De Brainportregio is een belangrijke groeimotor van de Nederlandse economie. Het is dan ook, zowel voor de regio zelf als voor het land, van groot belang om die positie verder te verstevigen. Dat daarmee niet alleen het verdienvermogen toeneemt maar ook talrijke maatschappelijke opgaven kunnen worden aangepakt, maakt dat doel alleen maar relevanter. In een serie van 12 artikelen kijkt Innovation Origins naar de meest in het oog springende vraagstukken binnen dit streven. Leidraad daarbij is het onderzoek ‘Brainport aan de top‘ dat Rabobank in samenwerking met Strategy Unit publiceerde. Vandaag het vijfde artikel in deze reeks, waarin we naar kijken naar het belang van internationalisering.
Het ecosysteem van samenwerkende high tech bedrijven binnen Brainport is zo succesvol, dat er wel eens hardop wordt gedacht over het exporteren van het hele samenspel naar een mooie plek in het buitenland. Een suggestie die naar voren kwam uit de rondetafelgesprekken die Rabobank voerde met de gesprekspartners voor het onderzoek, is de vorming van ‘Brainport-hubs’, “waarbij je het succes van de Brainport-regio kopieert naar andere plekken in de wereld.” Of dat echt kan werken, weten we misschien binnenkort, als de Sino Dutch High-Tech Innovation Port in Suzhou, vlakbij Shanghai, heeft laten zien waartoe het in staat is.
Oprichter Hans Duisters van Sioux Technologies zet zich al ruim twee jaar in voor dit initiatief, dat volgens hem in verschillende behoeften kan voorzien van bedrijven die zich op de Chinese markt willen richten. “Wij bouwen een veilige landingsplaats voor bedrijven uit Nederland. Een vertrouwde omgeving, waarbinnen je zaken als recruitment, verkoop, cleanrooms, assemblage, showrooms en zelfs R&D kunt delen, zonder het risico dat Chinezen meteen met je idee aan de haal gaan. Je moet het zien als het samenwerkingsmodel dat we bijvoorbeeld ook van Brainport Industries kennen.”
Wederzijds belang
Diverse grote spelers uit Brainport hebben de stap naar Suzhou of omgeving al gezet, zoals – naast Sioux zelf – Frencken, NTS, VDL, Prodrive en Neways. En dat is niet meer dan logisch, zegt Jos van Rooij, Senior Relatiemanager voor de Sector industrie bij Rabobank Corporate Clients. “Het heeft grote voordelen: de band in de keten wordt er sterker door maar het wordt bijvoorbeeld ook makkelijker om op locatie nieuw talent te vinden. Dit stelt de toeleveranciers in staat mee te groeien met de OEM’s en dat verkleint hun afhankelijkheid.”
Zijn collega Hilde van Gastel, Credit Risk Manager Corporate Clients, ziet bovendien een wederzijds belang. “De internationalisering is gestart vanuit het volgen van OEM’s door de toeleveranciers. Niet alleen de toeleveranciers maar ook de OEM’s zelf zijn gebaat bij een betere spreiding van de risico’s voor hun toeleveringsbedrijven. Internationalisering levert nieuwe klanten op, toeleveranciers kunnen daardoor groeien en zijn beter bestand tegen periodes van tegenwind. De eenzijdige afhankelijkheid neemt daardoor af met als gevolg dat een OEM het eigen netwerk van toeleveranciers sterker ziet worden.”
Kans en bedreiging
Het onderzoek noemt internationalisering zowel een kans als een bedreiging. “Om te voorkomen dat bedrijven wegtrekken naar het buitenland moet er geïnvesteerd worden in die omgevingsfactoren die het mogelijk maken voor bedrijven om internationaal te blijven opereren. Het unieke partnerschap in de Brainport-regio wordt dus nog belangrijker.” Die samenwerking kun je volgens de betrokkenen vervolgens ook inzetten om te concurreren op de mondiale markt. “Door gebruik te maken van elkaars netwerk, maak je het voor kleine bedrijven mogelijk om binnen te komen bij de grote bedrijven.”
Dat hoeft trouwens helemaal niet beperkt te blijven tot China. Volgens de ondervraagden zijn er ook binnen Europa voldoende mogelijkheden. “We kijken als industriële producent naar voorbeelden en gebieden waar competenties zich clusteren”, zegt één van hen. “De krapte aan technisch geschoold personeel is daar mede een motivatie voor. Ook elders in Europa zijn er regio’s, met een voor ons zeer goed technologisch profiel, die niet onderdoen voor de kwaliteiten van Brainport Eindhoven.”
Vleugels uitslaan
Om echt stappen te kunnen zetten, is het niet alleen nodig dat bedrijven vanuit Brainport hun vleugels kunnen uitslaan naar het buitenland; ook in ‘eigen huis’ moet er wat gebeuren, zegt Yorick Cramer, Sectorspecialist Industrie bij Rabobank en een van de schrijvers van het rapport. “Het een kan niet zonder het ander. De regio zal zelf lokaal moeten investeren in voorzieningen als infrastructuur, de beschikbaarheid van kapitaal maar ook in pure denkkracht. En tegelijkertijd moeten, voor nu vooral via een digitale structuren, de connecties gelegd worden voor een netwerk dat de toeleveranciers in staat stelt ook elders hun opdrachten te halen. Om zo hun afhankelijkheden te verminderen.”
Naomie Verstraeten, Program Director International voor Brainport Development, helpt bedrijven vanuit Brainport aan contacten over de hele wereld. “Met partijen als Brainport Development, Brainport Industries, BOM en HightechNL focussen we ons op de behoeften van de bedrijven. Dat doen we door veel gesprekken te voeren aan de hand van een gestructureerd format en ze vervolgens in contact te brengen met relevante netwerken. Ervaring leert dat deze netwerken vaak dichterbij huis liggen dan je in eerste instantie denkt.”
Eigen regio
Met kleinschalige bijeenkomsten en rondetafels brengt Verstraeten met haar team kleine, grote, regionale en in de regio gevestigde buitenlandse bedrijven bij elkaar. “Al deze bedrijven hebben namelijk relevante internationale netwerken die ze eenvoudig en snel kunnen ontsluiten voor elkaar. Vanuit onze visie begint internationalisering vanuit Brainport. Natuurlijk is het goed als je als Brainport partners gezamenlijk optrekt in het buitenland om als regio krachten te bundelen en nieuwe markten te ontsluiten maar tegelijkertijd moet dat ook gebruikt worden om relevante bedrijven en instituten uit die regio te verleiden om juist hier actief te worden.”
Verstraeten hoopt daarmee deze partijen zo enthousiast te maken van “onze manier van werken” dat zij zelf ook onderdeel willen worden van de ‘harde kern’ van Brainport. “Daarmee verbreden en versterken we ons eigen ecosysteem. En het voorkomt dat je elders op de wereld een kopie van het Brainport ecosysteem gaat bouwen zonder de stimulans voor die buitenlandse partijen om ook hier in de regio actief te worden. Met als netto resultaat het risico dat je alleen maar bedrijvigheid van hier exporteert maar daar niks voor terugkrijgt als regio. Onder de vlag van Brainport, met de Brainport partners, op de Brainport manier gezamenlijk optrekken is goed, maar wel met de kracht van het ecosysteem hier als vertrekpunt. Dat is de enige manier om ervoor te zorgen dat we ook in de toekomst in onze eigen regio doorgroeien en diversificeren.”
Niet genoeg
Hoe mooi het initiatief van Sioux Technologies in Suzhou ook is, voor Hilde van Gastel is het nog lang niet genoeg. “Natuurlijk is Suzhou niet de enige plek waar je een Brainport-achtige samenwerking ziet ontstaan buiten de landsgrenzen. In Zuid-Duitsland gebeurt het bijvoorbeeld ook en er zijn nog wel wat plekken waar het geprobeerd wordt. Maar we zouden dit veel structureler kunnen aanpakken. De samenwerking die hier binnen Brainport zo succesvol is, zien we in het buitenland maar mondjesmaat terug.”
En dat is volgens haar extra hard nodig omdat de uitdagingen binnen Brainport zelf al groot genoeg zijn. “Kijk naar hoeveel moeite het ons kost om de juiste talenten te vinden. Als de groei van Brainportbedrijven alleen in deze regio zou moeten zitten, wordt die uitdaging alleen maar groter.” Beter zou het dus zijn om het gedachtegoed van Brainport op andere plekken op de wereld verder te gaan uitbouwen. “De naam ‘Brainport’ kan daarbij de leverage creëren die je nodig hebt. Met zo’n merknaam kom je gewoon anders binnen dan wanneer je het als alleenstaande toeleverancier probeert. Dat is in het verleden al voldoende gebleken: als bedrijf alleen heb je ongelofelijk veel geld, energie en tijd nodig om ergens binnen te dringen en dan nog is er – zeker in de high tech industrie – geen garantie op succes. Onder de vlag van Brainport kan dat veel makkelijker. Daar ligt een kans voor de toekomst.”
Brainport is internationaal een veel sterker merk dan menigeen binnen de regio zelf misschien bewust is, zegt ook Yorick Cramer. “Dit merk kan deuren openen, bedrijven kunnen daar enorm van profiteren. Kijk bijvoorbeeld maar eens hoe Brainport Industries dat heeft aangepakt: met samenwerking over concurrentiegedachten heen is ook in het buitenland heel veel mogelijk.”
Hans Duisters kan dat alleen maar beamen. “Als we samenwerken in plaats van te concurreren, kunnen we de koek voor iedereen groter maken.” Wat voor China geldt, zou zomaar ook elders tot een succes kunnen uitgroeien.
Lees hier de andere tot nu toe gepubliceerde artikelen in deze 12-delige serie.