De Brainportregio is een belangrijke groeimotor van de Nederlandse economie. Het is dan ook, zowel voor de regio zelf als voor het land, van groot belang om die positie verder te verstevigen. Dat daarmee niet alleen het verdienvermogen toeneemt maar ook talrijke maatschappelijke opgaven kunnen worden aangepakt, maakt dat doel alleen maar relevanter. In een serie van 12 artikelen kijkt Innovation Origins naar de meest in het oog springende vraagstukken binnen dit streven. Leidraad daarbij is het onderzoek ‘Brainport aan de top‘ dat Rabobank in samenwerking met Strategy Unit publiceerde. Vandaag het zesde artikel in deze reeks, waarin we naar kijken naar het belang van scherpe keuzes.
Zoveel mogelijkheden, zoveel sleuteltechnologieën die onze aandacht verdienen, zoveel kansen ook voor initiatieven uit de Brainportregio. Ga er maar aan staan: nanotechnologie, Artificial Intelligence (AI), Smart Industry, 3D-printing, system engineering en fotonica, ‘zomaar’ wat sleuteltechnologieën die niet alleen grote verwachtingen voor de toekomst in zich bergen maar ook specifiek appelleren aan de kwaliteiten van Brainport. En toch… we kunnen niet alles, al is het maar om financiële redenen.
Betere medische zorg
Eén van de belangrijke opgaven waar de Brainport dus voor staat, is dus het maken van scherpere keuzes voor (sleutel)technologieën. Want dat die technologieën belangrijk zijn in de context van de Brainport-ambities, daar is vriend en vijand het over eens. Sleuteltechnologieën zorgen voor betere medische zorg, schoner vervoer, efficiëntere productie, om maar wat te noemen. Zij helpen onze maatschappij en zijn ook economisch van groot belang, want ze creëren meer bedrijvigheid, productiviteit, nieuwe markten en grotere concurrentiekracht.
De betrokkenen bij het Rabobankonderzoek geven aan dat er momenteel nog veel versnippering is, vooral als het gaat om de verdeling van de schaarse beschikbare middelen. “Het zou helpen als enkele technologieën echt als speerpunten worden benoemd, waar omheen een cluster kan worden ontwikkeld; een geheel van samenwerkende bedrijven en instituten.”
Vanzelfsprekend moeten deze speerpunten dan in het verlengde liggen van wat er nu gebeurt en waar de regio goed in is, maar dat maakt het direct lastig: elk van deze grote sleuteltechnologieën kan immers helpen bij de oplossing van de grote maatschappelijke opgaven op wereldniveau. En dat is precies waarin Brainport zo graag een rol wil spelen.
Vertrekpunt voor het maken van deze keuzes is de triple helix: de zo geroemde samenwerking tussen bedrijven, overheid en kennisinstellingen in de regio. Dit samenspel krijgt van de ondervraagden een 7,3 als rapportcijfer; velen zien het als doorslaggevend bij een vervolgsucces. Voor Brainport-directeur Paul van Nunen komt dat ook door de aard van de innovaties in de Brainportregio. “Je kunt daar allerlei ingewikkelde beschouwingen op loslaten, maar essentieel is dat wij in Europa – maar zeker in Nederland – minder vanzelfsprekende budgetten hebben dan in sommige andere gebieden op de wereld. Dat komt mede omdat wij ons niet richten op platformtechnologieën, waarvoor investeerders eerder hun beurs trekken. Bij ons gaat het veel meer om complexe producten, met een hoog afbreukrisico en een doorlooptijd van soms wel 10 tot 15 jaar. Dat betekent dat we niet alleen altijd moeten werken aan fondsen – super mooi dat we afgelopen week het nieuws kregen over het nieuwe Deep Tech fonds – maar ook aan slimme samenwerking. Juist daarom is die triple helix zo essentieel voor ons.”
Brainport Agenda
In de afgelopen zomer gepresenteerde Brainport Agenda is ook volop aandacht voor het belang van de grote sleuteltechnologieën: fotonica, nanotechnologieën, kwantumtechnologieën en Hightech met daarbinnen digitale technologieën, geavanceerde materialen, chemische technologieën, life science-technologieën en engineering- en fabricage-technologieën. “Kiezen moet, maar we kunnen niet kiezen tussen sleuteltechnologieën op het algemene niveau van digitale technologieën, engineering en fabricagetechnologieën of fotonica”, staat in de Agenda. “Kiezen kan wel op een aantal niveaus dieper: tussen specifieke technologieën én in combinatie met hun toepassingsmogelijkheden en de kracht van ons innovatie-ecosysteem.”
Als voorbeeld noemt Van Nunen EAISI, een van de ambitieuze programma’s uit de regio waarbij de kennisinstellingen samen met de industrie en overheden bouwen aan maatschappelijke oplossingen. EAISI richt zich op AI, niet toevallig een van die veelgenoemde sleuteltechnologieën. Van Nunen: “Als het gaat om keuzes maken, dan is dit er dus zeker een. Wij willen dé AI-hub zijn in de wereld van AI-systems. Met EAISI kan dat gaan lukken: gezamenlijk vormgegeven, logisch in onze cultuur passend en typisch anti-hiërarchisch georganiseerd. De algemene focus in ons ecosysteem mag dan gericht zijn op de bouw van die grote, ingewikkelde hightech machines, maar dat maakt AI niet minder belangrijk. Ook machines zijn tegenwoordig volledig datagedreven.”
Er vol voor gaan
Ook voor Rabobank-directievoorzitter Marc Cootjans is AI een logische keus. Maar het hoeft niet de enige te zijn, voegt hij toe. “Op het gebied van fotonica zijn bijvoorbeeld ook al grote stappen gezet, die een vervolg verdienen. Je moet een paar technologieën uitkiezen en daar dan vol voor gaan. Dat is echt essentieel: als dat niet lukt, moet je er niet aan beginnen.”
Maar wat is dat dan, ‘er vol voor gaan’? Cootjans: “Dat betekent dat de triple helix er samen achter moet staan. Dat er substantieel geld komt van publieke en private bronnen. En dat we erkennen dat veel van die middelen moeten landen bij de scale-ups; de bedrijven die de fase van start-up ontgroeid zijn maar nog extra steun nodig hebben omdat de ontwikkeling van hun belangrijke product zoveel tijd in beslag neemt.”
Het is precies wat ook Paul van Nunen aangeeft: een platformtechnologie, die vaak in korte tijd ontwikkeld kan worden, is een veel aantrekkelijker investeringsobject dan dat bedrijf dat zich richt op die ingewikkelde maar oh zo belangrijke machine. De ‘onrendabele top’ in het ontwikkelproces zal deels door overheden of publiek-private fondsen moeten worden opgevangen. Cootjans: “Die scale-ups zijn onze grootste uitdaging op dit vlak. Daar moet echt groot geld naar toe. De aankondiging van het nieuwe deep-tech fonds is dan ook zeer welkom. En natuurlijk nemen wij als bank hierin ook onze rol. We bekijken nu op welke wijze we als Rabobank aan willen sluiten bij dit fonds.”
Koploper zijn of worden
Terug naar de keuzevraag. De Brainport-agenda benadrukt dat het geen statisch moment is, maar een constante zoektocht waarbij de invloeden en ontwikkelingen rond onder meer mondiaal onderzoek en toepassingsmogelijkheden. Maar uiteindelijk is er toch een wensenlijstje. Paul van Nunen: “We investeren extra in de sleuteltechnologieën waar we koploper in zijn of willen worden en die een belangrijke rol spelen in het realiseren van maatschappelijke transities.” Brainport legt om die reden de nadruk op:
- Advanced manufacturing en specifiek additive manufacturing.
- Geïntegreerde fotonica,
- Artificial Intelligence
- Micro- en nano-elektronica.
Daar bovenop komt nog een agenda rond systeemdenken, ofwel systems engineering. Daarbij gaat het om het verbinden van technologieën en integreren van systemen. Systeeminnovatie vraagt om forse investeringen. Daarin speelt niet alleen technologie een rol. Ook nieuwe standaarden, vernieuwingen in wet- en regelgeving en gedragsverandering zijn van belang.
Geen wedstrijd met China en de VS
En dan is er nog de positie van Brainport, Nederland en zelfs Europa op mondiale schaal. De sleuteltechnologieën zijn allerminst het alleenrecht voor Brainport. China en de VS hebben beide sterk ingezet op data-gedreven investeringen, zo stellen ook de ondervraagden voor het rapport vast. Is dat nog wel een kansrijk gevecht? “Daar tegenin gaan, lijkt een zware strijd.” Cootjans en Van Nunen zijn er niet bang voor. “Deels in samenwerking, deels in concurrentie”, zegt de Rabodirecteur. “Maar hoe dan ook moeten we gas geven op deze thema’s. Op onze eigen manier, met onze eigen knappe koppen. We hebben alles in huis om die rol te spelen.”
“Plaats het vooral niet in een wedstrijd met China en VS”, vult Van Nunen hem aan. “Het gaat om onze eigen kracht, en die hoeft voor niemand onder te doen.”
Lees hier de andere tot nu toe gepubliceerde artikelen in deze 12-delige serie.