De laatste volle week van augustus was er op coronacijfergebied in veel landen eentje van nieuwe pieken. Waar de Benelux al in juli met een opleving te maken kreeg, verspreidde het virus zich nu ook sneller in landen als Italië, Denemarken en Duitsland. Daar was het tot dusver relatief rustig gebleven.
Heeft dit te maken met teruggekeerde vakantiegangers? De Duitsers denken van wel, dit vakantie-effect kwam vorige de vorige Europese episode over corona aan bod. Vakantielanden Spanje en Frankrijk waren tussen 22 en 28 augustus de absolute pandemie-pijnpunten van het continent.
Dat de reisadviezen massaal naar oranje of rood gingen, lijkt dan ook weinig verbazingwekkend. Zo zag dit eruit op de continentale coronakaart. Vergelijken met afgelopen week en maand is mogelijk met de interactieve sliders.
Stijging en stablisatie
De drie landen met de grootste toename zijn net als vorige week Roemenië, Frankrijk en Spanje. Vooral het laatste land is inmiddels bijna helemaal donkerpaars. De hoofdstedelijke regio Madrid meldde in een week tijd maar liefst 14.415 nieuwe gevallen, dit komt neer op een toename van 243,5 per 100.000 inwoners. Ook voor de rest van de continentale top vijf moeten we in Spanje zijn: de Balearen, La Rioja, Baskenland en Navarre.
Verder zit het noordoosten van Frankrijk stevig in de lift met de grootste stijging in de hoofdstedelijke regio Île-de-France. Hoofdsteden zijn wel vaker de grootste coronabroeinesten van het land. Dit is eveneens het geval in Nederland, België, Portugal, Tsjechië en Oostenrijk. Dit is ook logisch aangezien het virus zich in dichtbevolkte gebieden sneller kan verspreiden.
Portugal, Hongarije en het Oosten van Duitsland houden het virus nog altijd vrij goed buiten de deur. Maar voor de laagste cijfers moeten we rond de Baltische Zee zijn. Finland en de drie Baltische Staten lijken ook nu weer weinig reden tot virusvrees te hebben.
Komt deze trend ook terug op de andere Our World in Data-kaarten? Het aandeel positieve tests is in het noordoosten van Europa laag en laat eveneens geen stijgende lijn zien.
Percentage positieve tests
Sterfte door Covid-19 per 1M inwoners
Ontwikkeling van BNP in tweede kwartaal
Fins fort of Spaans benauwd
Inmiddels mag toch wel overal in Europa van een tweede golf of zomerpiek gesproken worden, bijna overal dan. Portugal en het oosten van Duitsland houden de pandemieperikelen voorlopig nog buiten de deur, maar er is een land dat eruit schiet: Finland.
En dat is ook al sinds het voorjaar zo. Het land kent vrij weinig problemen met Covid-19: op dit moment zijn er sinds het begin slechts 8.049 positieve coronatests voorgekomen en overleden slechts 335 personen. En dat is heel weinig voor een land met een gemiddeld oudere bevolking dan de meeste Oost- en Centraal-Europese landen die ook weinig sterfte kennen. Het aantal tests dat positief is, is met 0,3% de laagste van heel Europa. Van de Eurozone waren het eveneens de Finnen die de kleinste klap te verduren kregen in het tweede kwartaal. Het dipje daar bleef beperkt tot slechts 3,2%.
Spanje daarentegen is net als in het voorjaar opnieuw een uitschieter op alle gebieden die je niet wilt. In totaal raakten 455.621 inwoners besmet en kunnen bijna 30.000 van hen dit niet meer navertellen. De verspreiding gaat er op dit moment het rapst, de sterfte lag er al hoog en neemt nu weer toe, het aantal positieve tests is na Oekraïne en Kroatië het hoogst van allemaal en de economie kromp er met maar liefst 18,5 procent, het sterkste verval van de hele Eurozone.
Een verschil van dag en nacht tussen twee moderne Eurozonelanden die twee compleet verschillende half jaren hebben doorgemaakt. Hoe is dit verschil te verklaren? Hieronder wordt ingezoomd op Finland en Spanje.
Bastion aan de Baltische Zee
Meestal als het over eigenzinnig, liberaal en ‘geslaagd’ coronabeleid gaat, komt buurland Zweden aan bod. Maar eigenlijk is dit land helemaal niet zo bijzonder op Europese schaal. Of je het nou met een economische of epidemiologische bril bekijkt: Finland pakt het goed aan. Hoe komt dat? Het Scandinavische land dat ironisch genoeg de gelukkigste bevolking heeft én het hoogste aantal depressies, leeft al decennialang in een ‘vrees voor het ergste’. Het land deelt meer dan duizend kilometer grens met het expansionistische Rusland en wordt ook wel gekscherend de Doomsdayprepper van Scandinavië genoemd.
De dreiging uit het oosten kennen ze al vanaf de Tweede Wereldoorlog en dit is eigenlijk nooit verdwenen. Hierdoor is enerzijds de draagkracht onder de bevolking aanzienlijk als de regering voor een acute dreiging waarschuwt. Anderzijds hebben de Finnen decennialange ervaring met noodscenario’s bedoeld voor de invasie van een vreemd leger. Ze kunnen hun medische voorzieningen binnen een handomdraai opschalen om zo een onverwachte stroom mensen op te vangen die zorg nodig hebben. Dreiging van een boze buurman zorgde er mede voor dat Zuid-Korea en Taiwan zich zo kranig wisten te weren.
Net als de Aziatische landen, hanteren de Finnen een streng deurbeleid. Voor de meeste Europeanen is het op dit moment nog steeds niet toegestaan om het land binnen te komen zonder noodzakelijke reden. Een andere overeenkomst is dat Finland een gecentralistische eenheidsstaat is waarin een federale overheid de lakens uitdeelt en lagere overheden zich beperken tot een uitvoerende taak. Een van deze maatregelen was het invoeren van een universeel basisinkomen. Verder kon het land leunen op zijn royale verzorgingsstaat en was het heropenen van scholen er geen probleem gezien de kleine schoolklassen met alle ruimte om afstand te bewaren.
Tenslotte is er de voorzichtige en introverte Finse volksaard. Zelfs binnen het vrij afstandelijke Scandinavië staan ze bekend als introvert, bescheiden en afkeer van smalltalk. Anderhalve meter afstand bewaren lijkt er ook buiten corona om de volksaard te zijn. Zware maatregelen die het dagelijks leven platleggen? Dit is net als in Zuid-Korea eigenlijk nooit aan de orde geweest. Tenzij je vanuit het buitenland komt dan.
Spaanse steekvlam
De coronacrisis verloopt in Spanje heel anders. Hier lijkt het nu voor de tweede keer helemaal mis te gaan nadat het land in het voorjaar ook al de zwaarste zeperd om de oren kreeg. Zowel economisch als epidemiologisch is Spanje een ramp. Het land is voor een groot deel afhankelijk van toerisme en automotive industrie, precies twee sectoren die keihard zijn getroffen door de pandemie. Met 18,5 procent krimp in het laatste kwartaal en een jeugdwerkloosheid van 40,5% staat het land er hondsberoerd voor.
En het ging in het voorjaar ook al goed mis met deze federatie waarin autonome regio’s vrij veel zelf mogen bepalen. Toch maakt dit het land politiek gezien niet stabieler. Terwijl het coronavirus door het land raast, beschuldigen ‘Madrid’ en de regio-regeringen elkaar van wanbeleid. Beleid was er maar heeft de boel niet veel geholpen. Politiek gezien gaat er heel erg veel mis: onderschatte de regering het gevaar volledig in het voorjaar, ging de invoer van een basisinkomen de mist in en wordt er niet aan contact-tracing gedaan.
Om economisch niet ook nog een rampzalig derde kwartaal door te maken, opende het land zijn grenzen weer na een zeer strenge lockdown. De economische belangen zijn enorm voor op een na populairste vakantieland van de planeet. De gastvrije, bourgondische en extraverte Spanjaarden staan erom bekend om ieders verblijf – inclusief dan van henzelf – zo aangenaam mogelijk te maken. Fysiek contact zit net als het praten met de handen ingebakken in de volksaard. Dat toeristen het virus meenamen, leken ze op de koop toe te nemen. Maar komt deze ‘tweede ronde’ hen opnieuw duur te staan?
Onder de Spaanse bevolking is de onvrede over de regering enorm. Slechts een derde van de inwoners heeft nog vertrouwen in de aanpak van de regering. Na een strenge lockdown waarbij meer dan een miljoen boetes werden uitgedeeld, zijn de Spanjaarden alle restricties beu. Tijdens de zomermaanden werd ondanks mondkapjes-verplichtingen weer als vanouds gefeest, geknuffeld en corona verspreid. Een nieuw pakket aan maatregelen moet dit terugdringen, maar de besmettingen blijven vooralsnog in hoog tempo stijgen.
Een laatste verschil tussen Spanje en Finland zit hem in de lockdownmaatregelen. Deze waren in Spanje zeer streng en in Finland eigenlijk totaal niet. Hieronder is te dien hoe ‘draconisch’ de restricties per land in Europa waren eind april. Our World in Data ontwikkelde een schaal van 0 tot 100 om dit te meten.
Lockdown geen sleutel tot succes
Heeft de Finse overheid zich met draconische maatregelen en een zware lockdown coronavrij gehouden? Niet dus. Het land kende een van de mildste lockdowns van Europa en leek in grote lijnen op die van Zweden. Alleen vielen er in Finland veel minder doden en bleef de economische schade tot het minimum beperkt.
Spanje behoorde tot Italië en Frankrijk tot de meest regressieve landen van Europa afgelopen voorjaar. Toegegeven: hier waren ook wel meer maatregelen nodig dan in Finland, maar in het noorden hadden ze de draaiboeken al in maart op orde waardoor corona nooit echt een probleem heeft kunnen worden.
Vier maanden later is Spanje nog steeds ‘strikter’ dan Finland terwijl het aantal besmettingen en doden in het Zuid-Europese land de pan uit reist. Finland is qua restricties op dit moment vergelijkbaar met Zweden. Dit is met de playknop op de kaart zelf aan te passen.
Maar hoe is dit enorme verschil dan te verklaren. Een combinatie van draagkracht onder de bevolking, pro-actief regeringsbeleid, contact-tracing, het bewaken van de buitengrenzen en een groot verschil in de maatschappelijke mindset en economie.
Kan Spanje zo het Finse voorbeeld gaan kopiëren? Waarschijnlijk niet. Hiervoor verschillen de twee landen veel te veel. Een pandemisch beleid moet passen bij de specifieke situatie. Finland lijkt bij Covid-19 vanwege zijn gecentraliseerde structuur, verzorgingsstaat, alerte bevolking, geschiedenis, timide cultuur en eenheidsstaat alleen wel een 6-0 voorsprong te hebben bij aanvang.
Speelt de helende werking van de Finse sauna zoals president Loekasjenko van Wit-Rusland suggereerde ook een rol? Daar is geen bewijs voor. Helaas.