Women in academia - AI-generated image.
Author profile picture

Vandaag, 11 februari, is het internationale dag van de vrouwen en meisjes in de wetenschap. Aandacht is hoognodig, want in wetenschappelijke functies zijn vrouwen zwaar ondervertegenwoordigd. Erger nog: hoe hoger het functieniveau, hoe schever de verhouding tussen vrouwen en mannen. Bij ongewijzigd beleid duurt het nog vele decennia voordat dit veranderd is. 

Tegenwoordig is 45 procent van de promovendi vrouw, terwijl maar 28 procent van de Nederlandse hoogleraren en 34 procent van de universitair hoofddocenten (UHD’s) uit vrouwen bestaat (2022). Bij universitair docenten (UD’s) ligt het percentage vrouwen op 46 procent.

Rathenau
© Rathenau

De ontwikkeling rond promoties is duidelijk: van 8,8 procent vrouwen in 1985 naar bijna 50 procent in 2022. Per wetenschapsgebied zien we grote verschillen. De sterkste stijgingen zien we bij de Technische wetenschappen (van 2,5 procenr naar 28,4 procent), de Natuurwetenschappen (van 6 procent naar 32,5 procent) en de Landbouwwetenschappen (van 8 procent naar 50,6 procent). Bij de Medische wetenschappen was in 2006 het aantal gepromoveerde vrouwen al gelijk aan het aantal mannen in 2006 en anno 2022 is het aandeel vrouwen 62,6 procent.

Per vakgebied zijn de verschillen nog groot:

© Rathenau
© Rathenau

TU Delft

Met name in de technische sectoren is er een groot tekort aan vrouwen. Dat begint al bij de studenten. Om die reden heeft de TU Delft onlangs besloten tot een voorkeursbeleid voor de instroom van hun bacheloropleiding Luchtvaart- en Ruimtevaarttechniek. Dat moet leiden tot een toename van vrouwelijke studenten tot dertig procent voor het studiejaar 2024/2025. Deze maatregel weerspiegelt een toenemende focus op inclusiviteit in technische studies, waarbij het aandeel vrouwen nu blijft steken op twintig procent. Met bijna 3.000 aanmeldingen voor 440 plekken, wordt er nu een aanzienlijk deel gereserveerd voor vrouwelijke studenten. Deze ambitieuze actie van de TU Delft is een pilotproject en sluit aan bij internationale normen voor genderdiversiteit in topposities en de behoefte aan een inclusievere leeromgeving.

De beslissing van de TU Delft om een voorkeursbeleid in te voeren is een reactie op de stagnatie van het aantal vrouwelijke studenten in de techniek. Directeur Onderwijs Joris Melkert benadrukt dat ondanks eerdere inspanningen, zoals het promoten van rolmodellen en het aanpassen van de communicatie, het gewenste resultaat uitblijft. Het doel is nu om middels een concrete interventie de vrouwelijke instroom in een keer significant te verhogen.

Deze nieuwe richtlijn is niet ongegrond. Onderzoek wijst uit dat diversiteit essentieel is voor de innovatiekracht en productiviteit binnen technische sectoren. Vrouwen maken momenteel slechts rond een derde uit van de hightech arbeidsmarkt in de EU, wat wijst op een aanzienlijke genderkloof. Het voorkeursbeleid van de TU Delft kan dus gezien worden als een stap naar een meer evenwichtige verdeling van talent binnen de technieksector.

Internationale voorbeelden zetten de toon

De TU Delft is de eerste Nederlandse faculteit die een dergelijk beleid voor studenten invoert, maar internationaal gezien is dit geen onbekend terrein. Zo heeft de Technische Universiteit Wenen reeds specifieke maatregelen genomen om het aandeel vrouwen in wetenschappelijke posities te verhogen, wat resulteerde in een toename van vrouwelijke medewerkers. Ook de TU Eindhoven deed verschillende pogingen om het aandeel vrouwelijke medewerkers op te krikken. Daar werd de universiteit eerst voor teruggefloten, maar inmiddels is het in een nieuw programma gegoten. Dergelijke initiatieven tonen aan dat strategische maatregelen succesvol kunnen zijn in het realiseren van meer genderdiversiteit.

In de EU-regio’s zien we grote verschillen in de vertegenwoordiging van vrouwen in hightech banen. Sommige regio’s, zoals in Hongarije en Italië, hebben aanzienlijke percentages vrouwen in hightechsectoren, terwijl andere, zoals de Griekse regio Thessalia, achterblijven met slechts 8,3 procent vrouwelijke werknemers. Deze verschillen benadrukken het belang van gerichte acties om genderdiversiteit in technische beroepen te stimuleren.

De invloed van gendergelijkheid op innovatie

Gendergelijkheid in de techniek is niet alleen een kwestie van rechtvaardigheid; het heeft ook economische en innovatieve voordelen. Uit onderzoek van de Technische Universiteit Eindhoven blijkt dat diversiteit in teams leidt tot creatievere en snellere innovatie. Het aannemen van meer vrouwen in wetenschappelijke posities is daarom niet alleen een ethische kwestie, maar ook een strategische zet voor een concurrerende en toekomstbestendige technieksector.

De techsector erkent het belang van diversiteit, maar in de praktijk is er nog veel werk aan de winkel. Volgens onderzoek van Techleap vindt een meerderheid van de techmedewerkers diversiteit van groot belang, maar ziet men weinig concrete veranderingen binnen organisaties. Dit benadrukt de noodzaak van actieve en tastbare maatregelen, zoals die van de TU Delft.

Diversiteit in de Nederlandse academische wereld

In Nederland zetten universiteiten zich in voor een diversere academische gemeenschap. Zo zijn er streefcijfers voor vrouwelijke hoogleraren opgesteld en worden er actieplannen uitgevoerd om diversiteit en inclusie te bevorderen. Ondanks deze inspanningen blijft het percentage vrouwelijke hoogleraren achter, met de technische universiteiten, waaronder Delft, aan de onderkant van de lijst.

Het voorkeursbeleid van de TU Delft kan bijdragen aan het verhogen van het aantal vrouwen in de wetenschap en daarmee op de lange termijn het aantal vrouwelijke hoogleraren. Dit is essentieel, want zoals het onderzoek van het Landelijk Netwerk Vrouwelijke Hoogleraren aantoont, zijn er genoeg getalenteerde vrouwen, maar de doorstroom naar hogere academische posities blijft een knelpunt.

De weg vooruit

De actie van de TU Delft is van belang en kan een precedent scheppen voor andere faculteiten en universiteiten. Het is echter een pilot en de resultaten zullen moeten uitwijzen of deze benadering effectief is in het behalen van een gebalanceerde genderverdeling. Op 15 april zullen de aankomende studenten Luchtvaart- en Ruimtevaarttechniek de uitslag van de selectie ontvangen en zal blijken hoe de nieuwe maatregel zich vertaalt in de praktijk.

De universiteit benadrukt dat een inclusieve leeromgeving van groot belang is. Studenten met verschillende achtergronden brengen diverse perspectieven mee, wat het onderwijs en onderzoek ten goede komt. Dit vereist echter een blijvende inzet en innovatieve maatregelen om de diversiteit binnen de technische sector te waarborgen en te vergroten.