De handelsoorlog tussen de Verenigde Staten en China leidt ertoe dat Qualcomm de overname van NXP niet door kan zetten. Vandaag is de deadline verlopen waarbinnen de Chinese toezichthouder goedkeuring moest geven. Alle andere toezichthouders waren wel akkoord. Lichtpuntje voor NXP is dat Qualcomm direct twee miljard aan ‘break-up fee’ moet betalen aan NXP. Daarmee vergoedt Qualcomm een deel van de schade voor de energie die NXP heeft gestoken in de overname.
China heeft geen reden gegeven voor de uitgebleven goedkeuring, maar de stap kan niet los gezien worden van de oplaaiende handelsoorlog met de Verenigde Staten. Directeur Steve Mollenkopf van Qualcomm zei tegen persbureau Reuters: “We zijn duidelijk verzeild geraakt in iets wat zich boven ons hoofd afspeelt.”
De overname werd in oktober 2016 aangekondigd. Na een tussentijdse verhoging kwam het bod op het Nederlandse bedrijf op ongeveer 44 miljard dollar. Het hele proces werd vertraagd omdat Broadcom ondertussen een poging deed om Qualcomm over te nemen. President Trump stak daar uiteindelijk een stokje voor.
Richard Clemmer, voorzitter van NXP en Chief Executive Office, is teleurgesteld, maar nog steeds optimistisch over de toekomst van NXP: “Hoewel het ongelukkig is dat het semiconductor powerhouse dat zou zijn voortgekomen uit de transactie met Qualcomm niet kon ontstaan, ondanks 21 maanden van inspanningen door het team, hebben we vertrouwen in onze toekomst als een onafhankelijke marktleider en zullen we onze inspanningen blijven concentreren op automotive en veilige Internet of Things-oplossingen.”
Vandaag heeft NXP ook de resultaten van het tweede kwartaal van 2018 gepubliceerd. De omzet bedroeg $2.29 miljard, dat is 4% hoger dan vorig jaar en 1% hoger dan het eerste kwartaal van dit jaar. NXP gaat, onder meer met het nu ontvangen bedrag van Qualcomm, voor $5 miljard aan eigen aandelen inkopen. De beurskoers heeft de laatste tijd nogal te lijden gehad onder de overnameperikelen en NXP probeert dat op deze manier wat te herstellen.