Hij werkte over de hele wereld. Kwam in 2009 voor het eerst in Eindhoven en trof een stad aan die volop in beweging was. Tonnis Hooghoudt richtte dat jaar samen met dr. Carlos Guerrero – toen werkzaam bij de TU/e – Ioniqa op. Het bedrijf dat met een doorbraaktechnologie een (circulaire) oplossing heeft gevonden voor het recyclen van plastic, of PET om precies te zijn. Een gesprek op het lab over waar PET eigenlijk allemaal in zit en hoe dingen soms ook spontaan gebeuren – zonder plan of powerpoint.
Een oplossing voor het afvalprobleem. Ioniqa kan plastic omzetten in grondstoffen (aldus de jury van de e52 Top 10 Startups to Watch)
Polyethyleentereftalaat (PET) wordt er over het algemeen niet beter van als het gerecycled wordt. Als het gerecycled wordt. Flessen worden meestal netjes teruggebracht – denk aan het statiegeldsysteem – maar wereldwijd gaat het overgrote deel van het plastic afval rechtstreeks de oven in of verdwijnt zelfs op de bodem van de oceaan. Een klein deel wordt wel verwerkt en hergebruikt, maar na een paar keer recyclen gaat de kwaliteit hard achteruit. Waar het PET eerst nog de bouwsteen van een cola-flesje was, is het een paar levens verder alleen nog bruikbaar als laagwaardige vezel in een polyester-tapijtje of als verpakkingsmateriaal. Of in een enkel geval als kunstwerk.
“Zonde en helemaal niet nodig”, volgens CEO Tonnis Hooghoudt. Ioniqa kan, na jaren onderzoek, PET recyclen en omzetten in een ‘hoogwaardige’ bouwsteen. Eentje waarvan de kwaliteit niet achteruit gaat en dus eindeloos bruikbaar blijft. “Het is het missende puzzelstukje in het circulair recyclen van PET”, zegt Hooghoudt. “We zetten de markt op zijn kop: ineens kan alle PET gerecycled worden.” Dat betekent minder afval en minder afhankelijkheid van olie (ruwe olie is de basis van nieuw PET) en ook minder kosten voor bedrijven. Die betalen nu tot 150 euro per ton afval (dat zij steeds vaker zelf terugnemen). Voor grote bedrijven kan dat jaarlijks in de miljoenen lopen. Dat afval kan met de circulaire recyclingmethode van Ioniqa flink omlaag, denkt Hooghoudt. En daarmee is er een verdienmodel, de basis voor de circulaire economie.
Hoe werkt het precies?
“Wat wij ontwikkeld hebben is een magnetische vloeistof en scheidingsproces die we toevoegen aan het gebruikte PET-materiaal. Denk aan oude frisdrankflessen, aardbeienbakjes, maar ook afgedankte kleding en matjes van polyester. Met deze technologie kunnen we niet alleen PET omzetten in een hoogwaardig product – waarmee je dus opnieuw een frisdrankfles kunt maken bijvoorbeeld – maar zijn wij ook in staat om de kleur uit het PET-afvalproduct te halen en om te zetten in kleurloos materiaal. Dat is de belangrijkste stap, in de huidige mechanische manier van PET-recycling kan dat niet. Wij verwerken dus bijvoorbeeld een flesje met onze magnetische vloeistof en leveren kleurloze kristallen (of een vloeibare vorm) als grondstoffen terug aan de markt. Zij kunnen daar vervolgens hoogwaardige PET-producten mee maken in welke vorm of kleur zij willen. Producten van PET krijgen zo hun oorspronkelijke basismateriaal terug zonder dat opnieuw te hoeven maken uit olie.”
Wat zijn hoogtepunten geweest voor jullie als startend bedrijf?
“Het vinden van de juiste markt. Eigenlijk hadden we al een oplossing voordat we een probleem hadden. Een innovatiemanager zei eens tegen mij: “U heeft een hoefijzer en u zoekt er een paard bij.” Kortom een technology push! We wisten dat we met deze vloeistof heel veel mogelijkheden hadden, maar wat we er precies mee wilden, stond niet vanaf het begin vast. Het was dus zeker een hoogtepunt toen wij gehoor vonden bij bedrijven. Er is een enorm tekort aan hoogwaardig gerecycled PET. Gerenommeerde productleveranciers staan te springen om een manier van circulaire PET-verwerking die niet meer geld en energie kost. Sindsdien is de markt heel duidelijk betrokken bij de ontwikkeling van onze technologie, dat helpt enorm. Het geeft richting.”
Wat is tot nu toe de grootste les geweest?
“Ik denk dat we gegroeid zijn door focus te bewaren. Onze magnetic smart materials en scheidingsprocessen kunnen we op heel veel terreinen toepassen: op PET-recycling dus, maar ook als sealing in harde schrijven, als contrastvloeistof voor MRI-scans en zelfs als kunst (zie het filmpje onderaan). Maar met een klein team moet je niet te breed bezig zijn. Vandaar dat we ons op een paar dingen concentreren. Dat maakt het ook veel makkelijker om investeerders te overtuigen, die heel hard nodig zijn in deze fase.
Een ander les, en vooral ook het leuke aan dit werk: vaak ontstaan oplossingen spontaan, dat gaat niet altijd met een plan en een powerpoint. Soms blijkt er opeens iets verrassends te gebeuren als je de verkeerde dingen in het lab mengt. Dat signaleren is een kunst. Dus is het goed opletten en systematisch werken! Ik denk trouwens dat we zo’n R&D-achtige omgeving in Nederland nog meer kunnen stimuleren. Ik heb weleens voorgesteld om een soort ‘innovatie bitcoins’ op te zetten, waar de een wat voor de ander doet en je elkaar hiermee kunt betalen. Soms staat er ergens achter een deur apparatuur ‘te roesten’ die ik niet mag gebruiken omdat dat administratief niet met elkaar te verrekenen valt. Datzelfde geldt voor kennis, die kun je vaak op zoveel meer manieren inzetten. Het is prima om gefocust te zijn als organisatie, maar soms moet je het loslaten en ontstaan er oplossingen die je van te voren niet had kunnen bedenken.”
Waarom zitten jullie in Eindhoven?
“Ioniqa zit in Eindhoven, naast de zeer stimulerende werkomgeving, omdat het onderzoek naar magnetic smart materials hier aan de TU/e ooit begonnen is. We zijn gestart in het Innovatielab van de universiteit, waar we kantoorruimte hadden. Ons lab zat overigens in de kelder van het natuurkunde-gebouw dat nu niet meer bestaat. Inmiddels zitten we op deze mooie lokatie, De Lismortel, op de TU/e campus. Lab en kantoor zitten nu bij elkaar, dat werkt het beste Eindhoven is een fijne plek, heel dynamisch. Ik kwam destijds uit het buitenland en daarvoor uit het westen van het land en wist werkelijk niet dat er zoveel activiteit was hier. Het was in een periode dat het slecht ging met Nederland, maar Eindhoven zag ik alleen maar groeien.”
What’s next?
“Het recyclen van PET met onze magnetische stoffen en scheidingsprocessen gebeurde tot nu bij ons in het lab. We hebben eerst op reageerbuisniveau aangetoond dat het werkt en vorig jaar geschaald naar liter-niveau (1000 keer groter). Toen werd ook duidelijk dat het qua kosten competitief is in de markt . Nu gaan we de volgende opschalingsstappen zetten, naar honderd en naar duizend liter, in nauwe samenwerking met stakeholders in de markt. Dat moet op een chemische lokatie en op een plek waar je PET-afval mag verwerken. Dat willen we dit jaar doen. Over twee jaar moet de fabriek draaien op kiloton-niveau. Daar hebben we een funding-ronde voor opgezet. We zien dit als een eerste stap en verwachten dat de technologie ook van toepassing kan zijn op andere plastics en (katoen)materialen en zelfs in de voedselindustrie en bio-medische toepassingen.”
De ‘spikes’ in dit filmpje worden in het Ioniqa lab gebruikt om te testen of de magnetische vloeistof goed reageert op een magnetisch veld.
Dit is het derde portret van een Eindhovense startup die dit jaar in de Top 10 Startups to Watch staat. Tot nu toe verschenen: