Author profile picture

Verborgen achter het onderwijsinstituut Luzac aan de Heezerweg zit een drie-eenheid die zich buigt over ‘moeilijke dingen’. Het zijn Pepijn Verburg, Paul van Beek en Joep Elderman; drie net aan de TU/e afgestudeerde industrial designers die moeilijke dingen “gewoon heel gaaf” vinden. De naam van hun bedrijf ‘Bureau Moeilijke Dingen’ is een ode aan hun studententijd.

Alle drie zaten ze opeenvolgend in het bestuur van studievereniging Lucid. En alle drie zaten ze in een “soort ICT-commissie” genaamd de Moeilijke Dingen Commissie, vertelt Paul. “Het beschrijft heel goed wat we doen. Als mensen vragen wat ik doe dan zeg ik iets in software en hardware en dan vraag ik ze wat zij moeilijk vinden. Het probleem dat ik dan hoor, beschrijft wat wij doen.”

“Het klikte zo goed dat we vanuit daar ook projectjes zijn gaan doen.” Die projecten kostten wel meer tijd dan ze aanvankelijk dachten en ze vonden het “heel leuk om met zijn drieën problemen op te lossen”. Paul: “Tijdens onze studie al bedachten we dat we of ergens samen konden gaan werken of we gewoon konden blijven doen wat we leuk vinden. Er was even een mogelijkheid dat we samen bij een bedrijf zouden gaan werken maar dat is uiteindelijk afgeketst. Toen besloten we met zijn drieën er volledig voor te gaan.”

September vorig jaar huisden ze in en hun medebewoners zijn een chiropractor en Pronexus, een ontwikkelaar van internetapplicaties voor regionale en gemeentelijke overheid, scholen en besturen. Ze vonden hun onderkomen via Funda en hadden één vereiste: de combinatie van een goed kantoor en een kleinere werkplaats, om “een beetje te kunnen boren en zagen”. Die ruimte vonden ze aan de Heezerweg. Het kantoor richten ze gestaag in met spullen van veilingen en Ikea. En in de werkruimte staat de werkbank, een kleine server (ook de ICT doen ze zelf) en een stellagekast met spullen die ze verzamelden tijdens de studietijd en waarmee ze “dingen kunnen maken”.

Het is de afwisseling tussen programmeren, fysieke dingen maken en alles online met elkaar verbinden, zoals ze zelf zeggen. “We hebben opdrachten maar maken ook voor onszelf moeilijke dingen. Daartussen een goede balans te vinden is, denk ik, het lastigste als je net begint”, meent Paul.

Wat doen jullie dan?

“We maken interactieve prototypes”, vertelt Pepijn. “Interactief is het gedeelte dat geprogrammeerd wordt, het prototype is het fysieke component.” Voor die fysieke component schuren, zagen, frezen en boren ze net zolang tot het esthetisch verantwoord is en het ontwerp ook nog kan communiceren met de programmatuur die aan de binnenkant zit. Ook die programmatuur solderen, kalibreren en ontwikkelen ze zelf. Dat klinkt heel ingewikkeld en abstract en dat is het ook, lacht Pepijn. “Wij geloven erin dat het fysieke de toekomst heeft. Alleen hoe dat eruit ziet, weten we niet. Misschien gaat het een hele andere kant op of zeggen we over twintig jaar wel ‘was dat nou zo moeilijk?’”

“Nu gaat veel via touch screens en websites. Daar doen we ook wel veel in, omdat daar nu eenmaal vraag naar is, maar uiteindelijk willen we er vooral ook iets tastbaars aan toevoegen”, gaat Joep verder. “Die rijkheid van materialen zoals hout, aluminium en RVS kunnen voelen, dat willen we behouden. Voelen wat je doet dat en niet alleen glas aanraken.”

Vanuit zijn studietijd ontwikkelde Pepijn ‘Olly’, van buiten lijkt het op een platenspeler maar binnenin zit apparatuur die muziek onthoudt die je downloadt of streamt. “Een soort de cd-kast waar je af en toe in kijkt om te zien wat je een aantal jaar geleden luisterde. ‘Olly’ speelt uit zichzelf muziek die je bijvoorbeeld vijf jaar geleden luisterde en zo gaan die muziek en de bijbehorende herinneringen niet verloren.” Samen met oud-studiegenoten van de TU/e en de Simon Fraser Universiteit in Vancouver gaat Pepijn de platenspeler bij drie gezinnen in Vancouver testen.

interaction
‘Olly’, foto Wouter van der Wal

Nog tijdens hun studie maakten ze voor Mediamarkt de ‘Energiecheck’. “Een interface die de energiezuinigheid van producten laat zien. Het was aanvankelijk een tool voor verkopers om mensen te helpen energiezuinige producten te selecteren. Paul: “We hebben hier een online variant van gemaakt. Bijvoorbeeld als je een wasmachine van 10 jaar oud hebt en je wilt naar AA plus. Dan berekent de Energiecheck hoeveel je bespaart.”

Philips is nu een van hun opdrachtgevers. “We bouwen voor Philips een online platform met fysieke prototypes. Helaas kunnen we niet teveel over dit project vertellen maar die fysieke prototypes moeten er wel mooi uit komen te zien.” Hiervoor gingen Pepijn en Joep twee dagen naar Delft. Daar heeft Pepijns vader, die lichtobjecten maakt, een werkplaats. Er staan drie frees- en vier draaibanken, waarmee ze aluminium of RVS kunnen bewerken. “Dan staan we van ’s morgens vroeg tot ’s avonds laat achter de machines. Uiteindelijk hadden we een set van 30 prototypes en alle interne onderdelen”, vertelt Pepijn. In hun werkplaats is het “vooral even snel een gaatje boren”.

DSC_2069
Pepijn in de werkplaats

Andere opdrachtgevers zijn Hightech fashion, van Pauline van Dongen, en de TU/e. Joep: “Het is ook gewoon heel leuk om onderdeel te worden van ideeën die in andere bedrijven spelen. Sommige bedrijven hebben een hele sterke visie in een bepaalde richting. Het is mooi om daar onderdeel van te zijn. Mediamarkt zit heel dicht tegen de markt aan, wat we daar maken, moet direct inzetbaar zijn. Philips is veel conceptueler, daar draait het om de lange termijn. Heel interessant om te zien.”

Alle drie komen ze van buiten Eindhoven: Joep uit Huizen, Noord-Holland, Paul uit Dongen en Pepijn uit Delft. “We zijn fan geworden van Eindhoven. Er hangt een leuke sfeer en er is een mentaliteit ‘we gaan gewoon gave dingen doen en niet zo zeuren, we zien wel of het wat wordt, allebei goed’” zegt Joep. “Zelfs bij de gemeente is er veel bereidheid om mee te denken aan leuke initiatieven om de dingen op een andere manier te doen.” Pepijn heeft wel een kanttekening: “Het is niet de mooiste stad, als het vergelijkt met Delft”, lacht hij, “Maar de sfeer is heel gaaf. En er zijn nogal wat moeilijke dingen te vinden.”

Hoofdfoto: Paul van Beek, Joep Elderman, Pepijn Verburg