Nico Pleeging, directeur engineering regio zuid, ziet een belangrijke rol voor Bilfinger Tebodin als het gaat om de energietransitie. Het bedrijf ontwerpt grote fabrieken en zorgt voor de tekeningen, berekeningen en plannen waarmee een aannemer vervolgens de bouw kan realiseren. “Onze klanten zijn voornamelijk grote industriebedrijven. Zij hebben ingenieurs nodig om bijvoorbeeld plannen voor nieuwe of bestaande fabrieken door te rekenen en tekeningen te maken van processen. Vanuit dat perspectief kunnen wij hen helpen bij de overstap van olie en gas naar duurzame energiebronnen”, zegt Pleeging. Het gebruik van duurzame energie en de vergroening van de grondstoffen zorgt voor een andere inrichting van fabrieken. “Deze bedrijven moeten zichzelf opnieuw uitvinden”, stelt hij.
Ingenieursbureau Tebodin werd net na de Tweede Wereldoorlog opgericht om de industrie in Nederland weer op te bouwen. Sinds 2012 is het onderdeel van het Duitse bedrijf Bilfinger. “Het idee van Bilfinger is om klanten te kunnen ondersteunen tijdens de gehele life cycle van een investering. Van het eerste idee en het ontwerp naar de realisatie tot zelfs het later afbreken of opnieuw inrichten van een fabriek”, vertelt Pleeging. “Deze rol kunnen we bij uitstek invullen rond nieuwe technologieën, zoals hoogspanning, waterstof en de afvang en opslag van CO2. Bij dergelijke ontwikkelingen worden de kaarten opnieuw geschud, dus kunnen wij ook kijken naar een nieuwe, of uitgebreidere rol voor ons.”
3D-Modellen
Digitalisering is in korte tijd heel belangrijk geworden bij het ontwerpproces van nieuwe fabrieken. “We werken tegenwoordig uitsluitend met 3D-ontwerpen. Hierdoor kunnen we verschillende disciplines makkelijker integreren”, stelt hij. De klant kan dan met een VR-bril door het 3D-ontwerp lopen. “Dat geeft mensen een veel beter beeld van de plannen. Het is voor veel mensen namelijk heel lastig om een gebouw voor te stellen vanaf een tekening op papier. In 3D gaat het echt leven en zie je hoe het ontwerp uiteindelijk werkelijkheid wordt.”
De 3D-modellen worden steeds vaker geïntegreerd met andere data modellen als GIS en foto-, videomateriaal of systemen zoals Google View. “We projecteren een nieuw project, bijvoorbeeld een warmtenet, dan op een bestaande omgeving”, legt Pleeging uit. Zo kunnen buurtbewoners meteen zien wat er gaat gebeuren en hoe het resultaat er uiteindelijk uitziet. “Dat is heel belangrijk om draagvlak te creëren. We kunnen ingewikkelde ontwerpen en tekeningen zo makkelijk zichtbaar maken voor een breder publiek.”
Beter anticiperen
Ook voor de bouwsector zelf is het een goede ontwikkeling. “Door in 3D te werken, kunnen we in het ontwerpproces al anticiperen op zaken die we anders pas bij de realisatie tegen zouden komen”, vertelt hij. Hij geeft als voorbeeld de bouw van een grote fabriek waarbij verschillende kranen en steigers gebruikt worden. “In het 3D-model werd duidelijk dat de kraan niet op de geplande plek kon staan omdat bij de hijswerkzaamheden een steiger in de weg zou staan. Als we daar pas tijdens de bouw achter waren gekomen, hadden we een paar dagen vertraging opgelopen. Nu hebben we het in het digitale ontwerp aan zien komen, zodat we op voorhand al een ander plan konden bedenken.”
Tot in detail
Ook in het ontwerp zelf kunnen verschillende ingenieurs zelfs vanuit verschillende kantoren, makkelijk met elkaar samenwerken. “Je werkt met z’n allen in hetzelfde model. Daardoor zie je meteen waar iedereen mee bezig is”, zegt hij. Hij noemt een voorbeeld: “In een kamer moet een deur en een leiding komen. Het kan voorkomen dat de bouwkundige en de werktuigbouwer de deur en de leiding op dezelfde plek in gedachten hadden. Maar je kunt natuurlijk geen leiding plaatsen voor de opening van een deur. Nu komen we daar heel snel achter en kunnen alles meteen op elkaar afstemmen.”
Digitalisering heeft het designproces voor ingenieurs flink veranderd. “Toen we nog op papier werkte, maakte we altijd eerst een globale schets. Die werd daarna in stappen steeds verder uitgewerkt”, zegt hij. “Nu iedereen digitaal werkt, is een gefaseerde aanpak lastiger omdat alles meteen zichtbaar is in het model. Hierdoor wordt vroeger in het ontwerpproces nagedacht over details. Dit komt de kwaliteit van het werk volgens Pleeging ten goede. “Als alle betrokken partijen dan samenwerken in hetzelfde programma, dan ontstaat er meer overzicht.”
Een open houding
Deze twee ontwikkelingen -digitalisering en verduurzaming – zorgen er volgens Pleeging voor dat concurrenten eigenlijk niet meer bestaan. “Vroeger hield iedereen de kaarten tegen de borst. Nu zijn verschillende partijen meer open over hun ideeën en plannen. Dat leidt uiteindelijk tot het beste resultaat. Samenwerking tussen ketenpartners is essentieel om een grote maatschappelijke uitdaging als de energietransitie voor elkaar te krijgen. Dat is ook de reden dat Bilfinger Tebodin zich afgelopen jaar heeft gevestigd op de Brightlands Chemelot Campus in Geleen. “De campus zorgt ervoor dat mensen elkaar vinden en de krachten bundelen”, stelt Pleeging.
Hij wil de start-ups op de campus helpen met opschalen naar een pilotplant en uiteindelijk naar een complete fabriek. “Deze jonge bedrijven hebben nieuwe ideeën en vinden nieuwe technologieën en processen uit in het laboratorium. Dat kunnen wij niet, maar we kunnen deze bedrijven wel helpen met opschalen. Daarover hebben we de afgelopen decennia veel kennis en ervaring opgedaan in verschillende markten en sectoren. Op die manier kunnen we dwarsverbanden leggen tussen sectoren om zo innovatie nog meer te stimuleren.”