De universiteit bestaat 60 jaar en dat betekent groot feest dit weekend. Het hele programma van Dream And Dare vind je hier. Een van de hoogtepunten van het feest is het drone café, een plek waar vliegende robot BlueJay de gasten bedient.
Hier de laatste video van team BlueJay:
Dat het Drone Café geen eindpunt is blijkt uit wat we eerder (10 maart) over BlueJay schreven:
Een drone als hulp in huis
De universiteit bestaat 60 jaar en dat was voor Lex Hoefsloot en Tessie Hartjes – beide als student actief in de lustrumcommissie – een mooie aanleiding om “iets speciaals” te organiseren. “We wilden iets tofs laten zien en kwamen eigenlijk al vrij snel op het idee van een drone die binnenshuis iets nuttigs kan doen”, zegt Hartjes van BlueJay Eindhoven.
Een drone kennen we vooral van buiten en vooral als speelgoed. “Die twee basiskenmerken hebben we ter discussie gesteld toen we in september met een groep studenten aan de slag gingen. We wilden naar binnen en we wilden iets nuttigs laten zien.” Kern van het concept werd een drone die zonder schade te veroorzaken in een afgesloten ruimte met mensen een opdracht kan uitvoeren en iets kan oppakken.”
Al snel kwamen allerlei vragen opzetten, want zelfs met zo’n scherp idee kun je nog alle kanten op. Hartjes: “Hoe geef je die drone een opdracht, met je stem of anders? Een bordje bijvoorbeeld? Hoe communiceer je?” Als de drone heel precies binnen taken moet uitvoeren dan is coördinatie ontzettend belangrijk. “Binnen is er weinig ruimte voor fouten”, vult Hoefsloot aan. “Dus dit kun je niet door menselijke bestuurders laten doen. De drone moet zijn eigen weg kunnen vinden door de de ruimte en heel accuraat zijn positie kunnen bepalen. Later is dit in andere omgevingen, zoals gebouwen en huizen ook ontzettend belangrijk.”
Het doel van team BlueJay is om een drone te ontwikkelen die nuttig is. Hoefsloot: “Daarom hebben we ons vanaf het begin gefocust op op brandveiligheid, inbraakveiligheid, helpen van minder valide mensen en helpen in productieprocessen. De principiële vraag voor dit moment zit hem vooral in het uitwerken van één bepaalde toepassing die de drone heel goed kan – bijvoorbeeld hulp bij brand – of het werken aan een platform dat in potentie heel veel taken kan doen. Andere ontwikkelaars kunnen dan met dat platform aan de slag.”
Hartjes studeert Technische Innovatiewetenschappen, Hoefsloot werktuigbouwkunde. Het team bestaat uit 12 studenten, de meesten van de TU/e en een van Fontys. Het zijn vooral high level software ontwikkelaars, industrial designers en werktuigbouwkundigen. “Die willen het liefste elk onderdeel helemaal zelf bouwen, dat begrijp ik goed. Maar soms kun je door een klein onderdeel even uit te besteden ineens heel veel tijd winnen.”
Extreem nauwkeurig binnen kunnen vliegen, dat valt nog niet mee, ontdekten de studenten. Hartjes: “Het is logisch dat de beschermkast om de drone – nodig voor de veiligheid in een kleine ruimte – als een soort klankkast werkt. Dat geeft heel veel herrie, maar het is wel nodig. Waar we ook achter kwamen is dat hoe dichter de drone bij de grond komt, des te meer last die heeft van de air bubble eronder. Dat beïnvloedt de precisie enorm.” Hetzelfde geldt voor de resultaten van de ‘optical flow sensor’, de camera die in de bewegingen gaten houdt. Hoefsloot: “De camera kijkt naar bepaalde structuren op de grond en volgt die. Aan de hand van hoe die structuren verschuiven op het camerabeeld kan de drone bepalen welke richting hij op beweegt.”
Terwijl het team de drone klaarstoomt voor het het lustrum van de universiteit, denken de bouwers alweer een paar stappen verder. “Want ja, het is hartstikke leuk om zo’n feestje te organiseren, maar die drone kan natuurlijk veel meer. Dat willen we graag laten zien. Met een blusstaafje bijvoorbeeld zou je, ook als er niemand thuis is, een beginnende keukenbrand kunnen blussen. Ook hebben we gesprekken met de zorgsector, bijvoorbeeld om mensen die slecht ter been zijn te kunnen ondersteunen.”
“De vliegende huisrobot als ideale schakel tussen Internet of Things en de mens”
Uiteindelijk denkt Hartjes dat hun vliegende robot misschien wel eens de ideale schakel zou kunnen zijn tussen het Internet of Things en de mens. “Stel je eens voor: een deurmat met een sensor die aan het gewicht precies of er iemand voor de deur staat die er thuis hoort. Is dat niet het geval en is het 4 uur ‘s nachts, dan zou onze vliegende robot de slapende bewoner even kunnen waarschuwen. Of direct in actie komen tegen de indringer.”
Hoe serieus BlueJay inmiddels is, blijkt uit de indrukwekkende lijst van partners in de regio: AME, Simac, ASML, Philips, VanBerlo, Avular, om er maar een paar te noemen. Daarnaast staat BlueJay binnenkort op de Hannover Messe zal het zijn opwachting maken op de Campus Party van Start-up fest Europe, een initiatief van Neelie Kroes’ StartupDelta. Hoewel het project zeker niet is begonnen als een business idee, zou het dus zomaar eens zo ver kunnen komen, denkt Hartjes. “Wie weet, misschien gaan we binnenkort wel een minimal viable product bouwen.”