Hoewel de hightech-industrie de laatste jaren bijna twee keer zo snel groeit als de gehele economie, staat de positie van de toeleverancier in die keten onder druk, zo concludeert ING in een recent onderzoek. “Eindfabrikanten zijn weliswaar steeds meer gaan inkopen, maar vooral in het buitenland (inmiddels voor ruim tweederde).” Volgens ING komt dat deels doordat de grote bedrijven (de Original Equipment Manufacturers, ofwel OEMs) hun opdrachten naar lagelonenlanden hebben verplaatst.
John Blankendaal, managing director van Brainport Industries, ziet andere trend. “Wij hebben al jaren geleden afscheid genomen van die afwachtende houding waarin je als toeleverancier eigenlijk alleen maar op prijs kunt concurreren. Op die manier win je het namelijk inderdaad nooit van de landen met goedkope arbeidskrachten. Nee, wij hebben met de 107 bedrijven Brainport Industries juist een netwerk laten ontstaan in plaats van afzonderlijke ketens. En binnen dat netwerk zorgen we ervoor dat we op het gebied van mensen, techniek en markt beter zijn dan de concurrentie verder weg. Door onze diversiteit en onderlinge uitwisseling van kennis, geheel volgens onze principes van Industrie 4.0 de time to market en kosten voor de OEM’ers verkorten. Die OEM’ers zien inmiddels heel goed in dat ze daarom beter bij ons kunnen aankloppen.”
De toenemende inkoop bij producenten in andere landen raakte volgens ING vooral toeleveranciers uit de Nederlandse metaal- en elektrotechnische industrie, bij uitstek de bedrijven uit de Brainportregio dus. De Nederlandse toeleveranciers zouden hun positie kunnen versterken door meer nadruk op het verhogen van de arbeidsproductiviteit, klantspecifieker werken en het inbrengen van specifieke expertise, zeg ING. Eigenlijk precies dat waarvan Blankendaal aangeeft dat het al volop gebeurt.
De groeicijfers die ING presenteert zijn op zichzelf correct, zegt Blankendaal. “Maar ze vertellen niet het hele verhaal. Als je bijvoorbeeld ziet dat ASML een belangrijk deel van het werk uitbesteedt in Duitsland, dan is dat vooral bij Zeiss en Trumpf. Nou, moet je eens zien hoeveel Nederlandse kentekens er op het parkeerterrein van Zeiss staan. Wat blijkt namelijk? Heel veel van het werk van Zeiss wordt weer belegd bij Nederlandse toeleveranciers, waaronder veel van onze leden. Dan kan ASML dus wel zeggen dat Zeiss een belangrijke toeleverancier is, maar dan vergeet je hoe belangrijk de toeleveranciers van de toeleveranciers zijn.”
Voor Blankendaal komt daar nog bij dat het alleen maar goed is dat de Nederlandse toeleveranciers zich breed oriënteren. “De afhankelijkheid wordt veel te groot als ze zich tot de eigen regio, of het eigen land, zouden beperken. Een bredere blik zorgt ervoor dat een onderneming diverser wordt. Daardoor sta je sterker in je schoenen en dat helpt zowel de toeleverancier als de OEM.”
VDL, dat veel banden heeft met toeleveranciers uit binnen- en buitenland, maar ook zelf vaak als toeleverancier opreedt, herkent zich in dat beeld. “De hightech maakindustrie groeit, met name in Brainport Eindhoven”, zegt VDL-woordvoerder Miel Timmers. “VDL heeft fors geïnvesteerd in die groei en dat betaalt zich uit, waardoor we stevig meegroeien in die groeiende hightech markt.”
Bert-Jan Woertman, directeur van Brainport Industries Campus, benadrukt het belang van goede toeleveranciers in de directe omgeving. “In onze business van hoge complexiteit, lage volumes en hoge specialisatiegraad is nabijheid belangrijk. Niet alleen voor een sfeer van vertrouwen, maar ook omdat je elkaars aanwezigheid nodig hebt om precies te snappen wat je voor elkaar kunt betekenen. Niet voor niets roept Peter Wennink van ASML altijd dat de wereldklasse van ASML rechstreeks gerelateerd is aan die van de waardeketen erachter.”
Daarnaast ziet Woertman ook een trend onder lokale toeleveranciers om de vleugels uit te slaan. “Neem een bedrijf als Anteryon hier op de BIC, die leveren hun robotonderdelen over de hele wereld.”