Het draait bij Climeworks allemaal om het afvangen van CO2 uit de lucht en de ambitie is om in 2050 een gigaton capaciteit te leveren. De tweede stap op weg naar dat doel is net gezet: na de opening van Orca vorig jaar is het bedrijf begonnen met de bouw van Mammoth. Deze directe luchtafvang- en opslagfaciliteit is het achttiende project en de tweede commerciële installatie. Het is ontworpen met een afvangcapaciteit van 36.000 ton CO2 per jaar wanneer het volledig operationeel is. Het zal naar verwachting twee jaar duren voor dat de installatie, die net als Orca in IJsland is gevestigd, in gebruik genomen wordt.
Opvolger van de Orca
Carbfix, de CO2-opslagpartner van Climeworks, zorgt voor de ondergrondse opslag van kooldioxide. De elektriciteitscentrale van Hellisheiði, die wordt geëxploiteerd door ON Power, voorziet de Mammoth-centrale straks van hernieuwbare energie om het volledige proces te laten draaien.
Climeworks heeft onlangs 650 miljoen dollar opgehaald, wat het bedrijf in staat stelt om deze opvolger van Orca te bouwen. Orca is sinds 2021 operationeel. Het bedrijf werd opgericht door twee Zwitserse werktuigbouwkundigen die studeerden aan de ETH Zürich. De installaties werken op basis van een modulair systeem van CO2-collectoren. Deze collectoren, elk zo groot als een kleine auto, kunnen worden gestapeld in een willekeurig aantal configuraties om een installatie van elke grootte te creëren die CO2 uit de omgevingslucht haalt.
“Met Mammoth kunnen we gebruik maken van ons vermogen om onze modulaire technologie snel te vermenigvuldigen en onze activiteiten aanzienlijk te schalen”, zegt Jan Wurzbacher, medeoprichter en co-CEO van Climeworks. “We beginnen nu aan de bouw van een capaciteit op gigaton-schaal.” Medeoprichter en co-CEO Christoph Gebald voegt daaraan toe dat “niemand ooit heeft gebouwd wat wij bouwen. De beste kans om succesvol te zijn, is om de technologie zo snel mogelijk in de echte wereld te laten draaien. Onze snelle implementatiecycli zullen ons in staat stellen de meest robuuste operaties uit te voeren op een schaal van meerdere megaton.”
De energietransitie in mobiliteit is een megaproject
Carlo van de Weijer deelde zijn optimisme over Climeworks in zijn column ‘Carbon afvangen om mobiel te blijven’ vorig jaar, vlak na de start van Orca.
Onlangs heeft het Zwitserse Climeworks de tot nu toe grootste carbon capture-installatie van de wereld geopend in IJsland. Een opstelling ter grootte van drie zeecontainers, die 4000 ton CO2 per jaar uit de lucht haalt. Dat is een druppel op een gloeiende plaat; we zouden, ook na de te verwachten verbeteringen van de technologie van CO2-afvang, alleen al voor de lucht- en scheepvaart ruim honderdduizend van dit soort installaties moeten maken. Dit zijn overweldigende getallen, maar dat maakt het niet onmogelijk. De komende tien jaar worden er bijvoorbeeld een miljard nieuwe auto’s gebouwd, dus waarom zouden we geen honderdduizend koolstofvangers kunnen bouwen? Ook de duizenden brandstoffabrieken die nodig zijn voor al die synthetische brandstoffen zijn qua volume niet veel anders dan de gigantische hoeveelheid raffinaderijen die we in het fossiele tijdperk hebben gebouwd. De benodigde triljarden kunnen best worden terugverdiend, zeker als we eindelijk een eerlijke CO2-prijs op fossiele brandstof gaan rekenen. Vorige week doorbrak die prijs de grens van 75 dollar per ton, omgerekend 25 cent per liter brandstof, en hij zal zeker verder stijgen. De energietransitie in mobiliteit is een megaproject, maar het is mogelijk. Het is ook al snel economisch sluitend, en dan kan het hard gaan.
Carlo van de Weijer
Koolstof verwijderen
Climeworks wil de klimaatverandering keren door koolstofdioxide permanent uit de lucht te halen. De door de lucht opgevangen koolstofdioxide wordt opgeslagen in de aarde of wordt geüpcycled tot klimaatvriendelijke producten zoals koolstof neutrale brandstoffen en materialen. De directe luchtafvangtechnologie van Climeworks werkt op schone energie en de modulaire CO2-collectoren kunnen worden gestapeld om machines van elke grootte te bouwen.