Eindhoven wil een smart society worden. Maar hoe gaat dat? Wat gebeurt er al? En van welke voorbeelden kunnen we iets leren? De DATAstudio onderzoekt de transitie die de stad moet doormaken om daadwerkelijk zo’n smart society te worden. Met elke week een nieuwe bijdrage op E52. Deze week een interview met Frederique Marks over crowdsourcing in de stad. Lees hier alle afleveringen in deze serie.
‘Maak de route vanaf het 18 septemberplein naar Strijp-S een stuk aantrekkelijker.’ Met die opdracht stuurde Frederique Marks Eindhovenarenin 2016 naar de tekentafel. Zo’n 200 ideeën kreeg ze binnen. Marks: “Mensen vinden het fijn om gezien en gehoord te worden.”
Lees hier meer over het project van Frederique Marks: “Ideeënvijver”
Marks stelde haar vraag aan Eindhovenaren toen ze trainee bij de gemeente was. Ze kreeg destijds een opdracht mee van de afdeling personeel en organisatie. Ze wilden ‘iets met crowdsourcing doen’.
Maar wat is dat eigenlijk, crowdsourcing? “Met crowdsourcing wil je de crowd benutten vanuit de overtuiging dat het collectief veel meer kennis heeft dan een individu”, legt Marks uit. “Samen komen we dichter bij het juiste antwoord dan wanneer je met een paar beleidsmakers ideeën gaat bedenken.”
Oké, de ideeën van burgers als grondstof dus. Een leuk plan, maar niet zomaar even uitgevoerd, wist ook Marks. Ze bedacht een wedstrijd om het idee te toetsen. Ze richtte de Ideeënvijver op. “De Ideeënvijver was een platform waar mensen ideeën op konden achterlaten”, zegt ze. “De ontwerpwedstrijd voor een pad van het 18 septemberplein naar Strijp-S was mijn manier om het toe te kunnen passen.”
Het platform ging online en was meteen een doorslaand succes. De ideeën stroomden binnen. Van een luchtbrug tot een speciaal pad voor de bekende tweewielige Segways, veel Eindhovenaren dachten enthousiast mee. Uiteindelijk won een student de wedstrijd. Hij bedacht een pop-up Promenade, een groene boulevard met wisselende pop-upboxen waarin kunstenaars en andere creatievelingen hun creaties kunnen tonen.
De promenade kwam er ook echt, tijdens de Dutch Design Week. Na de DDW verdween hij weer. Jammer, maar begrijpelijk, concludeert Marks. Want een gemeente die gaat crowdsourcen, dat is wel even wat anders dan een bedrijf met dergelijke plannen. Marks noemt chipsmaker Lays als voorbeeld: “Zij vragen mensen een nieuwe smaak te bedenken. De winnende smaak wordt ook echt op de markt gebracht. Simpel.”
Een gemeente moet met meer zaken rekening houden. “Het blijft belastinggeld dat je uitgeeft”, aldus Marks. “Bovendien moet je budget aanvragen voor een project waar je de kosten nog niet van weet.” Die kosten hangen natuurlijk af van het winnende idee. Dat kan een heel goedkope, of een heel dure oplossing zijn.
En reeds bestaande bestemmingsplannen, die zijn er ook nog. Of andere langlopende projecten die kunnen botsen met het winnende idee. De website is op dit moment dan ook niet meer in de lucht.
Toch hoopt Marks dat de gemeente in de toekomst weer gaat crowdscourcen. “Het is gratis publiciteit”, vindt ze. “En mensen voelen zich veel meer betrokken bij de stad. Ze merken dat ze een ingang hebben, dat ze serieus worden genomen. Het verkleint de afstand tussen de gemeente en haar inwoners.”
Bovendien zijn crowdsourcecampagnes de ultieme vorm van burgerparticipatie. Ze brengen de Smart Society een flinke stap dichterbij en zijn een bron van potentiële innovatieve ideeën . “Onderschat je inwoners niet”, geeft Marks als tip mee.
Een van de inzendingen voor de Ideeënvijver: een luchtbrug tussen het centrum en Strijp-S, een voorstel van Tim Kouthoofd van Bygg Architecture en PlugIn City.