Het NatLab in 1984, door de ogen van Ed van der Elsken. © Philips
Author profile picture

‘Juist omdat het zo goed gaat in Brainport Eindhoven, is het zaak om die kracht van vandaag te koppelen aan de uitdagingen van morgen’. Aldus Arnold Stokking, Managing Director Industry bij TNO en initiator van de toekomstverkenning van Brainport Eindhoven; waar liggen kansen voor de regio als het gaat om innovatie en nieuwe business modellen in 2038? In deze tweewekelijkse column lichten Stokking en direct betrokkenen belangrijke punten uit die toekomstverkenning toe.

Als het gaat om ideeën voor de toekomstverkenning, kijken nogal wat techneuten in Brainport Eindhoven graag naar het verleden. ‘Bestond het Natlab als broedplaats voor innovatie nog maar, dan komt alles wel goed’, is de strekking van hun nostalgische opvatting. En ze hebben gelijk als het gaat over het feit dat de regio daar een groot deel van het huidige succes aan dankt. Maar dat betekent niet dat we die lijn op dezelfde manier kunnen doortrekken naar de toekomst. Met technologische doorbraken alleen krijgen we onze samenleving niet door de 21e eeuw heen. Dan raken we namelijk de helft van die samenleving onderweg kwijt.

De furore van het Natlab ligt immers ook aan de toenmalige tijdsgeest, toen zo’n plek voor uitvinders – waar behalve industrieel ook fundamenteel onderzoek gedaan werd – een concern als Philips inderdaad sprongen vooruit hielp. En omdat Philips goed voor zijn medewerkers zorgde, kwam met het bedrijfssucces ook de ontwikkeling van de stad Eindhoven in een stroomversnelling, wat uiteindelijk leidde tot het huidige Brainport. We kennen de geschiedenis van onze regio (hopelijk) wel. Dan weten we ook dat er in de glorietijd van het Natlab tienduizenden mensen uit de regio bij Philips werkten. Het was dus een sociale én dominante werkgever, maar die tijd is voorbij.

Sterker nog, wereld ziet er tegenwoordig totaal anders uit. Door digitalisering is alles met elkaar verbonden. Door globalisering en de opkomst van data-reuzen ontstonden nieuwe maatschappelijke zorgen zoals privacybescherming. Maar er kwamen ook vele nieuwe kansen bij die veel meer mogelijkheden bieden, waardoor we de inrichting van onze toekomst veel breder kunnen aanpakken. Die aanpak moet echter wel anders; vernieuwing start tegenwoordig op veel plaatsen met initiatieven in de samenleving, meer dan vanuit een centraal lab. De aanpak moet ook veel inclusiever worden in het kader van maatschappelijke acceptatie.

Ik zie heil in grote, iconische broeinesten waar mensen uit alle geledingen van de maatschappij bij betrokken zijn: industrie, kennis, handel en ‘gewone’ inwoners. Proeftuinen waarin al die partijen samenwerken aan toekomstscenario’s.

Ik zie daarom heil in grote, iconische broeinesten waar mensen uit alle geledingen van de maatschappij bij betrokken zijn: industrie, kennis, handel en ‘gewone’ inwoners. Proeftuinen waarin al die partijen samenwerken aan toekomstscenario’s. Een goed voorbeeld is Brainport Smart District, een wijk in Helmond Brandevoort waar ‘technologie hand in hand gaat met sociale cohesie’, aldus de betreffende website. In dat living lab worden nieuwe duurzame systemen, materialen, producten, processen en diensten geïntegreerd, toegepast en uitgeprobeerd. Een plek bij uitstek om te werken aan antwoorden op de grote vraagstukken op het gebied van mobiliteit, gezondheid, voedselproductie en veiligheid; juist die global challenges waar we voor staan met z’n allen. En daar hebben we proeftuinen voor nodig, met ruimte voor creatieve oplossingen waarbij meer komt kijken dan technologie.

In de zoektocht naar hoe we de toekomst moeten inrichten, is Brainport Smart District echt een inspiratiebron. Omdat daarbij heel vrij wordt nagedacht over de vraag ‘hoe organiseer je een wijk?’ Net zoals de Brainport Industries Campus (BIC) een inspiratiebron is als vooruitstrevende werk- en leeromgeving waar kennisinstellingen en bedrijven gezamenlijk ideeën en business cases bedenken. En stel dat we de filosofie achter Brainport Smart District en BIC toepassen op de ontwikkeling van Eindhoven Airport, om dat vliegveld duurzamer en veelzijdiger te maken? Ik denk dan aan een ‘Passenger Terminal Eindhoven’ of iets dergelijks. Een infrastructureel verbindingspunt waar station en vliegveld samenkomen en je net zo makkelijk op de trein naar Deurne als op het vliegtuig naar Londen stapt. Ander voorbeeld; een methode waarmee automobilisten intuïtief door de stad vervoerd worden richting parkeergarages, zonder files. Kortom; broeinesten van inspiratie waar experimenteerruimte komt voor burger- en bedrijfsinitiatieven.

Als we zulke belangrijke maatschappelijke aspecten op die creatieve, multidisciplinaire manier optuigen, dan hebben we als Brainport straks écht een wereldwijde voorbeeldrol. Wij kunnen dat, kijk maar naar de gebiedsontwikkeling van Strijp-S en Strijp-T. Of de High Tech Campus Eindhoven, waar ik zelf werk. Dat Rick Harwig, voormalig CTO van Philips Research, de poorten van dit terrein openzette en nieuwe organisaties zoals TNO expliciet uitnodigde zich hier te vestigen, gaf een enorme boost. Rode draad door al die voorbeelden? Een partij die aanvankelijk de regie heeft, initieert maar geeft vervolgens de uitvoering uit handen aan verschillende andere spelers. Dát is de manier om de toekomst sámen vorm te geven. En natuurlijk hebben we daar ook een bulk technologie bij nodig. Een Natlab zal zeker helpen, omdat broeinesten heel veel technologie vragen. Gelukkig zijn we daar nog steeds heel goed in!

Om de toekomst van Brainport Eindhoven zo breed mogelijk in kaart te brengen, zijn alle ideeën meer dan welkom. Wie graag mee wil denken, kan contact opnemen via [email protected]

Hoofdfoto: © Ed van der Elsken, 1984 (NatLab)