Produceren we in 2050 nog wel voldoende voedsel om alle monden op aarde te voeden? Volgens berekeningen van het World Economic Forum niet, er moet van alles anders om de dan 10 miljard mensen van voldoende en gezond eten te voorzien. De productie moet flink omhoog. Als het even kan, op minder grond, met minder water en vooral op een duurzamere manier.
Aan Nederland zal het niet liggen, want landbouwproducten gaan heel de wereld over. Van zaadje tot groente en fruit. Van kennis tot machine. Nederland is op de VS na de grootste exporteur van landbouwproducten. Met een kleiner oppervlak weet ons land het maximale eruit te halen. Mede door innovaties zoals veredeling van groenterassen, toediening van voedingsstoffen op maat en ander gebruik van de bodem lukt het boeren en telers om op dezelfde oppervlakte meer groente en fruit te oogsten. Zo werd 25 jaar geleden per jaar nog ongeveer 40 kilogram tomaten geplukt van een vierkante meter. Inmiddels is dit ruim 50 kilogram. (CBS)
Maar het kan altijd beter, want ook hier zijn er nog genoeg problemen. Mestoverschotten, droge periodes en bodemuitputting. Ook zijn er reststromen, zoals restafval van een oogst of producten die niet in de schappen terecht komen (kromme wortels of te kleine courgettes), waar mogelijk nog iets mee gedaan kan worden.
Om deze problemen op te lossen werken overheid, kennisinstellingen en het bedrijfsleven in Noord-Brabant samen onder AgriFoodInnovation. Op de TU/e in het onlangs geopende Innovation Space werd het startschot gegeven voor deze samenwerking. ZLTO, de Universiteit van Wageningen (WUR), de Technische Universiteit Eindhoven (TU/e), Hogeschool Arnhem en Nijmegen (HAN) en het JADS krijgen ondersteuning van AgriFood Capital, Brainport Development, de BOM en REWIN West-Brabant. Elies Lemkes-Straver is lector duurzaam produceren in agrifood aan de HAS en maakte zich hard voor deze samenwerking: “We moeten de hele keten verduurzamen, dat kan een sector niet alleen doen. Hiervoor is samenwerking essentieel, niet alleen tussen bedrijven. Maar er is ook veel kennis nodig.”
Maar hoe wil AgriFoodInnovation zorgen voor een duurzamere keten? Simpel gezegd, meer data en hightech in de veehouderij en land -en tuinbouw. Jakob de Vlieg is professor applied data science aan de TU/e en JADS. “We staan voor een hele grote wereldwijde uitdaging: een snel groeiende wereldbevolking, minder bruikbare landbouwgrond en we krijgen steeds meer te maken met de gevolgen van klimaatverandering. Er is een systeemverandering nodig om genoeg voedsel te kunnen blijven produceren op een duurzame wijze.”
Ondanks de enorme uitdagingen heeft De Vlieg goede hoop dit gaat lukken: “Kijk naar de vooruitgang in robotica en sensing technologie. Nieuwe methoden leveren steeds nauwkeurigere data op. Snelle ontwikkelingen in AI maken het mogelijk complexe data steeds beter te vertalen in voorspellende modellen voor gewasgroei in verschillende omgevingen. De cross-overs tussen agrifood en hightech en data vormen de basis voor het kunnen blijven produceren van gezond, smakelijk en betaalbaar voedsel op duurzame wijze.”
Maar hier is volgens de wetenschapper nog veel wetenschappelijk onderzoek voor nodig. “Veel faculteiten op de TU/e kunnen bijdragen aan nieuwe kennis en technologie op dit gebied. Hier op de TU/e zijn we sterk in robotica, werktuigbouwkunde en informatica. Er zijn al wat voorbeelden te geven die veelbelovend zijn: koude plasma om bacteriën te doden of AI en computer vision om het fokken van dieren te optimaliseren. Ik denk dat boeren een andere rol krijgen in de toekomst door al deze technologische ontwikkelingen.”
Meer data en techniek in combinatie met de kennis van de WUR over landbouwprocessen moet leiden tot startups, spin-offs en andere bedrijvigheid. AgrifoodInnovation gaat de komende tijd verschillende proeftuinen en ‘moonshotprojecten’ opzetten of verder uitbreiden. De privaat-publieke samenwerking gaat bijvoorbeeld onderzoeken of reststromen gebruikt kunnen worden om verspilling tegen te gaan. Zo heeft Nederland twintigduizend ton aan wortelresten. Van schraapsel tot kromme worteltjes die niet in de schappen terecht komen. In AgriFoodInnovation zoeken deelnemende partijen nieuwe toepassingen voor die reststroom. Ook wordt er gekeken naar een digitale gewasketen waar met sensoren het proces van zaadje tot oogst wordt geoptimaliseerd. Het doel is om het groeiproces en de kwaliteit van de oogst te verbeteren.
Ernst van den Ende van de WUR wil via deze samenwerking wetenschap naar de markt brengen. “Veel kennis gaat al naar projecten in het buitenland. Dat levert ons land veel economisch gewin op. Deze constructie, waarin we verschillende werelden bij elkaar brengen, gaat projecten en kennis opleveren die we over heel de wereld kunnen verkopen.”
Bij de proeftuinen en projecten zullen ook studenten betrokken worden. De Vlieg: “Het is mooi om te zien met wat voor creatieve oplossingen ze komen. Studenten werken aan technologieën die vaak nog niet mogelijk zijn, ze laten zich niet tegenhouden en blijven heel gefocust op het resultaat. Die instelling hebben we nodig.” De Vlieg pleit voor een studentencompetitie à la Solar Challenge: “Deze competitie heeft veel impact waar ook bedrijven naar kijken, dat kan rond agrifood, tech en data ook. Een competitie waar studenten werken aan oplossingen voor een samenleving waarin ze zelf graag willen leven.”