Laat de cijfers voor zich spreken: een kunstmatig eiland in de Noordzee van 120.000 vierkante meter ofwel 18 voetbalvelden groot dat goed is voor het leveren van energie aan alle Deense huishoudens. En er blijft ook nog wat over voor de buurlanden.
De energiehubs verzamelen de elektriciteit van de offshore windmolenparken en verdelen die tussen Denemarken en andere landen
Dat blijkt uit een zitting deze week van het Deense parlement. Zowel de centrum-linkse regering als de centrum-rechtse oppositie zijn akkoord dat de overheid een belang van 51 procent in het project neemt. De rest komt in handen van de particuliere sector. Met de bouw wordt naar verwachting in 2026 begonnen. Tot die tijd worden partners uit de particuliere sector aangetrokken en wordt onderzoek gedaan naar milieueffecten.
80 kilometer voor de kust
De energiehubs dienen als knooppunt en verzamelen de elektriciteit van de omliggende offshore windmolenparken en verdelen die tussen het vaste land van Denemarken en andere landen die aan het elektriciteitsnet zullen worden aangesloten. In het begin zal de capaciteit van de twee hubs vijf gigawatt bedragen. Later moet de capaciteit worden uitgebreid tot twaalf gigawatt.
De hubs worden op twee eilanden ingericht. De ene komt op het Deense eiland Bornholm. De andere komt als kunstmatig eiland in de Noordzee, en wel binnen Deens territorium op 80 kilometer ten westen van de kust van Jutland. Dat eiland zal aan drie kanten door een hoge zeewering tegen stormen worden beschermd. Aan de vierde zijde wordt een dok gebouwd voor schepen die de verbinding met het vaste land onderhouden.
Aansluiting op Nederlands en Duits net
Als alles rond is, en dat is vermoedelijk niet voor 2033, levert het project 12 gigawatt aan schone energie op. Dat is meer dan genoeg om alle bijna zes miljoen Denen van elektriciteit te voorzien. De resterende capaciteit komt andere landen ten goede om hen “te helpen hun doelstellingen te halen,” zoals staat in het persbericht van het Deense ministerie van Klimaat, Energie en Nutsbedrijven van deze week.
Bij voltooiing kan het project tien miljoen Europese huishoudens dekken. De bedoeling is dat de twee energiehubs worden aangesloten op het net van Duitsland, Nederland en België. Overtallige windenergie kan ook worden gebruikt voor de productie van klimaatvriendelijke energie voor de scheepvaart, de luchtvaart en de zware industrie.
Europese doelstellingen
Met het project komt Denemarken, Europa’s belangrijkste olieproducent, tegemoet aan een belangrijke doelstelling. Het land heeft zichzelf afgelopen december de deadline van 2050 gesteld om te stoppen met olie- en gaswinning op de Noordzee. In het zelfde jaar moet de Europese Unie klimaatneutraal zijn. De Europese Commissie heeft een streefcijfer van 300 gigawatt aan ‘offshore’ windenergie vastgesteld.
Denemarken is historisch gezien sterk in alternatieve energie. Het bouwde in 1991 als het eerste land een offshore windmolenpark.
Dan Jørgensen, de minister van Klimaat (etc.), laat in een video de rendering van het project zien:
Lees hoe windturbines op de Noordzee steeds groter worden.
En hoe K.I. helpt de prestaties van windmolens te verbeteren.