Sciensano, verantwoordelijk voor de influenza-monitoring in België, gaat onderzoek doen naar de effectiviteit van ‘SimplySpiro’. Het in Nederland ontwikkelde mondstuk zou een betrouwbaar en goedkoop alternatief kunnen zijn voor de nu gangbare Coronatests.
De SimplySpiro zou de de keel- en neuswattenstok die nu gebruikt wordt in de coronastraten en door veel mensen als uiterst onaangenaam wordt gezien, overbodig maken. Bovendien is voor de test geen medisch personeel meer nodig, zegt bedenker Remmelt van Tol van het Eindhovense Medco. “Dit kan de uitvoering sneller, makkelijker en veel minder duur maken.”
SimplySpiro is een mondstuk dat waarmee gebruikers direct in een buisje vloeistof kunnen blazen. Analyse van de vloeistof maakt vervolgens, conform de huidige PCR test, duidelijk of het COVID-19 virus aanwezig is. Het blazen zelf kan zonder tussenkomst van medisch geschoold uitgevoerd worden: het mondstuk wordt op het buisje geschroefd waarna de gebruiker diep inademt en vervolgens door het pijpje blaast. De vloeistof gaat borrelenen de lucht vindt zich een weg door de vloeistof naar buiten waarbij mogelijke virusdeeltjes blijven plakken in de emulsie.
Sciensano gaat het mondstuk nu inzetten in hun onderzoek naar de verspreiding van infectieziekten binnen verzorgingstehuizen. Hieruit zou rond april 2021 moeten blijken hoe goed het mondstuk in staat is om virusdeeltjes van COVID-19 en influenza te collecteren. In Nederland zijn nog geen tests gepland; de bedenkers van de SimplySpiro zijn daar wel naar op zoek. “Hoe meer er getest wordt, des te sneller kan dit product daadwerkelijk ingezet worden”, zegt Remmelt van Tol. “Het is heel mooi dat we nu een uitgebreid onderzoek in België krijgen, maar wat ons betreft gaan ook Nederlandse onderzoeksinstituten hiermee aan de slag. Wij hebben er alle vertrouwen in dat we met het resultaat straks de testmogelijkheden rond COVID-19 aanzienlijk kunnen verbeteren.”
“Oplossing binnen handbereik“
Volgens Van Tol is het nog niet mogelijk de tests nu al te verkopen. “Ten eerste moet het product eerst gevalideerd worden, waarbij het gaat om de vraag of het virusdeeltjes kan verzamelen en zo ja, hoe goed. Daarnaast moeten alle diagnostische producten voorzien zijn van een ‘status’, zoals de CE-markering. Deze wordt alleen verstrekt als het product klinisch is bewezen.”
Om zo’n eerste klinische studie uit te voeren moet een aanvraag worden ingediend, het liefst door een academicus, bij de ethische commissie die het onderzoek moet goedkeuren. “Dit om te voorkomen dat allerlei methodieken zonder controle worden toegepast op patiënten. België heeft deze stappen doorlopen en met de resultaten – mits deze goed zijn – komen we een stap dichter bij de registratie van een medical device.”
Van Tol heeft al enkele maanden zonder succes geprobeerd Nederlands onderzoek naar zijn product te laten starten. “Het voelde soms wel frustrerend om een oplossing binnen handbereik te hebben, terwijl er geen stappen konden worden gezet voor de validering ervan. Daarom zijn we extra blij met de erkenning vanuit België.”