Nu de energieprijzen in Nederland tijdens zonnige dagen af en toe onder nul zakken is er duidelijke noodzaak om overtollige elektriciteit uit hernieuwbare bronnen op te slaan. Een methode is het gebruik van water, zoals het in- of uitpompen van het IJsselmeer. Hydro-elektriciteit met pompaccumulatie (PSH) is een populaire oplossing in landen met bergachtig terrein en heeft een energie-efficiëntie van 70% tot 80%. Hoewel Nederland niet de nodige geografische hoogte heeft, zijn er ook andere opties. Ondergrondse PSH-faciliteiten technisch haalbaar, zo bewijst de 86-jarige promovendus Jan Huynen. In de jaren ’80 hadden we al het Plan Lievense, waarbij het Markermeer als opslag zou worden gebruikt. Hoe kunnen we nu water gebruiken om energie op te slaan?
De veelbelovende geschiedenis van het Plan Lievense
In 1981 presenteerde de Nederlandse ingenieur L.W. Lievense het Plan Lievense, een idee om het Markermeer te gebruiken als energieopslag met een waterbuffer. Het plan was bedoeld als alternatief voor de Markerwaard en had als doel de problemen rond elektriciteitsopwekking met windenergie door grillig aanbod op te vangen. Het idee was om het meer te vullen met water bij weinig vraag en veel aanbod, en turbines te gebruiken om stroom te leveren bij weinig aanbod en veel vraag.
Hoewel het Plan Lievense uiteindelijk niet werd uitgevoerd vanwege bezwaren zoals landschappelijke en ecologische gevolgen, en de kosten en veiligheid, bleef het idee interessant. In 2006 kreeg het plan een revival toen twee studenten waterbouwkunde de uitvoerbaarheid ervan met nieuwe technieken onderzochten. Zij kwamen met een ontwerp met twee bassins aan weerszijden van een ringdijk, waarbij het Markermeerzijde bassin ongeveer 60 km² besloeg en werd omringd door een dijk van ongeveer 20 meter hoog. Het reservoir zou een energiecapaciteit hebben van ongeveer 120 TJ.
Andere vormen van energieopslag met water
Naast het gebruik van bovengrondse waterreservoirs zoals het Plan Lievense, zijn er ook andere mogelijkheden voor energieopslag met water. Een van deze mogelijkheden is het gebruik van ondergrondse pompaccumulatie. Dit houdt in dat waterreservoirs ondergronds worden aangelegd, waardoor er geen landschappelijke of ecologische gevolgen zijn.
Jan Huynen, een 86-jarige promovendus aan de Technische Universiteit Eindhoven, heeft een technisch haalbaar plan ontwikkeld voor een ondergrondse PSH-faciliteit in Limburg. Zijn voorstel maakt gebruik van een oud kalksteengroeve en een diepe put, waarbij water tussen de twee reservoirs wordt gepompt om energie op te slaan en vrij te geven.
De toekomst van water-energieopslag in Nederland
Hoewel Nederland niet over de ideale geografische omstandigheden beschikt voor grootschalige PSH-faciliteiten, tonen de voorbeelden van het Plan Lievense en de ondergrondse PSH in Limburg aan dat het mogelijk is om water te gebruiken voor energieopslag. Het is nu aan de politiek en de energiesector om te beslissen welke technieken en oplossingen het meest geschikt zijn voor de Nederlandse situatie.