Op de eerste verdieping van het Catharina Ziekenhuis in Eindhoven bevindt zich de afdeling anesthesiologie. Er komen patiënten van alle leeftijden langs voor hartoperaties, buikingrepen of bevallingen. Bij deze en nog veel meer medische ingrepen wordt narcose toegediend. Dr. Arthur Bouwman zit middenin zijn dienst in de operatiekamer (OK), maar maakte tijd voor een interview met IO.
- Dr. Arthur Bouwman is sinds kort hoogleraar aan de TU/e hoogleraar;
- Zijn inaugurele lezing ging over de rol van technologie in de gezondheidszorg;
- Hij is van mening dat technologie mogelijkheden biedt, maar dat de toepassing ervan significante voordelen moet hebben voor patiënten.
Arthur Bouwman is sinds kort hoogleraar Perioperative monitoring and clinical decision support aan de Technische Universiteit Eindhoven (TU/e). In zijn inaugurele rede sprak hij over de rol van technologie in de perioperatieve zorg, waarbij het gaat om patiëntenzorg voor, tijdens en na een chirurgische ingreep in het ziekenhuis.
Na zijn studie geneeskunde aan de Rijksuniversiteit Groningen verhuisde hij naar Amsterdam, waar hij cum laude promoveerde aan het VU Medisch Centrum (VUMC). Nadat hij zijn opleiding afrondde, verhuisde hij in 2013 naar het zuidelijke Eindhoven. Het hoogleraarschap komt na jaren werk, toewijding en experimenteren met technologie.
Meer mogelijkheden
“Technologie heeft onze mogelijkheden echt vergroot en stelt ons in staat om betere behandelingen uit te voeren op alle zorgniveaus. Jaren geleden moest iemand die een nieuwe hartklep nodig had, zijn borstkas laten openen door een hartchirurg. Nu kunnen we het ook via de lies doen; zelfs oudere mensen kunnen er een krijgen”, zegt hij.
Technologie kan een cruciale rol spelen bij een vergrijzende bevolking en een tekort aan personeel. Sterker nog, dat doet het al. Dankzij de ontwikkeling van nieuwe medische procedures en technologieën liggen patiënten minder lang in het ziekenhuis dan vroeger en herstellen ze beter. Meer en meer breidt de zorg zich uit buiten de ziekenhuismuren, dankzij bewakingstechnologieën. Dit zijn bijvoorbeeld slimme patches of andere soorten wearables die live patiëntgegevens verzamelen. Bouwman gelooft dat ze ook binnen het ziekenhuis een verschil kunnen maken.
“De helft van de patiënten die in het ziekenhuis een hartstilstand krijgt, krijgt dit op de algemene afdeling. We weten dat we de tekenen ervan al kunnen zien in de uren voordat het gebeurt en dat steekproefsgewijze controles op vaste tijden al een verbetering zijn. Technologie kan helpen om tekenen van achteruitgang te herkennen. Naast de ontwikkeling van bewakingstechnologieën moeten we echter ook werken aan alarmbeheer,” benadrukt hij. Onderscheid maken tussen relevante en niet-relevante signalen is cruciaal om medisch personeel niet verder te overbelasten.
Het juiste evenwicht
Van het delen van gegevens tot het verbinden van huisartsen met chirurgen met relevante patiëntgegevens; innovaties kunnen de medische praktijk verbeteren.
Ondanks het feit dat Bouwman graag nieuwe technologie gebruikt, ziet hij ook in dat er uitdagingen zijn. Zo is het van groot belang om rekening te houden met kosten in de gezondheidszorg: de prognoses voor 2040 voorspellen dat meer dan twintig procent van het Nederlandse bruto binnenlands product in de gezondheidszorg wordt geïnvesteerd. Eén op de vier werknemers zal naar verwachting in de gezondheidszorg werken. “Dat is niet vol te houden,” stelt Bouwman terwijl hij een telefoontje aanneemt van de OK. Desalniettemin moeten technologieën het geld waard zijn en aanzienlijke voordelen opleveren voor de patiënten.
Bovendien zorgt technologie er ook voor dat er juist meer acties moeten worden uitgevoerd. Bijvoorbeeld: “Waar we voorheen geen hartkleppen konden plaatsen, kunnen we dat nu wel. Dit betekent dat een hele nieuwe groep mensen toegang krijgt tot deze behandeling,” benadrukt de arts.
Samen werken aan hetzelfde doel
Bij het invoeren van innovaties in de gezondheidszorg helpt het om patiënten aan boord te hebben; uiteindelijk blijven hun behoeften de prioriteit. Een goede gebruikerservaring maakt het verschil bij de adoptie van een technologie. “Als artsen hebben we alleen een perceptie van wat een patiënt zou willen, en fabrikanten hebben misschien een indruk van wat artsen zouden willen. Patiënten meer betrekken in het proces is noodzakelijk, en dat gebeurt al, met de laatste subsidieaanvragen voor medische hulpmiddelen die de betrokkenheid van een patiëntenraad vereisen,” voegt de arts toe.
In Eindhoven nam Bouwman deel aan enkele initiatieven van de TU/e die werden gecoördineerd door het Eindhoven MedTech Innovation Center (e/MTIC) en het Center for Care & Cure Technology (C3Te). Via deze samenwerkingsprojecten zitten fabrikanten, ingenieurs en artsen aan dezelfde tafel om nieuwe technologieën te ontwikkelen.
“De relatie tussen de industrie en medische professionals is soms lastig, omdat er altijd een risico is op belangenverstrengeling. De samenwerking tussen de academische wereld, de industrie en medische instellingen is echter een goede manier om technologie te ontwikkelen, en als samenleving hebben we het nodig dat alle entiteiten samenwerken. Dat is wat we doen met de e/MTIC,” legt hij uit. Bouwend op het erfgoed en de knowhow van de regio op het gebied van medische technologie, hebben dergelijke projecten Bouwman de kracht van samenwerking geleerd, “de sleutel tot het ontwikkelen van technologie en het verbeteren van de gezondheidszorg”.
e/MTIC
Het Eindhoven MedTech Innovation Center (e/MTIC) is een grootschalige strategische onderzoekssamenwerking tussen de TU/e, Philips Eindhoven, het Catharina Ziekenhuis, Maxima Medisch Centrum en Kempenhaeghe Epilepsie- en Slaapcentrum op het gebied van cardiovasculaire, perinatale en slaapgeneeskunde. Het samenwerkingsverband, opgericht in 2018, heeft een bewezen wetenschappelijk en valoriserend track record en omvat momenteel meer dan 100 promovendi die worden begeleid door een vergelijkbaar aantal experts van verschillende partners.
De dokter, de vernieuwer, de professor
Met die gedachte in het achterhoofd, bekleedt hij nu ook zijn nieuwe functie. “Ik wil studenten helpen de juiste omgeving te creëren zodat zij hun potentie kunnen waarmaken. Een vruchtbare bodem voor hen creëren, zodat zij kunnen werken aan de zorg van de toekomst.”
Daarbij vindt hij het belang van menselijke interactie een belangrijke les. Kunstmatige intelligentie belooft ook de gezondheidszorg te ontwrichten, maar de arts gelooft niet dat het de menselijke aanraking kan vervangen. “Aan de basis van de gezondheidszorg ligt de relatie tussen een patiënt die hulp nodig heeft en een professional. Alleen al een gesprek tussen die twee maakt een verschil,” sluit hij af. Bouwman moet gaan, want zijn telefoon gaat weer.