Author profile picture

Het coronavirus grijpt sinds de scholen weer begonnen zijn in een ongekend hoog – maar vooralsnog geen moordend – tempo om zich heen in Europa. De eerste volle week van september stond in bijna elk land in het teken van ongekend hoge diagnosepieken.

Hoe erg was het? Zo erg dat de legenda van de coronakaart moest worden aangepast. In Kroatië, Tsjechië en Hongarije sneuvelden de oude etmaalrecords van besmettingen. In Frankrijk en Spanje was dit nog erger: hier kwamen eind vorige week in 24 uur zelfs respectievelijk 10.000 en 12.000 nieuwe besmettingen bij. Zulke enorme corona-stijgingen kwamen zelfs in het voorjaar niet voor.

Toch is de situatie van nu amper te vergelijken met die van maart en april. Het aantal doden en opnames is veel lager en er wordt veel meer getest. Hoe moeten we de situatie nu precies duiden? Daar is dit artikel voor: coronadata duiden 101. Geen zorgen, dit is minder saai of complex dan het klinkt.

Om te beginnen is hier de nieuwste weekkaart van Europa. Op de onderstaande sliders hebben we 5 t/m 12 september afgezet tegen twee weken geleden en de eerste week van augustus. De trend is vrij duidelijk.

Nieuw pandemisch hoofdstuk

De schuifkaarten tonen een beeld dat inmiddels bekend klinkt: het aantal infecties is op het hele continent aan het toenemen en er lijkt voor alsnog geen einde aan te komen. Is dit het begin van die gevreesde najaarspiek?

In het Verenigd Koninkrijk denken ze in elk geval van wel. Vanaf maandag is het in het hele land verboden om je in groepen met meer dan zes personen te begeven. Deze regel geldt ook voor restaurants, winkels en sportscholen.

Centraal-Europa lijkt deze herfst de dans niet te ontspringen zoals in het begin van het jaar. Tsjechië behoort inmiddels tot de grootste coronahaarden van Europa en ook Hongarije kampt met ongekend zware stijgingen. Polen, Servië en Denemarken laten als enige een gestage daling zien.

De aantallen zijn inmiddels zo hoog dat de wekelijkse coronakaart toe is aan een update. De huidige schaal- en kleurverdeling is aangepast op de situatie in juni toen de groeiaantallen veel lager waren. Aangezien deze cijfers naar verwachting nog wel een poosje in de lift zitten, krijgt de Europakaart een upgrade om klaar te zijn voor het nieuwe pandemische hoofdstuk.

De grenswaarden zijn verhoogd en verandert in ronde getallen. Daarnaast is het contrast en saturatie van het kleurenpalet verhoogd zodat de landsdelen beter van elkaar te onderscheiden zijn. Het resultaat is hieronder te zien.

Een nieuw kleurenpalet dat klaar is voor de naderende najaarsgolf

Wat betekent dit?

Puur gebaseerd op de besmettingscijfers en de stijgingen zou je verwachten dat heel Europa middenin een tweede verwoestend voorjaar zit. Toch zijn de intensive cares en crematoria (nog) leeg. Hoe kan dat? Het antwoord: testcapaciteit.

Omdat er nu veel meer wordt getest op Covid-19 dan een half jaar geleden, is het vrij logisch dat er ook meer personen gediagnosticeerd worden met het virus. In maart was bijna nergens de testcapaciteit op orde. Omdat het coronavirus bij een aanzienlijk deel van de vaak jongere patiënten (nagenoeg) zonder symptomen verloopt, bleef het leeuwendeel destijds onder de radar. Zo werden kwetsbare doelgroepen zoals ouderen ‘ineens’ heel ernstig ziek.

Hoe groot is dit effect? Er zijn schattingen dat een half jaar terug misschien wel 90 procent van de coronapatiënten nooit officieel is gediagnosticeerd. Om de ernst van een pandemie te meten, is het vrij praktisch om te weten wie ziek is en wie niet. En dat doe je met testen. De neusswabkampioen van Europa is met grote afstand Denemarken. In de onderstaande Our World in Data is het weekgemiddelde van afgenomen tests per 1.000 inwoners in 12 Europese landen te zien.

Test, trace, isolate

Maar met alleen testen kom je er niet. Om een nieuw rampscenario te voorkomen is de vuistregel test, trace, isolate essentieel. Door adequaat te testen breng je de pandemische situatie in kaart. Contactonderzoek – door mensen of een app – zorgt ervoor dat contacten van een coronapatiënt in beeld komen. Zelfisolatie moet voorkomen dat de patiënt Covid-19 op anderen overbrengt. Maar de basis ligt bij adequaat testen.

Wat is genoeg testen? Hiervoor hanteert de WHO een belangrijke grenswaarde van 3% positieve tests. Als meer dan 3% van de neusswabs een positieve uitslag geeft, dan is dit een belangrijke indicator dat er te weinig getest wordt. Op dat moment is de kans dat nieuwe lockdowns – die niemand wil – de verspreiding de kop in moeten drukken reëel. Aan de andere kant heeft massaal testen weinig zin als slechts een man en een paardenkop het virus bij zich draagt. Hierdoor geeft het percentage en de ontwikkeling positieve tests een minstens zo accuraat beeld van een situatie als besmettingscijfers.

Our World in Data houdt ook deze gegevens bij op de kaart. Hieronder is het percentage positieve coronatests te zien. Met de player is bovendien te zien hoe de percentages positieve tests vele malen hoger waren dan nu. Dit effect wordt met de grafiek eronder nog duidelijker. Hier is de info op de kaart gekoppeld aan de toename in besmettingen.

Weinig testen, veel ellende

Veel landen zijn in september boven die 3%-norm gekomen. Hier moeten alle zeilen bijgezet worden om de verspreiding van het virus onder controle te houden. Zodat zit niet als een sluipmoordenaar onder patiënten met milde of zonder symptomen een weg zoekt naar de kwetsbaarste groep: de ouderen.

In Nederland was vorige week 2,8% van de coronatests positief, nipt genoeg voor de 3%-norm en vele malen lager dan de torenhoge 26% van begin april. Dit aantal moet alleen niet nog verder oplopen. Spanje lijkt de controle als eerste te verliezen, met 11% positief zitten zij (opnieuw) het hoogst van de EU. Ook Tsjechië en Frankrijk moeten zich zorgen maken. De minste aanleiding voor virusvrees hebben voorlopig de Baltische Staten, Scandinavië en Duitsland. Daar bevatte minder dan 1 op de 100 afgenomen monsters vorige week SARS-CoV-2.

Besmettingscijfers zijn per definitie onvolledig. Het is immers onmogelijk om iedere Covid-19-patiënt te lokaliseren. Voor een vastgestelde diagnose is een positieve testuitslag nodig, maar als die testuitslagen er niet zijn, dan blijft het aantal nieuwe patiënten in de systemen ook laag. Daarom zegt dit percentage misschien wel meer over de pandemie in het hier en nu dan diagnosecijfers. In Nederland geeft het RIVM dit percentage elke dinsdag vrij in zijn epidemiologische rapport. Vermoedelijk wordt deze week de 3%-norm ruim overschreden gezien de snelle opmars en de capaciteitsproblemen in de teststraten.

Dus hoe staan ‘we’ ervoor? Veel minder goed dan in juli, maar veel beter dan in maart. Dit is terug te zien in de laatste belangrijke indicator van deze episode: de toename van het aantal sterfgevallen. In de onderstaande grafiek zijn deze in een logaritmische schaal gezet zodat het verschil met het voorjaar zichtbaar blijft én de nieuwe piek in Frankrijk en Spanje te zien is. De situatie is voor nu absoluut niet te vergelijken, maar sinds augustus neemt dit aantal wel gestaag toe.

Herfstdagen van de waarheid

De aankomende weken worden heel spannend voor Europa. Aangezien we geen soortgelijk scenario kennen, blijft het gissen hoeveel besmettingen er precies nodig zijn om opnieuw voor overbelaste zorgstelsels en sterfte te zorgen. De kans dat het opnieuw uit de hand loopt is aanwezig, maar aan de andere kant zijn er ook restricties van kracht om dit te voorkomen. En hoewel er nog geen vaccin of medicijn bestaat, zijn artsen er wel steeds beter in geworden om ernstig zieke coronapatiënten in leven te houden en hun verblijf in het ziekenhuis aanzienlijk te verkorten.

Een pandemie duiden blijft best lastig gezien het gebrek vergelijkbare situaties. Maar de combinatie van relatieve groeicijfers van besmettingen met het percentage positieve tests en sterfte, bieden als je landen onderling wil vergelijken de meeste houvast. En aangezien de hele wereld deze ramp in 2020 voor de kiezen krijgt, is verschillende landen naast elkaar leggen juist heel goed mogelijk.

Toch gebeurt dit vrij weinig. Veel nieuwsmedia blijven zich focussen op dagkoersen, binnenlandse cijfers die eigenlijk helemaal niet veel zeggen en gedupeerden wier vakantie door corona in het water viel.

Om deze dataduiding 101 af te sluiten een paar voorbeelden van matige corona-informatie in hypothetische nieuwskoppen.

Een uitzonderlijk onbruikbare corona-wereldkaart van de Hongaarse overheid met cumulatieve cijfers zonder legenda

Persona non data

“In het Verenigd Koninkrijk zijn in totaal 368.504 mensen besmet met het virus.” Wat een hoog aantal, net zoveel inwoners als Utrecht ongeveer! Maar ook dit zegt niks over de huidige situatie. Omdat het coronavirus al een half jaar de mensheid ontwricht, zijn cumulatieve data nagenoeg zinloos. Iemand die in maart besmet raakte – is op enkele herbesmettingen na – op dit moment geen coronapatiënt meer. Hij is een ‘closed case’ dat zoiets betekent als genezen of overleden.

Als je de huidige situatie wilt duiden, kun je beter kijken naar het aantal besmettingen in de laatste veertien dagen en het liefst per hoofd van de bevolking. 368.504 (ex)-coronapatiënten in Spanje is immers een heel ander verhaal dan hetzelfde aantal in Utrecht. Dit zou betekenen dat iedere Utrechter besmet zou zijn (geweest). Iets wat met het coronavirus niet gaat lukken omdat het niet besmettelijk genoeg is.

Nog een voorbeeld! “Frankrijk en Spanje meldden recordstijgingen van 10.000 en 12.000 nieuwe besmettingen in 24 uur!” Ja, dit schreef ondergetekende in de eerste alinea van dit verhaal. Zulke absolute getallen werken prima in nieuwskoppen. Ze zeggen echter niks over trends. Die aantallen klinken alarmerend, maar als er in de dagen eromheen maar enkele tientallen gevallen bij kwamen valt het voortschrijdende weekgemiddelde mee. Ook kan niet worden uitgesloten dat er in een dag misschien wel een 5 miljoen mensen getest zijn. Niks aan de hand? Wel dus. Op basis van de kaarten kon je zien dat ook het percentage positieve tests, besmettingen per 100.000 inwoners en sterfte in de lift zit. Alle reden tot gepaste zorg.

Voor wie nog meer duiding, data en kaarten wil zien, is de site van Our World in Data een verademing. Ideaal als je informatie zoekt over de pandemie zonder opinie, politieke belangen en PR-praat. Ook mensen zonder statistiek-knobbel, zouden hun Covid-19-introductie eens moeten lezen. Naast de visualisaties in dit verhaal hebben ze nog tientallen andere kaarten, grafieken en analyses op mondiaal niveau van virale zijpaden waarvan je nooit had gedacht dat je ze zou willen verkennen. Zo bieden ze de striktheidsindex van anti-coronamaatrdegelen per land, bieden ze tips voor het dagelijkse leven en het maximaal toegestane aantal aanwezigen op feesten en partijen.

Die laatste is wel zo praktisch voor wie de blits wil maken met zijn verse thuisvirologenkennis en wil weten uit hoeveel mensen het gesprek mag bestaan waar hij dan het middelpunt van is.