De eerste ervaringen met het het Campus Community Fund (CCF) zijn volgens platformmanager Ronald Hesse zeer positief. “Sinds de oprichting september vorig jaar is er al zestig miljoen euro via het fonds uitgegeven en meerdere bedrijven en projecten hebben ervan gebruik gemaakt”, vertelt hij over de telefoon. “Je kunt spreken van een vliegende start.”
Ook Rabobank, een van de deelnemers aan het fonds, is enthousiast. “Groningers zijn een bescheiden volk. Daardoor worden we in Brussel en Den Haag soms wat minder gezien dan andere kenniscentra. Terwijl we hier fantastische dingen doen waar we trots op mogen zijn. Dit fonds zal helpen dat te verbeteren”, vertelt Peter Scheij, directeur Bedrijven bij Rabobank Stad en Midden-Groningen.
Volgens Hesse is het doel voor dit jaar om met het fonds een investeringsbedrag op te halen van 100 miljoen euro. In 2025 moet dat dan verder zijn opgelopen tot een half miljard. Deels is dat bedoeld voor investeringen in de infrastructuur. Denk bijvoorbeeld aan laboratoria. Een ander deel van het geld zal gaan naar de financiële ondersteuning van start-ups en scale-ups.
Meer dan alleen financiering
“Financiering zoeken, is overigens maar een klein onderdeel van wat het gemeenschapsfonds doet”, zegt Hesse. “Je moet het CCF vooral zien als platform. Het is dat ene loket waar iedereen kan aankloppen met zijn projectvoorstellen en financieringsbehoeftes. Maar ook een platform waar wetenschappers en bedrijven elkaar kunnen vinden om innovatieve ideeën uit te wisselen en om te zetten in de praktijk.”
Het idee voor een Campus Community Fund werd een paar jaar geleden geboren tijdens een studiereis naar China, vertelt Peter Scheij. Samen met een aantal andere mensen betrokken bij de Campus, waaronder directeur Edward van der Meer, keken ze hun ogen uit hoe innovatiecentra als paddenstoelen uit de grond leken te schieten, met alles erop en eraan, van laboratoria tot woningen en kantoorruimte.
“Zeer indrukwekkend”, zegt Scheij. “Het getuigde van grote professionaliteit en was inspirerend voor de Groningers om ook met wat meer bravoure op te treden.” Ondertussen had de Rabobank Regio Eindhoven in 2019 bekendgemaakt dat het 1 miljard euro beschikbaar zou stellen voor financiering van bedrijven en infrastructuur op Brainport Eindhoven. Scheij: “Dat willen wij ook, was toen de gedachte.”
Al snel vormde zich daarna een groep gelijkgezinden, wat afgelopen jaar leidde tot oprichting van het Community Fund, met Ronald Hesse als manager.
Hoe werkt het?
Hesse legt uit dat het feitelijk gaat om het bij elkaar brengen van vraag en aanbod. “Voor jonge hoog-innovatieve bedrijven bij ons op de campus, zoals SG Papertronics, QDI Systems en EV Biotech, is het vinden van financiering altijd een ingewikkelde opgave. Maar als ze ook nog een innovatief idee hebben of een technologie die in de kinderschoenen staat, wordt het nog lastiger. Het CCF helpt hen dan de juiste financiële partners te vinden. Wij zorgen ervoor dat een ondernemer zicht krijgt op de beschikbare fondsen. Dat kunnen subsidies zijn, bankleningen of investeringen.”
Een voorbeeld: stel, een bedrijf heeft 10 miljoen euro nodig om zijn innovatieve ambities te realiseren. Het gaat eerst naar de bank om te kijken of zij een krediet kunnen geven. Dat wil die bank wel, maar alleen als bijvoorbeeld ook de Investerings- en ontwikkelingsmaatschappij van Noord-Nederland meedoet. Als het bedrijf daar aanklopt, is het antwoord “ja”, maar alleen als er ook aanspraak kan worden gedaan op passende innovatieregelingen en publieke sponsoring.
Hesse: “Al deze diverse loketten waar je langs moet, maken het complex en tijdrovend om je financiering rond te krijgen. Het fonds maakt dat we deze partijen vroegtijdig bij elkaar zetten om gezamenlijk naar de case te kijken. Zo acteren we als een ecosysteem, dat gezamenlijk ja of nee zegt op doorgang van projecten zodat we een push kunnen geven aan een innovatieve regio.”
De geprognotiseerde 500 miljoen euro in 2025 mag volgens Hesse dan ook deels gezien worden als extra geld. Zonder CCF zou er ook geïnvesteerd zijn, maar minder. Tussen 2015 en 2019 was het bijvoorbeeld 365 miljoen euro.
Voor de financiers van jonge bedrijven, zoals de NOM en de Rabobank, betekent het fonds een bundeling van krachten. Scheij: “Voor de goede orde: wij zijn als Rabo nu direct betrokken bij het fonds. Maar als een bedrijf liever zaken doet met ING of ABN Amro, dan hebben we die ook zo aan tafel.”
Hetzelfde geldt voor andere stakeholders in de regio zoals de stad en de provincie Groningen, de Rijkuniversiteit Groningen, Hanzehogeschool Groningen, het UMCG en verschillende grote bedrijven op de Campus zoals het agrarisch concern Avebe en Symeres uit de health-sector.
Voorbeeld EV Biotech
Linda Dijkshoorn, CEO van EV Biotech, vindt het CCF een uitstekend initiatief. Zij is een van die jonge ondernemers op de campus die in 2019 haar bedrijf heeft opgestart samen met twee partners. “Ik heb toen gebruik gemaakt van alle mogelijke financiële tools in Groningen. Maar als start-up is het best lastig om daarin je weg te vinden. Gelukkig hadden we toen hulp van het Venture Lab – een incubator waar verschillende start-ups zitten – maar het had eenvoudiger mogen zijn. Zeker met subsidieaanvragen.”
Dijkshoorn heeft het verder prima naar haar zin in Groningen. Haar bedrijf begeeft zich op het terrein van de “bio-based economy” of circulaire economie. Het doel van haar bedrijf is om micro-organismen zodanig te programmeren dat ze kunnen dienen als natuurlijke vervangers van bijvoorbeeld kunststof materialen, smaak- of geurstoffen.
Dijkshoorn: “Er zijn natuurlijk veel bedrijven die hiermee bezig zijn. Maar het bijzondere van ons bedrijf is dat een groot deel van het werk plaatsvindt achter de computer met modellen waarmee we voorspellingen maken over wat er gebeurt als we kleine wijzigingen aanbrengen in het DNA. Dat noemen wij het dry-lab, wat dan vervolgens in praktijk wordt uitgetest in het wet-lab.”
Het bedrijf groeit als kool en heeft nu 16 mensen in dienst. Een eerste pilot voor grotere productie staat op het punt van beginnen. Het gaat daarbij om 15.000 liter van een bepaalde geurstof en van bioplastic.
Van het CCF verwacht Dijkshoorn dat het vooral investeringen realiseert in de infrastructuur. Dat is volgens haar nog een van de gaten in het ecosysteem van de Campus Groningen. Er zou meer ruimte mogen zijn voor scale-ups. Verder zou ze het prachtig vinden als er een nog groter laboratorium bij zou komen voor bedrijven als het hare.
Den Haag en Brussel
Hesse denkt dat het Community Fund in veel van de behoeftes van bedrijven als EV Biotech zal kunnen voorzien. Verder hoopt hij dat het fonds de aandacht zal trekken van Den Haag en Brussel, “want subsidies zijn belangrijk voor de innovatieve activiteiten op een Campus”.
Hesse: “De ervaring leert dat ze in Den Haag vaak over Groningen heen kijken. Maar als we vanuit Groningen daar binnenkomen en zeggen dat we 500 miljoen investeren in de sectoren chemie, agrifood, digitalisering en gezond oud worden (Healthy Ageing), en dat we werken aan projecten van investeerders en private ondernemers, dan is de aandacht ineens wel gewekt!”
Volgens Hesse werkt het nu al. Zo is er bijvoorbeeld de laatste tijd veel meer aandacht van grote vastgoedontwikkelaars die specifiek in Groningen willen investeren.
Van de eerste 60 miljoen uit het fonds gaat een derde deel naar de bouw van het Innovatiecentrum Chemie & Engineering op de Zernike Campus Groningen. Scheij verwacht dat uiteindelijk ongeveer twee-derde van het fondskapitaal bestemd zal zijn voor private investeringen en een-derde voor allerlei publieke voorzieningen op de Campus. Denk aan de hele infrastructuur, gebouwen, laboratoria, etc.
Project: Fascinating
Eén van de projecten waarbij het CCF van toegevoegde waarde is, is het programma “Fascinating”, dat in samenwerking met Campus Groningen is ontwikkeld. Agrifirm, Avebe, Cosun Beet Company en Friesland Campina bouwen met Fascinating aan een circulair landbouwsysteem dat een gezond dieet ondersteunt, in balans is met de natuur en economische impact realiseert. Het is een open test- en innovatieprogramma dat bedrijven, de landbouwsector, kennisinstellingen en de omgeving verbindt om haar doelen te behalen.
Fascinating realiseerde in december 2020 ruim 20 miljoen euro aan financiering van haar private partners en de Provincie Groningen. Het programma wordt beheerd door het Institute for Sustainable Process Industry (ISPT).
“Campus Groningen is bij uitstek de plek voor Fascinating en haar ambities. “Hier vinden we toegang tot hoogwaardige expertise, talent, faciliteiten en infrastructuur. Daarnaast maakt het netwerk de laagdrempelige regionale verbinding naar beschikbare landbouwgronden, proefboerderijen, chemische industrie en een grootschalige industriële infrastructuur voor de verwerking van biomassa en duurzame energie”, aldus Tjeerd Jongsma, Directeur ISPT. “We kijken uit naar de inrichting van innovatieve samenwerkingen en faciliteiten, samen met het CCF.”