Een aanraking op afstand, schoenen van zeewier en een manier om met virtual reality mee te denken aan de toekomst van je stad. Met Drivers of Change presenteert de TU Eindhoven, tijdens Dutch Design Week (DDW), ontwerpen die een oplossingen bieden voor de uitdagingen van vandaag en morgen. Online zijn er veertig projecten te zien met nieuwe omgevingen, slimme tools, ontwerpen voor een betere kwaliteit van leven en een duurzamere samenleving.
“Met Drivers of Change willen bezoekers van DDW in gesprek laten gaan met de ontwerpers en onderzoekers. Dat zij hen vertellen wat zij van de ontwerpen vinden”, zegt Lucas Asselbergs, Hoofd Studium Generale van de TU/e, tijdens een van de virtuele tours langs tien van de veertig projecten.
“Die interactie kan zowel online als offline ontstaan.” Dit jaar is DDW noodgedwongen online. Op de site van Drivers of Change staat een omschrijving van alle projecten, zijn er virtuele rondleidingen te boeken en vertelt een aantal ontwerpers en onderzoekers in een presentatie over hun “story of change”. Ook hebben sommige projecten een online vragenuurtje.
Seaweed matters
Jing-cai Liu is een van de ontwerpers die met haar project “Seaweed matters” deelneemt aan Drivers of Change. “Ik bied geen oplossing”, zegt ze, “Maar ik wil mensen bewust maken wat er allemaal met zeewier kan.” Liu werkte voor haar project samen met onder meer Rijkswaterstaat en de Wageningen University Research. In 2019 publiceerde Wageningen University Research (WUR) een rapport met daarin toekomstbeelden van Nederland. De Noordzee kan in de toekomst een belangrijk bron worden voor energie en voedsel. Daarbij speelt zeewierteelt een belangrijke rol. Jing-cai Liu neemt de focus op het gebruiken van zeewier, niet alleen als voedsel, maar ook als een waardevol biomateriaal.
Liu maakte van zeewier een paar schoenen, een tas en een portemonnee, “producten die we dagelijks gebruiken”. “Het materiaal is best al stevig en flexibel. Ik gebruik de portemonnee zelf ook.” Als je de productie van leer gemaakt van zeewier vergelijkt met dierenleer of plastic dan is zeewierleer vele malen duurzamer, zegt Liu. “Zeewier heeft heel veel potentie.”
Eetbaar
Nederland is voor een groot gedeelte omgeven door de Noordzee en daarmee ideaal voor zeewierteelt, zegt Liu. “Rijkswaterstaat wil dat we meer gebruik maken van de Noordzee. Dat het helpt aan een duurzamere toekomst.” Dat zeewier een belangrijke rol kan spelen op weg naar die duurzamer toekomst, is nog geen algemeen gedachtengoed, merkt de ontwerper. Liu maakte een video waarin ze een beeld geeft van de toekomst en ze uiteindelijk haar schoen van zeewier opeet. “Dat gaf veel reacties. Positieve als: ‘dan gebruiken we al het materiaal en is er geen afval’. Maar ook negatieve: ‘Waarom zouden we onze schoenen opeten? Gaat het dan zo slecht met ons voedsel?’” Die reacties zijn weer interessant voor experts die zich met de zeewierteelt bezighouden, licht Liu toe.
Het gaat Liu om de discussie over de toekomst. Tijdens haar opleiding aan de kunstacademie hield ze zich daar ook al mee bezig. Daar ontwikkelde ze onder meer de ‘wearable face projector’. Voor de discussie over camera’s op straat en identiteitsbeveiliging. Omdat ze wilde weten hoe zij haar ontwerpen zelf technisch kan realiseren, koos ze voor de opleiding Industrial Design aan de TU Eindhoven. Ze is net afgestudeerd en weet nog niet hoe ze met haar zeewierproject verdergaat.
Aanraking op afstand
Dat een aanraking belangrijk is, laat de coronacrisis zien. Door de anderhalvemeter maatschappij en het vele thuiswerken, komt ook het gemis aan een sociale aanraking naar voren. Sima Ipakchian Askari presenteert met ‘The Digital Touch’ een digitale aanraking op afstand. Het is onderdeel van haar promotieonderzoek.
Context
Daarin onderzoekt Ipakchian Askari hoe de context de ervaring van een aanraking kan beïnvloeden. Maakt het bijvoorbeeld uit wie de verzender van de aanraking is of waarmee iemand wordt aangeraakt? “We willen beter begrijpen welke factoren van belang zijn om bijvoorbeeld stress te kunnen reduceren bij een aanraking op afstand.”
Zo’n gemedieerde aanraking kan een oplossing zijn voor mensen die in een zorginstelling of ziekenhuis verblijven. “Met mijn onderzoek heb ik misschien niet meteen impact. Uiteindelijk hoop ik mijn steentje bij te dragen om kwaliteit van leven te verbeteren voor mensen die een geliefde niet kunnen aanraken door afstand.”
Ongemakkelijk
Voor de coronacrisis kreeg ze wisselende reacties op haar onderzoek. Mensen die behoefte hebben aan aanraking, zien de meerwaarde van een technologische oplossing, zegt Ipakchian Askari. “Maar je ziet ook veel mensen die het als ongemakkelijke ervaren en best sceptisch staan tegenover hoe technologie hier een oplossing voor kan bieden.”
Gemis
Zelf ervaarde de onderzoekster het belang van een aanraking toen haar oma stervende was. Zij en haar vader waren Iran ontvlucht toen Ipakchian Askari één jaar was. Sinds die tijd woont ze samen met haar vader in Nederland. Tijdens haar afstuderen ging het steeds slechter met haar oma. Vanwege politieke redenen konden zij en haar vader niet afreizen naar het geboorteland. “Achteraf besef ik het gemis van de knuffel”, bekent Ipakchian Askari. Pas toen ze solliciteerde op de vacature voor het promotieonderzoek naar digitale aanraking en zich verdiepte in de materie, begreep ze haar gemis.
De lat voor de aanraking ligt hoog, gaat ze verder. “Mensen die het geprobeerd hebben, vergelijken het met een sociale aanraking. Ze verwachten dat een apparaat hetzelfde geeft. Dat is een beetje een oneerlijke vergelijking. Een aanraking is meer dan alleen de sensatie, maar we weten nog niet welke factoren essentieel zijn voor een sociale aanraking. Gaat het bijvoorbeeld om de nabijheid van een persoon of de intentie van de aanraking?” Ipakchian Askari hoopt met haar onderzoek inzicht geven waarmee ontwerpers van de technologie verder kunnen, “om die technologie naar een hoger niveau te brengen”.
What going Ön?
Sam van der Horst ging afgelopen semester naar Zweden. Daar onderzocht hij voor onderzoeksorganisatie Research Institute of Sweden (RISE) hoe je met virtual reality de burgerparticipatie kan verhogen bij stadsvernieuwing.
De stad Umeå, zo’n zeshonderd kilometer ten Noorden van Stockholm, wil van het eiland Ön een nieuw stadsdeel maken. Het ligt nu vrij ontoegankelijk in het midden van de stad. Er zijn wel bruggen die het eiland van het centrum verbinden maar die liggen verder weg, legt Van der Horst uit.
“Umeå is een heel inclusieve stad. Het heeft een van de hoogste niveaus van burgerparticipatie in Europa. Mensen zijn erg betrokken bij alle ontwikkelingen.” De stad wil onder meer een brug ontwikkelen die staat voor die betrokkenheid, zegt Van der Horst.
Kleurplaten
De student Industrial Design maakte 360 graden foto’s van de omgeving en zette deze om naar kleurplaten. Welke hij door acht medewerkers van RISE, die ook in Umeå wonen, liet bewerken. Het was belangrijk dat zij hun creativiteit lieten gaan, zegt Van der Horst. Die tekeningen digitaliseerde Van der Horst en liet ze in elkaar overlopen. Zo ontstond een ervaring met hoe het eiland er in de toekomst uit kan zien.
Mensen voelden zich creatief gestimuleerd om open na te denken over de nieuwe ontwikkelingen, licht Van der Horst toe. “Wat je vaak merkt, is dat de participatie in zo’n urban planning proces vooral veel praten en discussiëren is. En hoe groter het project, hoe abstracter het wordt voor mensen. Het wordt dan ingewikkelder om over na te denken en mensen haken sneller af. Als mensen afhaken, dan zijn ze het er vaak sneller niet mee eens en neemt het draagvlak voor verandering in hun leefgebied af. Met mijn onderzoek kan je nieuwe manieren gebruiken om mensen meer embodied te betrekken bij het proces.”
Op vrijdag en zaterdag is er van 12.00 – 13.00 een meet the designer met Van der Horst over zijn project “What’s going Ön?”