De bevolking groeit en we worden steeds ouder. Daardoor wordt de zorg steeds duurder. Om de zorg behapbaar en betaalbaar te houden, moeten we het systeem anders in gaan richten. Technologie kan hier een belangrijke rol in spelen. Zo ontwikkelen twee Zuid-Hollandse start-ups verschillende apps waarmee patiënten hun eigen gezondheid makkelijker kunnen monitoren. Artsen kunnen in één oogopslag zien hoe het met de patiënten gaat, waardoor zij spreekuren efficiënter kunnen indelen. Dat scheelt tijd waardoor artsen meer mensen kunnen helpen.
Op dit moment wordt zorg via een vaste richtlijn aangeboden. Mensen met een chronische ziekte als diabetes zitten bijvoorbeeld om de drie maanden bij de huisartspraktijk. Maar wat als iemand in de tussentijd hulp nodig heeft? Of wat als een afspraak niet nodig is omdat het goed gaat? Er is nu geen ruimte om zorg op deze manier in te richten. Maar met MiGuide, de app voor leefstijlcoaching, komt die ruimte er wel. MiGuide helpt patiënten met diabetes type 2 hun leefstijl aan te passen, zodanig dat ze hun diabetes onder controle krijgen. Zo hebben zij mogelijk zelfs niet langer medicatie nodig.
“Met de app kunnen patiënten thuis makkelijk zicht krijgen op hun ziekte en leren ze leefstijlaanpassingen te doen. Daarnaast kunnen ze bijvoorbeeld eenvoudig een vragenlijst invullen, hun gewicht registreren en vinden ze er tips en tricks rond gezond leven. Zaken die normaliter tijdens een afspraak bij de huisarts gebeurde. Naast de tijdwinst voor huisartsen, verhoogt de app de kwaliteit van leven voor patiënten. Ook verlaagt het de zorgkosten omdat er minder complicaties optreden en minder medicijnen nodig zijn op lange termijn”, stelt Arjen Huizinga, mede-oprichter van MiGuide.
Leefstijlcoachen belangrijk
Deze vorm van leefstijlcoaching zou een uitkomst kunnen zijn, maar is volgens Huizinga moeilijker uit te voeren vanuit het huidige zorgproces. Want hoe weet je dat iemand écht gezond eet en genoeg beweegt? “Het zicht op de patiënt is beperkt en de patiënt heeft vaak erg intensieve coaching nodig om echt te veranderen. Daardoor geven artsen nu vaak de voorkeur aan medicatie. Dan is er meer zekerheid dat zij de diabetes onder controle hebben. Maar dat is dus niet altijd meer nodig.”
Via MiGuide krijgt de patiënt de regie over zijn of haar gezondheid meer in eigen hand. “We proberen het kennismonopolie van artsen te verkleinen”, stelt Huizinga. De huisarts kan deze gegevens ‘aan de achterkant van de app’ inzien en direct advies geven aan de patiënt als dat nodig is. De app is alleen te gebruiken als deze door de huisarts is voorgeschreven.
Digitalisering kan de zorg een stuk efficiënter maken en daarmee het zorgsysteem ontlasten. Maar de algoritmes in een app als MiGuide mogen natuurlijk geen fouten maken, daarom is het volgens Huizinga belangrijk dat de arts nog meekijkt. Misschien dat het algoritme in de toekomst meer zelf kan beslissen welk advies een patiënt krijgt.
Behandeling op het juiste moment
Naast MiGuide is ook het online behandelconcept NiceDay in ontwikkeling. Dit is gericht op de geestelijke gezondheidszorg. “Onze online zorgdienst is op dit moment beschikbaar voor mensen met bijvoorbeeld stemmingsklachten zoals depressie, angstklachten, stressklachten en psychotrauma’s zoals PTSS”, zegt Jan Peter Larsen, mede-oprichter van NiceDay. Nu komen patiënten nog iedere week naar een spreekkamer om te praten over de voortgang van de behandeling. “Zodoende ontstaat al snel over- of onderbehandeling”, geeft Larsen aan. “Iemand kan in een crisis terechtkomen en dan nog een week moeten wachten op een volgende sessie. Dat moet anders.”
Via NiceDay kan een behandelaar chatten en bellen met een patiënt. Zodoende wordt de behandelaar echt onderdeel van iemands leven en kan hij of zij makkelijker meekijken en bijsturen waar nodig is. “Screen-to-screen lijkt minder persoonlijk, maar onze ervaring is dat mensen zich juist meer open stellen voor de behandelaar omdat zij in hun eigen omgeving zitten. De therapeutische relatie is beter en dat draagt op een positieve manier bij aan het herstel.” NiceDay is ook een digitale ondersteuning voor behandelaars. Dat zorgt voor een tijdsbesparing tot 30 procent per behandeling. Ook de behandelduur wordt korter, van ongeveer 14 maanden naar 6 maanden. Dat zorgt voor een betere kwaliteit van zorg en een besparing in de zorgkosten.
Betalen voor inzet
Toch is er geen rechtlijnig verband tussen de besparing in tijd en de besparing in kosten. Dat is een van de problemen waar Arjen Huizinga tegenaan loopt bij de ontwikkeling van MiGuide. “Huisartsen krijgen van zorgverzekeraars nu een vast bedrag per diabetespatiënt. Dat is onder andere gebaseerd op de tijd die zij kwijt zijn aan de begeleiding van een patiënt. Met MiGuide kunnen wij voor een bepaald bedrag een aantal taken overnemen”, legt Huizinga uit. “Dat levert tijd op. Patiënten komen dan misschien nog maar twee keer per jaar op de praktijk, de rest wordt via de app geregeld. Huisartsen zijn dan vervolgens bang dat zorgverzekeraars minder gaan betalen omdat een deel van de zorg via MiGuide loopt.”
Huizinga gaat verder: “We zijn nu in gesprek met zorgverzekeraars en huisartsen om te kijken hoe we dit het beste op kunnen lossen. Een aantal zorgverzekeraars heeft toegezegd de vergoeding voor huisartsen gelijk te houden, ook als ze minder tijd kwijt zijn met een patiënt.” Dit geeft huisartsen de ruimte om met MiGuide te werken. “Deze gesprekken zijn alleen niet eenvoudig. Er zijn zo’n zevenduizend actieve huisartsen in Nederland, dus het is een hele klus.”
Verschillende belangen
“Wie voor een dienst wil gaan betalen, moet er voordeel bij hebben”, stelt hij. In de zorg is dat minder duidelijk. Patiënten, huisartsen, ziekenhuizen en zorgverzekeraars hebben allemaal andere belangen. “De ene partij kan voordeel hebben bij een tool terwijl een ander dat niet heeft.” Veel ondernemers die bezig zijn met innovatie in de zorg lopen tegen dit probleem aan.
Onvermijdelijke verandering
Zeker wanneer die ondernemers kijken naar de preventieve hoek van de zorg. De innovaties van Huizinga en Larsen kunnen in de toekomst ook helpen om mensen gezond te houden. Dat is maatschappelijk gezien een uitkomst, maar financieel is dat nu voor veel partijen niet interessant. Huizinga: “Zorgverzekeraars kopen zorg in en verkopen dat weer. Daarin is op dit moment geen ruimte voor preventieve zorg.” Hij denkt dat het zorgsysteem zich wel steeds verder naar de preventieve kant moet gaan verplaatsen.
Ook volgens Larsen is het onvermijdelijk om meer in de preventieve hoek te gaan doen. “Met NiceDay kunnen we mensen dan in een vroegtijdig stadium weer op de rit krijgen.” Volgens hem worden de eerste stappen richting preventieve zorg wel gemaakt. “Maar het huidige verdienmodel is om mensen te genezen bij ziekte. We zullen een verdienmodel rond gezondheid moeten organiseren om daadwerkelijk stappen te kunnen nemen op het gebied van preventie.”
‘Niet afwachtend toekijken, lef hebben’
Door de zorg efficiënter te maken, blijft er ook meer personeel over voor onderdelen waar nu krapte is, bijvoorbeeld de ouderenzorg. “Om die transitie voor elkaar te krijgen is tijd en geld nodig. Het zou enorm helpen als de overheid meer innovatiegeld beschikbaar maakt en als zorgverzekeraars ruimte creëren om innovaties op te schalen”, zegt Huizinga. “Het model waarin zorg wordt betaald per inzet van de zorgverlener werkt niet als we het over digitalisering hebben. We moeten dit soort drempels samen weghalen om innovaties op te schalen en verder te laten groeien”, voegt Larsen toe.
Daar zijn de provincie Zuid-Holland, Metropoolregio Rotterdam Den Haag, InnovationQuarter, TNO en Medical Delta mee bezig. Naast apps van MiGuide en NiceDay wordt er in Zuid-Holland ook geëxperimenteerd met technologieën als kunstmatige intelligentie, eHealth, Virtual – en Augmented reality en robotica. Met zorgtechnologie ontstaan mogelijkheden om de zorg in zorginstellingen te verplaatsen naar zorg dicht bij de mensen (thuis). Dit geeft patiënten meer regie over hun gezondheid en helpt professionals hun tijd efficiënter in te delen. Dat verbetert de zorgt en houdt het betaalbaar.
Alleen een technische oplossing is niet genoeg. Om dit goed te implementeren moeten betrokken partijen als aanbieders van zorgtechnologie, zorgverzekeraars, ziekenhuizen, gemeenten, zorginstellingen, zorgprofessionals en patiënten samenwerken. In Zuid-Holland is een speciaal programma rondom zorgtechnologie opgezet om dit voor elkaar te krijgen. Larsen en Huizinga nemen hier vol overgave aan deel. Larsen: “Wij als jonge bedrijven moeten niet afwachtend toekijken. We moeten er alles aan doen om het zorgsysteem te helpen verbeteren.”