronder verstaan we alles wat binnen de gemeente is geproduceerd minus elders ingekochte goederen en diensten. De sector nijverheid en energie zijn met name verantwoordelijk voor de groei, de toegevoegde waarde nam toe met 8,2 procent. In Nederland groeide deze sector met 2,7 procent. De sector commerciële dienstverlening staat nagenoeg gelijk aan de groei in de rest van Nederland. De niet commerciële dienstverlening (zorg, overheid en onderwijs) en de landbouwsector groeiden minder sterk dan het Nederlandse totaal.
De reden waarom in Nederland de economie minder hard groeit dan in stedelijke gebieden is omdat de sectoren met een relatief klein toegevoegde waarde zoals landbouw, bosbouw en visserij en niet-commerciële dienstverlening minder vertegenwoordig zijn. Dat is ook voor de gemeente Eindhoven het geval.
De sector commerciële dienstverlening draagt relatief het meeste bij aan de bruto toegevoegde waarde van zowel Nederland als Eindhoven. Binnen Eindhoven gaat het daarbij om zestig procent van de totale waarde. De sterk groeiende Nijverheid en energiesector maakt in Eindhoven een groter deel uit van de economie dan in Nederland. In Nederland maakt juist de niet-commerciële dienstverlening een groter deel uit dan in Eindhoven.
Noord-Brabant doet het ten opzichte van Nederland goed. Met 2,8 procent groeide het bruto binnenlands product van Zuidoost-Noord-Brabant harder dan dat van Nederland (2,2 procent). De sterke economische groei van de gemeente Eindhoven heeft daar grotendeels voor gezorgd. Midden-Noord-Brabant en West-Noord-Brabant groeide met 2,7 procent en 2,6 procent. Noordoost-Noord-Brabant bleef met een groei van bijna twee procent onder het gemiddelde van Nederland.