Author profile picture

Bij de herdenking van de bevrijding van Eindhoven, vrijdagavond 18 september, legde burgemeester Van Gijzel een scherpe link met de realiteit van vandaag. Met een verwijzing naar de gevechtshandelingen die nodig waren om ons in 1944 te bevrijden, vroeg hij zich hardop af of we op dit moment wel genoeg doen om de bedreigden van nu te helpen. “Toen is het barbarisme militair bestreden en
daarvoor zijn we, ondanks de prijs die daarvoor betaald is, tot in het diepste van
ons zijn, nog steeds dankbaar. Hoe dankbaar zullen de oorlogsvluchtelingen
ons straks zijn?” Hieronder zijn volledige speech.

Beste Eindhovenaren, geachte dames en heren, jongens en meisjes,

I would like to extend a warm welcome to the guests from abroad. First of all, 4
of our liberaters, our veterans, the ambassador of the United States, mr Timothy
Broas, and my collegue mayor Patrick Gomont of Bayeux, the place with which
we always commemorate our liberation. Cher Patrick, bienvenue.

Dat was een welkom aan de gasten uit het buitenland, onder wie 4 van onze
bevrijders, onze veteranen, ambassadeur Broas van de Verenigde Staten en de
burgemeester van Bayeux, de stad waar ons bevrijdingsvuur vandaan komt,
Maire Patrick Gomont.

Het is vandaag 18 september 2015, en op 18 september komen wij hier bij
elkaar. Dank aan elk van u voor uw komst, want uw aanwezigheid hier
vanavond is niet zonder betekenis.

Wij staan hier met elkaar om te herdenken. Te herdenken dat, vandaag precies
71 jaar geleden, onze stad door onder andere Britse, Canadese en
Amerikaanse soldaten werd bevrijd van de barbaarse, onmenselijke en niets
ontziende terreur van het naziregime, een terreur die onze inwoners vier jaar
lang in een ijzeren greep hield.

Maar we staan hier niet alleen om te herdenken maar ook om samen onze
vrijheid te vieren. We vieren de vrijheid voor Eindhoven: sinds 18 september
1944 mogen we weer vrij beslissen over ons eigen leven, onze eigen toekomst.
Onze stad was door tal van bombardementen en ander oorlogsgeweld, zwaar,
zwaar getroffen. Maar we konden, ondanks de diepe littekens, weer vooruitzien.
We konden de fabrieken, huizen en straten die verwoest waren, weer
opbouwen en onze innerlijke wonden laten genezen. Er was weer vertrouwen
en hoop. De hoop dat we samen Eindhoven weer konden maken tot de stad,
waar vrijheid, vrede, rechtvaardigheid en welvaart voor iedereen weggelegd zou
zijn. De droom: Eindhoven een stad van hoop en toekomst voor iedereen.

Een droom
Begrippen als vrijheid, vrede en veiligheid hebben op dit moment in onze wereld
een heel andere betekenis, vaak een nieuwe, treurige dimensie. Dag na dag
zien we oorlogsvluchtelingen massaal via de televisie onze huiskamer binnen
lopen. Het zijn er honderdduizenden. Uit Syrië, uit Irak, uit Eritrea, uit zoveel
landen, landen waar je je leven niet zeker bent. Vluchtend voor de barbaarse,
onmenselijke en niets ontziende radicaal-islamitische terreur van regimes als
IS, Al Shabaab en Boko Harám. Wanhopige en bange mensen; mannen,
vrouwen en kinderen, die intens op zoek zijn naar een leven, maar wat ze
vinden is in veel gevallen de dood. Hoe wanhopig zou u zijn om als vader of
moeder met je kinderen, die je zo lief zijn, in een gammel rubberbootje de zee
over te steken, hoe wanhopig. Het zijn dramatische beelden die we zien,
beelden van onmenselijkheid. Beelden die de mensheid moeten doen schamen.
Het zijn beelden die ons, u en mij, verwarren. Ze roepen een diepe menselijke
emotie en vele vragen op en tegelijkertijd ontbreken rationele antwoorden. Een
confrontatie met pijnlijke gewetensvragen, met machteloosheid. Wat moeten we
doen? Wat kunnen we doen?

Vragen
Vragen die wel erg lijken op de vragen uit periode 1933-1945. Wat vroegen de
mensen zich toen af en wat deden de leiders. Ze zagen deportaties, opvang,
vluchtelingen, onderduiken, concentratiekampen, ze zagen hulp en verzet,
maar ook verraad. Uiteindelijk liep de weg naar de vrijheid toen via een
langdurige en bloedige oorlog. Toen is het barbarisme militair bestreden en
daarvoor zijn we, ondanks de prijs die daarvoor betaald is, tot in het diepste van
ons zijn, nog steeds dankbaar. Hoe dankbaar zullen de oorlogsvluchtelingen
ons straks zijn?

Ik weet het wel, er zijn geen makkelijke antwoorden in een wereld die zo
complex is. En toch zullen we die moeten vinden omdat barbarisme en
onmenselijkheid nergens in de wereld mag winnen. Op een avond als deze
moeten we beseffen wat de ware betekenis is van de ’18 septembertraditie’.
Op een avond als deze ervaren we weer met elkaar dat we veel
hebben om dankbaar voor te zijn, maar we moeten bedenken dat menselijke
waardigheid, vrede en veiligheid universele begrippen zijn, begrippen voor
altijd, overal en voor iedereen.

——————————————————————————————-

Voor altijd, overal, voor iedereen. Daarom ben ik er trots op dat er elk jaar
zoveel jongen mensen aanwezig zijn. Voor jullie aanwezigheid, ben ik in het
bijzonder dankbaar.

Dankbaar omdat jullie die universele waren zullen overnemen en straks, later,
ook weer zullen doorgeven. Weet dat de bevrijders van Eindhoven ook veelal
jonge mensen waren. Nu 71 jaar later leven de meesten niet meer. Maar één
ding is zeker, ze hebben voorgoed een plek in ons hart. Wat mogen we blij zijn
dat we onze dankbaarheid nog kenbaar kunnen maken aan een handvol
veteranen, die we hier vanavond persoonlijk begroeten als oude vrienden. Met
een speciaal welkom voor vier van onze buitenlandse bevrijders.

Het zijn inmiddels allemaal 90-ers. Vanavond zijn hier op uitnodiging van het
18 september comité, vier van hen aanwezig. Ik noem Joe Cattini uit Londen,
Armando Marquez uit het verre El Paso in Texas, Ken Thiis en
Bill Pendel uit het Verenigd Koninkrijk. Vier jonge mannen, ze stonden aan het
begin van het leven en trokken voor het eerst een uniform aan.

Maar toen ze op 18 september 1944 door de uitzinnig juichende bevolking van
Eindhoven als verlossers werden ingehaald, waren het geharde veteranen
geworden, tegen wil en dank. De zorgeloosheid en de verwachting van hun
jeugd hadden plaatsgemaakt voor trauma’s en smartelijke ervaringen die zij
vanaf dat moment hun leven lang bij zich zouden dragen. Levenslange
littekens. Littekens door wat ze hebben meegemaakt, door wat ze aan
menselijk leed hebben gezien, maar om wat ze zelf hebben gedaan. Littekens
die gepaard gaan met angst, nachtmerries. Ze hebben kameraden op het
slagveld verloren, maar ook zelf Duitse soldaten omgebracht terwijl ze strijdend
door België en Frankrijk trokken. Keer op keer stonden ze oog in oog met de
dood.

Marta Marquez, de trotse dochter van Armando Marquez van de 101ste Airborne
divisie vertelde ‘dat haar vader pas 17 jaar was toen hij zich meldde bij het
leger. Een jochie nog. Mijn opa en oma hebben voor hem moeten tekenen,
want de minimum leeftijd om dienst te doen, lag eigenlijk op 18 jaar. Maar hij
wilde perse’. Armando en zijn dochter Marta Marquez zijn hier vanavond
aanwezig.

U moet weten dat Armando hier in Eindhoven zijn beste vriend heeft verloren.
Hier voor de Catharinakerk, lagen beiden getroffen door een Duitse granaat,
zwaar gewond op de grond. Liggend in de armen van Armando verdween het
leven van zijn beste vriend.

‘Toen ik de oorlog in trok was ik nog een open jongen. Toen ik terugkeerde een
getekend man’, zegt Joe Cattini daarover. We mogen nooit vergeten dat deze
veteranen enorme offers hebben moeten brengen om ons de vrijheid en de
hoop terug te geven. Ze verdienen ons respect.

Joe Cattini en zijn dochter Fran zijn vanavond bij ons.

De horror van de oorlog ging deze soldaten niet in de koude kleren zitten. Maar
vaak werd er na 1945 voor gekozen om te zwijgen tegen de partner, de
kinderen en familieleden. Om te vergeten in plaats van te delen. Fran zegt
daarover:

‘Mijn vader heeft teveel gezien om daar nog vrijuit over te kunnen praten. Als
kind vroeg ik hem wel eens naar zijn lotgevallen in de oorlog. Dan stelde hij het
voor als een spannend verhaal uit een kinderboek. Ik denk dat hij ons niet bang
wilde maken’.

Later, als de veteranen ouder worden, kijken ze echter wel steeds vaker
achterom. Nog een keer Fran over haar vader Joe.

‘De laatste tijd zegt hij vaak dat hij zo’n geluk heeft gehad, omdat hij het
overleefde en een hoop van zijn vrienden niet. Dan is hij triest. Maar het heeft
hem ook geleerd om het leven als een geschenk te zien waar je zuinig op moet
zijn. Juist zijn oorlogservaringen hebben hem gemaakt tot de gevoelige en
medelevende man die hij nu is.

Hij heeft ons, zijn kinderen, kleinkinderen en achterkleinkinderen geleerd om
het beste uit onszelf en het leven te halen en van elke minuut van de dag te
genieten. Daarom zijn we ook zo trots op hem.’

Het waren niet alleen de Britse en Amerikaanse soldaten die trauma’s opliepen,
gewond raakten of zelfs het leven lieten. 1100 Eindhovenaren verloren het
leven tijdens de jaren van onderdrukking, geweld en rechteloosheid. Door
bombardementen, executies, deportaties en ontberingen maar ook omdat ze
verzet pleegden tegen de Nazi’s.

Of omdat ze Jood, Roma, Sinti, homoseksueel, of psychiatrische patiënt waren.
Weet overigens dat we al in 1938, twee jaar voor de Duitse bezetting, het
Joodse vluchtelingen uit Duitsland zeer moeilijk maakten onze grens te
passeren, velen hebben daardoor later het leven verloren in
concentratiekampen van het Nazi-regime.

Tijdens de oorlog stierven zeventig verzetsmensen uit Eindhoven voor Duitse
executiepelotons. Mannen en vrouwen die constant kampten met
gewetensvragen. Wat kan ik doen? Wat moet ik doen? Hoe ver moet ik daarin
gaan? Ze wisten dat hen marteling, mishandeling of zelfs de dood te wachten
stond als ze in handen zouden vallen van de Duitsers. Toch kozen ze daarvoor.
Ze kozen bewust voor het gevaar en de risico’s van een leven ondergronds.
Omdat ze vonden dat het moest. Omdat de vrijheid daarom vroeg.

Eén van hen was Henk Streefkerk, actief in de Partizanen Actie Nederland.
Henk was 25 jaar oud en op 7 september 1944 schreef hij in een brief aan zijn
ouders in Eindhoven.

‘Lieve Pap en Mam, de kans om te vallen is groot, maar ik ben voor 100 procent
bereid het laatste te geven wat ik heb. Omdat ik er van overtuigd ben dat ik dan
niet voor niets geleefd heb’.

Op 12 september 1944, 5 dagen na zijn brief, werd hij door de agenten van de
Duitse Sicherheits-Dienst op de Boschdijk neergeschoten toen hij enkele Duitse
deserteurs naar een onderduikadres wilde brengen. De dag daarna stierf hij
aan zijn verwondingen. Vijf dagen later werd Eindhoven bevrijd, voor Henk
Streefkerk kwam die bevrijding vijf dagen te laat.

‘Mijn vader was een heel nuchtere man. Het was gewoon nodig dat ik het verzet
inging, zei hij altijd. Ik laat me door die Duitsers niet op mijn kop zitten, heeft hij
me eens verteld.’

Het zijn de woorden van Bert Kelder uit Eindhoven. Zoon van Wim en Greetje
Kelder. Wim, was betrokken bij het gewapend verzet. Greetje, zijn vrouw, was
koerierster. Die zenuwslopende jaren vol constante doodsangst en onzekerheid
trokken diepe sporen, sporen die ze altijd voor hun kinderen verborgen hielden,
waarschijnlijk was het te moeilijk om er over te praten, het werd een leven lang
zwijgen. Bert zegt daarover:

‘Ik denk dat ze veel dingen hebben weggestopt. Toen ik tien jaar was wilde ik
voor het eerst weten wat ze allemaal hadden meegemaakt in die tijd. Dat
vertellen we nog wel een keer, was dan het antwoord. En zo ging het iedere
keer.’

70 Eindhovenaren betaalden de hoogste tol voor hun verzet tegen de bezetter.
Zoals Rien van Bruggen, die op de tropisch warme zomeravond van 19
augustus 1944, een maand voor de bevrijding, samen met stadsgenoten Harry
Aarts en Piet Haagen door de SS, de Schutzstaffel, werd gefusilleerd in Kamp
Vught. Ook hen vergeten we nooit, velen van hen worden blijvend herinnerd in
de straatnamen die we naar hen vernoemd hebben, opdat we zeker zijn dat zij
blijven voortleven. In onze herinneringen en die van hun nabestaanden. Chantal
van Bruggen, de kleindochter van de vermoorde verzetsman uit Eindhoven
heeft haar eigen manier gevonden om de nagedachtenis aan haar opa te eren.

Zij draagt zijn trouwring. ‘Dat doe ik heel bewust, want zo is hij toch altijd aanwezig’, zegt zij.

——————————————————————————————–

We herdenken vanavond al die mensen die zich ingezet hebben om ons de
vrijheid te geven. We herdenken onze omgekomen bevrijders van 1944, de
verzetsmensen die stierven uit overtuiging, de gedeporteerden, de 200
Eindhovense slachtoffers van het Duitse bombardement op 1944, allen
vertolken ze fragmenten van een werkelijkheid die inmiddels 71 jaar achter ons
roept. Zij zijn ons symbool voor het onmenselijk leed.

Maar ze roepen ons tevens op om waakzaam en alert te zijn. Ze roepen ons op
om na te denken, ze waarschuwen ons dat vrijheid, vrede en veiligheid,
waarden zijn die we voor alle mensen waar ook ter wereld fundamenteel zijn
om als mens te leven en om als mensen samen te leven. Ze zijn een baken
voor onze gezamenlijke toekomst.

Een baken in een wereld van angst en hoop.

Veel mensen in onze wereld leven in angst, angst dat het alleen nog erger zal
worde. Geven wij hen hoop, de hoop dat het misschien toch beter zal worden?
Kunnen we dat, willen we dat? We vangen in Europa vluchtelingen op, soms
met open armen, maar vaak ook met veel tegenzin. We proberen de gevolgen
van dat verre oorlogsgeweld op te vangen, maar de oorzaak van het
barbarisme laten we in stand.

We zijn vanavond dankbaar, dankbaar aan al die mensen die zich ingezet
hebben om ons de vrijheid terug te geven.

Hoe dankbaar zullen de oorlogsvluchtelingen van nu, ons straks zijn?

Ik weet wel, het zijn ongemakkelijke vragen want het verstoort ons in onze rust
en zekerheid. Toch hebben we de morele plicht, u, ik, wij samen, om op zoek te
gaan naar de antwoorden. Dat zijn geen makkelijke antwoorden, maar we
kunnen niet blind zijn voor de realiteit.

Ik dank u voor uw aandacht.