Morgen is beter.
In een wekelijkse column, afwisselend geschreven door Maarten Steinbuch, Carlo van de Weijer, Daan Kersten en Lucien Engelen, probeert E52 uit te vinden hoe de toekomst eruit zal zien. De vier columnisten zijn – naast hun ‘normale’ baanbrekende werk – verbonden aan SingularityU The Netherlands, de organisatie die zich richt op het verspreiden van kennis over technologieën die oplossingen voor de problemen van onze tijd kunnen leveren. Deze zondag is Maarten Steinbuch aan de beurt.
Vorige week ben ik op de video opgenomen, omdat binnenkort het nieuwe actieprogramma voor de Brainport regio gepresenteerd wordt. Ik heb mezelf in ons robotlab neergezet tussen onze robots Amigo, Pepper en onze Pico. Met de robot dino op de tafel. Toen ik die aanzette en hij begon te bewegen en geluidjes te maken gingen de interviewsters helemaal uit hun dak: dit zou de leukste video worden! Mij werd gevraagd wat ik het sterkste van Brainport vind, en de belangrijkste uitdaging.
Het sterke is uiteraard de samenwerking tussen industrie, kennisinstellingen en de overheid. Dit jaar is de TU Eindhoven opnieuw tot de wereldwijde nr 1 gekozen in de samenwerking met de industrie. Ik merk bij mijn collega’s van veel binnenlandse en buitenlandse universiteiten dat het gat soms heel erg groot is. Veel zijn er gericht op de overheid voor financiering. Ik laat mij altijd inspireren door de echte problemen die ik in de praktijk zie of zie ontstaan. Zo gaan mijn promovendi die aan medische robots werken, voordat ze gaan ontwerpen, eerst een flink aantal operaties meekijken met de chirurg. Om echt te begrijpen wat er opgelost moet worden. Zodat onze resultaten ook echt gebruikt kunnen gaan worden. Wat ik ook heb geleerd is dat als er nog geen industrie is, zoals bijvoorbeeld met de chirurgische robots die wij ontwerpen, dat je toch al na moet denken over de businessmogelijkheden later. Onze eerste medische robot, de ‘Dutch Da Vinci‘, lost wel het probleem op van de chirurg waar we toen mee samenwerkten, maar staat nog steeds in mijn lab, en niemand wil investeren. Verkeerde keus: een markt met een al bestaande hele grote speler.
Met de oogchirurgierobot van Preceyes en de microchirurgierobot van Microsure hebben we een betere keuzes gemaakt! Met mijn 1000+ banenplan maak ik trouwens feitelijk een eigen industrie voor dit domein, die perfect past bij onze regio met zijn unieke maakindustrie.
Ik denk dat we twee keer zo groot moeten worden! In mensen, middelen, impact
Dit brengt mij op het tweede onderwerp van het interview tussen de robots: wat is het verbeterpunt voor de Brainport regio? Ik denk dat we twee keer zo groot moeten worden! In mensen, middelen, impact. Waarom? Omdat we een unieke bijdrage leveren. Hoogwaardige kennis, export, economische bijdrage. Onze regio stuurt de Wet van Moore: de verdubbeling elke 18 maanden van computerchips. Dit bepaalt alle vooruitgang in de wereld de komende decennia. Wij maken die vooruitgang mogelijk. Door onze maakindustrie. Dat moeten we benutten. In mobiliteit, energie, gezondheidszorg. Maar daarvoor moeten we wel een tandje groter durven te denken!
Hoe gaan we Brainport X2 bereiken? Ten eerste door autonome groei. Meer studenten; de TU/e is sinds 2008 al bijna verdubbeld, en het eind hoeft niet in zicht te komen! Meer inwoners: betere faciliteiten en meer investeringen in gaaf (en slim) wonen en werken. Nieuwe industrie, zoals de fotonica en het 1000+ banenplan voor de medische robotica. Maar ook nieuwe startups die scale-ups worden, zoals bijvoorbeeld de bedrijven die uit onze studententeams komen zoals Amber Mobility en Lightyear (van de zonnewagen Stella). Ten tweede door ook de blik op buiten te richten en een paar strategische samenwerkingen met andere (buitenlandse) regio’s te omarmen en op te zetten. We hebben nu de Mainport status en daar hoort ambitie bij. Laten we 10 jaar nemen om Brainport X2 te bereiken: dat is 7,5% groei per jaar. Dat moet kunnen lukken: Brainport in Actie!