In de commentaren op innovaties en nieuwe ontwikkelingen, maar ook op voertuigen die in bepaalde kringen als politiek incorrect worden beschouwd, vind je vaak een klein maar subtiel zinnetje: “Wie heeft het nodig?”
Over veel dingen op onze planeet valt te twisten, en evenveel dingen zijn in feite nauwelijks nodig. Ziekten, armoede, milieuvervuiling of oorlogen, om er maar een paar te noemen. Maar dit gaat over iets anders. Over innovaties.
Mijn rijbewijs, mijn auto, mijn weg
De meningen over autonoom rijden zijn verdeeld. In sciencefictionromans uit het begin van de 20e eeuw reden auto’s al autonoom (zelfs in de lucht). In talloze sciencefictionfilms vermaken de hoofdrolspelers zich in auto’s die volledig autonoom van A naar B rijden. En in veel boeken over de mooie toekomst van de mensheid rijdt de auto van de toekomst ook volledig autonoom.
De betekenis van individueel vervoer ligt niet – zoals filosofisch overdreven en tot nu toe toegeschreven aan Confucius – in de zin “de weg is het doel”, maar in het komen waar men heen wil. In de tussentijd zou men zich eigenlijk liever met andere dingen bezighouden. Met de smartphone, met een boek (ach, helaas tegenwoordig minder), videospelletjes of streaming video. Autorijden is immers verloren tijd als je achter het stuur zit. Tenzij je op de vlucht bent – een actiefilm waarin autonome auto’s achtervolgingen inzetten is vrij onwaarschijnlijk.
Onzin
Vanuit het perspectief van vandaag is dit natuurlijk onzin. De meeste bestuurders houden van hun auto, die niet alleen een statussymbool is, maar ook een uiting van vrijheid. De vrijheid om over kronkelige landweggetjes te razen en het voertuig of de aanhang te laten zien waar de hamer hangt. Sportief rijden, met andere woorden.
Er is geen plaats voor een robot die de auto bestuurt en mogelijk veiliger op de weg is dan jij. En dat verklaart al perfect waarom de meeste mensen antwoorden met de zin: “Wie heeft dat nodig?”.
Veiligheid en verkeersdoorstroming
Over 10-15 jaar zal het beeld echter volledig veranderd zijn. Dan zal de “door mensen bestuurde auto” een uitstervende soort zijn. De auto’s, die dan milieuvriendelijk zijn en autonoom rijden, zullen hun passagiers op het juiste moment oppikken, hen van A naar B brengen en weer vertrekken. In steden zullen de auto’s, als ze nog steeds privébezit zijn, zelfstandig op zoek gaan naar een parkeerplaats met een oplaadpunt (met een robothand of inductie) en automatisch het oplaadproces starten. Thuis zal de auto, bestuurd door AI, helpen het elektriciteitsnet te stabiliseren door gebruik te maken van V2G- of V2H-mogelijkheden wanneer dat nodig is.
Via een smartphone kan de auto naar elke locatie worden geroepen. Rijden onder invloed is dan niet meer relevant. De braakzak zal echter nog steeds door de passagier zelf moeten worden opengevouwen.
Utopia?
Bovendien verwachten veel onderzoeksinstituten die zich bezighouden met het verkeer van de toekomst dat het aantal auto’s in de toekomst drastisch zal afnemen, ook al zal het verkeer min of meer constant blijven. Waarom? Omdat de openbaar te reserveren auto’s minder zullen stilstaan en constant in gebruik zullen zijn.
Brave new world?
Voor velen zal dit utopia waarschijnlijk eerder een dystopia worden, want met autonoom rijden geef je de macht uit handen aan het voertuig. Je geeft jezelf over aan de zorg van een machine. Ethische en filosofische vragen worden dan dringender. Wie krijgt de schuld bij een ongeluk? Hoe gedraagt de AI zich wanneer een autonoom en een klassiek voertuig bij het ongeval betrokken zijn? Hoe beslist de AI in het geval van een gedwongen gebeurtenis wanneer een ongeval een of meer mensenlevens in gevaar brengt, afhankelijk van de reactie?
De toekomst wordt spannend, zoveel is zeker. Het is echter de vraag of de Europese OEM’s tot de top zullen blijven behoren. Europa heeft de neiging om alles in de kiem te smoren met talloze vragen en angsten, terwijl de wereldwijde concurrentie enorme stappen zet in de richting van haar doelen. Dat brengt ons terug bij de vraag, maar deze keer gaat het om Europese regelhysterie: “Wie heeft het nodig?”.